Nederlands(Vertaling van de originele instructies)
NL
FR
EN
DE
ES
IT
PT
SV
DA
NO
FI
HU
CS
RU
RO
PL
SL
HR
ET
LT
LV
SK
BG
Q
% $
gehouden zaag moeilijker onder controle te houden
is bij terugslagkrachten.
Q
Ve l g e e n b o m e n i n d e n a b i j h e i d v a n
elektriciteitsdraden of gebouwen. Laat dit soort
werkzaamheden over aan een vakman.
Q
O% G G
voldoende zijn om duidelijk te zien wat u doet.
""
%
de hand van de onderstaande techniek om gebruik van
de zaag onder de knie te krijgen vooraleer u met grote
zaagwerken begint.
Q
°$& % %O&
zaag stationair draait.
Q
Laat de motor volgas draaien net voor u met de
zaagsnede begint door de gashendel in te knijpen.
Q
Hou de zaag tegen de stam en start te zagen.
Q
Laat de motor tijdens het zagen de hele tijd volgas
draaien.
Q
Laat de ketting het zaagwerk doen; oefen slechts
een lichte neerwaartse druk uit. Wanneer u de
insnede forceert, kan dit schade aan het zaagblad,
de ketting of de motor veroorzaken.
Q
Laat de gashendel los van zodra de zaagsnede is
voltooid, zodat de motor op stationair toerental kan
draaien. Wanneer u de zaag volgas laat draaien
zonder zaagbelasting, kan dit leiden tot onnodige
slijtage aan ketting, zaagblad en motor.
Q
%
van de zaagsnede aangezien dit ertoe kan leiden
dat u de zaag op een onveilige manier laat vallen.
" !
"
"`
Vel geen bomen tijdens periodes met harde wind
of veel neerslag. Wacht tot het gevaarlijke weer
%&& $
belangrijk dat u de volgende waarschuwingen in
acht neemt om mogelijks ernstige verwondingen
te voorkomen.
Q
$ $ % G
of bomen met verrotte of dode takken, losse
schors of holle stammen. Laat deze bomen met
zwaar materieel omduwen of slopen en zaag ze
vervolgens in stukken.
Q
Ve l g e e n b o m e n i n d e n a b i j h e i d v a n
elektriciteitsdraden of gebouwen.
Q
Controleer de boom op beschadigde of dode
takken die kunnen vallen en u tijdens het vellen
kunnen raken.
Q
Kijk tijdens het zagen regelmatig naar de top van
de boom om er zeker van te zijn dat de boom in de
gewenste richting valt.
Q
Wanneer de boom in de verkeerde richting begint
te vallen of als de zaag vast komt te zitten tijdens
het vallen, laat de zaag dan achter en zorg voor uw
veiligheid!
!
BOMEN
Zie figuren 23-26
Q
Kies uw ontsnappingsroute (of routes in het geval
de gewenste route geblokkeerd is). Maak de
onmiddellijke omgeving rond de boom schoon
en zorg ervoor dat er zich geen obstakels op uw
geplande pad van aftocht bevinden. Maak het pad
%& % G G%G ® è
geplande lijn van de val.
Q
Hou rekening met de kracht en de richting van
de wind, de stand en het evenwicht van de boom
en de locatie van de grote takken. Deze zaken
beïnvloeden de richting waarin de boom zal vallen.
Probeer geen bomen te vellen langs een lijn die
afwijkt van diens natuurlijke vallijn.
Q
¬ % ®
diameter van de stam in de zijkant van de boom.
Breng de zaagsneden voor de inkeping zodanig
aan dat deze in een rechte hoek tot de vallijn staan.
Deze inkeping moet worden schoongemaakt, zodat
%%G &%&$ OG
hout van de zaag te houden, maakt u altijd eerst
de lagere snede van de inkeping maken vooraleer
u de hogere zaagsnede aanbrengt.
Q
Maak de zaagsnede recht en horizontaal
en minimaal 5 cm (2 in.) boven de horizontale
zaagsnede van de inkeping.
q@379-61`
%
Laat altijd een strook hout tussen de inkeping en
½G%G G$ ½ ¿ ¡
diameter van de boom). Dit wordt het “scharnier”
of “scharnierstuk” genoemd. Hiermee wordt de
val van de boom gecontroleerd en het voorkomt
dat de boom van de stam wegglijdt, verdraait of
achteruitschiet.
Q
Bij bomen met een grote diameter stopt u de
zaagsnede voor ze diep genoeg is om de boom te
laten vallen of op de stomp te laten vallen. Breng
vervolgens zacht houten of kunststof wiggen in de
zaagsnede in zodat ze de ketting niet raken. Sla
de wiggen steeds een klein stukje dieper zodat
hierdoor de boom wordt omgeduwd.
Q
Wanneer de boom begint te vallen, legt u
de kettingzaag stil en neer. Loop terug via het
geruimde pad, maar hou de handeling in het oog
ingeval er iets naar u toe valt.
"`
% &
het maken van een zaagsnede. Het scharnier
controleert de val van de boom. Dit is de strook
hout tussen de inkeping en de zaagsnede.