Nederlands
110
WILO SE 02/2017 V4.1WE
5.4.4 Installatie van de Plug&Pump-systemen
Afb. 4:
Opstelling
* Bouwpakket vooraf gemonteerd, bestaat uit:
• Membraandrukvat van 18 l
• Manometer
• Afsluitventiel
TWU…-P&P/FC (Economy 1)
Voor een vaste buisleiding of een flexibele slangver-
binding met de nominale maat 1¼" (diameter 40 mm).
In het geval van een slangverbinding worden de bijge-
voegde wartelmoeren gebruikt en als volgt gemon-
teerd:
• Draai de schroefverbinding los en laat haar op het
schroefdraad terwijl de slang wordt ingeschoven.
• Schuif de slang door de schroefverbinding tot de aan-
slag.
• Draai de schroefverbinding goed vast met behulp van
een buistang.
In het geval van een vaste buisleiding wordt de bijge-
voegde wartelmoer 1¼" gebruikt om de pomp aan de
buis te verbinden en het reduceerstuk 1¼" x 1" wordt
gebruikt voor de verbinding aan de HiControl 1.
TWU…P&P/DS (Economy 2)
Voor vaste buisleidingen met nominale maat 1¼" (dia-
meter 40 mm).
Het systeem is in zoverre vooraf gemonteerd. Alleen
het T-stuk moet aan de bouwgroep worden
geschroefd.
Zorg ervoor dat de steun van de manometer in
de hoogste positie is ingesteld!
5.5 Droogloopbeveiliging
Er moet absoluut opgelet worden dat er geen lucht in
de behuizing van het hydraulische systeem dringt.
Daarom moet de machine altijd tot aan de bovenkant
van de behuizing van het hydraulische systeem in het
transportmedium ondergedompeld zijn. Voor de opti-
male bedrijfsveiligheid wordt daarom aangeraden een
droogloopbeveiliging in te bouwen.
Deze moet met behulp van vlotterschakelaars of elek-
troden worden gegarandeerd. De vlotterschakelaar/
elektrode wordt in de schacht bevestigd en schakelt
het product bij het onderschrijden van de minimale
wateronderdompeling uit. Als de droogloopbeveiliging
bij sterk wisselende vulstanden slechts met een vlot-
ter of elektrode gerealiseerd wordt, bestaat het gevaar
dat het aggregaat continu in- en uitschakelt!
Dit kan tot gevolg hebben dat het maximale aan-
tal inschakelingen (schakelcycli) van de motor
wordt overschreden en de motor oververhit
raakt.
5.5.1 Aanwijzingen ter voorkoming van hoge schaltcycli
Handmatig terugzetten
- Bij deze mogelijkheid wordt
de motor na het onderschrijden van het minimale
onderdompelingspeil uitgeschakeld en bij voldoende
waterpeil met de hand weer ingeschakeld.
Separaat herinschakelpunt
- Met een tweede scha-
kelpunt (extra vlotter of elektrode) wordt er vol-
doende verschil tussen uitschakelpunt en
inschakelpunt gerealiseerd. Daarmee wordt een con-
stant schakelen voorkomen. Deze functie kan met een
niveauregelrelais worden gerealiseerd.
5.6 Elektrische aansluiting
• Stroom en spanning van de netaansluiting moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
• Stroomtoevoerleidingen volgens geldende normen/
voorschriften leggen en volgens de aderbezetting
aansluiten.
• Beschikbare bewakingsinrichtingen, bijv. voor de ther-
mische motorbewaking, moeten worden aangesloten
en de werking ervan moet worden gecontroleerd.
• Voor de correcte werking van draaistroommotoren
moet er een naar rechts draaiend draaiveld aanwezig
zijn.
• Product aarden volgens de voorschriften.
Vastgeïnstalleerde producten moeten volgens de nati-
onaal geldende normen worden geaard. Als er een
aarddraadaansluiting aanwezig is, moet deze aan de
gemarkeerde boring of aardingsklem (
) worden aan-
gesloten met een geschikte schroef, moer, borgring en
ring. Voor de aarddraadaansluiting moet een
kabeldoorsnede worden gebruikt die voldoet aan de
plaatselijke voorschriften.
•
Er moet een motorbeveiligingsschakelaar worden
gebruikt.
Het gebruik van een aardlekschakelaar (RCD)
wordt aanbevolen.
• Schakelapparaten moeten als toebehoren worden
aangeschaft.
5.6.1 Technische gegevens
• Inschakeltype: direct
• Beveiliging aan de netzijde: 10 A
• Kabeldoorsnede: 4x1,5
Als voorbeveiliging dienen alleen langzame zekerin-
gen of installatieautomaten met K-karakteristiek te
worden gebruikt.
1
Aggregaat
7
Netaansluiting
2
Motoraansluitkabel
8
Bouwpakket* drukscha-
kelaar
3
Steunkabel
9
T-stuk
4
Schroefverbinding 1¼"
10
Vulventiel voor mem-
braandrukvat
5
Schroefverbinding 1"
11
Steunen van de mano-
meter
6
HiControl 1
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door stroomschokken.
Elektrische aansluiting alleen door een door het
plaatselijke energiebedrijf goedgekeurde elek-
trotechnicus en volgens de plaatselijk geldende
voorschriften laten uitvoeren.
Summary of Contents for Sub TWU 3 P&P Series
Page 2: ...Fig 1 Fig 2 1 2 3 4 5 0 30 1 00 m min 0 20 m 1 2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 2 5 11...
Page 4: ......
Page 6: ......
Page 245: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 245 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 5 1 6 1 7...
Page 246: ...246 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 7 1 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1...
Page 247: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 247 2 1 2 DIN ANSI 2 2...
Page 248: ...248 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 3 VDE 2 4 CE 2 5 VDE 0100 2 6 2 7 IP 68 2 8 PT100...
Page 249: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 249 2 9 2 10 2 11 70 A 110 A 3 3 1 3 2 85 A...
Page 250: ...250 WILO SE 02 2017 V4 1WE 3 3 1 15 C 5 C 25 C 3 4 6...
Page 253: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 253 5 5 1 5 2 5 3 5 4...
Page 254: ...254 WILO SE 02 2017 V4 1WE Wilo 5 4 1 15 C 1 5 4 2 2 1 2 3 4 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7...
Page 258: ...258 WILO SE 02 2017 V4 1WE 0 30 1 30 3 55 70 30 50 10 0 30 2 60 1000 500 400 IP 6 6 1 VDE...
Page 260: ...260 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 2 1 2 0 3 6 5 IP 6 5 1 5 6 5 2 6 6...
Page 261: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 261 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2 7 2 1 40 C...
Page 263: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 263 75 439 5a 5b AbfG 524 02 91 689 8 1 8 2 8 2 1 8 3 8 3 1 1000...
Page 265: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 265 2 5 6 7 8 9 10 2 11 9 0 5 1 2 3 4 5 2 6 2 7 8 9 9 0 6 10...
Page 301: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 301 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 4 2 1 5 1 6 1 7 1 7 1 a...
Page 302: ...302 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1 2 1 2...
Page 303: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 303 DIN ANSI 2 2 2 3 VDE 2 4 CE...
Page 304: ...304 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 5 VDE 0100 2 6 E RCD 2 7 IP 68 2 8 100 2 9...
Page 305: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 305 2 10 2 11 kW 70 dB A 110 dB A 3 3 1 3 2 3 3 1 85 dB A...
Page 306: ...306 WILO SE 02 2017 V4 1WE 15 C 5 C 25 C 3 C 4 6 3 4 4 4 1 4 1 1 DIN VDE 0100 702 46...
Page 309: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 309 5 4 Wilo 5 4 1 15 C 1 5 4 2 2 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7...
Page 310: ...310 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 9 7 9 10 11 12 1 2 3 4 5...
Page 315: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 315 5 1 2 1 2 0 3 bar 6 5 IP 6 5 1 5 1 2...
Page 316: ...316 WILO SE 02 2017 V4 1WE 6 5 2 6 6 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2...
Page 318: ...318 WILO SE 02 2017 V4 1WE Wilo 75 439 5a 5b AbfG 524 02 91 689 8 1 8 2 8 2 1 8 3 8 3 1 1000 V...
Page 320: ...320 WILO SE 02 2017 V4 1WE 6 7 8 9 10 11 9 0 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9 0 6 10...
Page 340: ...340 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 4 2 1 5 1 6 1 7...
Page 341: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 341 1 7 1 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1 2 1 2...
Page 342: ...342 WILO SE 02 2017 V4 1WE DIN ANSI 2 2 2 3...
Page 343: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 343 VDE 2 4 CE CE 2 5 VDE 0100 2 6 RCD 2 7 IP 68 2 8 PT100 2 9...
Page 344: ...344 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 10 2 11 70 110 A 3 3 1 3 2 85 A...
Page 345: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 345 3 3 1 15 C 5 C 25 C 3 C 4 6 3 4 4 4 1...
Page 348: ...348 WILO SE 02 2017 V4 1WE 5 2 5 3 5 4 Wilo 5 4 1 15 C 1...
Page 354: ...354 WILO SE 02 2017 V4 1WE 0 3 5 1 2 1 2 0 3 6 5 IP 6 5 1 5 1 2...
Page 355: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 355 6 5 2 6 6 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2...
Page 359: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 359 5 6 7 8 9 10 2 11 9 0 5 1 2 3 4 5 2 6 2 7 8 9 9 0 6 10...
Page 360: ...3LRQHHULQJ IRU RX 2 6 1RUWNLUFKHQVWUD H RUWPXQG HUPDQ 7 ZLOR ZLOR FRP ZZZ ZLOR FRP...