Nederlands
114
WILO SE 02/2017 V4.1WE
• Bij het gebruik van een elektrisch bediende afsluitin-
richting kunnen waterslagen worden verminderd of
verhinderd. Het aggregaat kan worden ingeschakeld bij
een gesmoorde of gesloten schuifstand.
Een langere looptijd (>5 min) bij een gesloten of
sterk gesmoorde schuif evenals drooglopen is
ten strengste verboden!
• Controle van aanwezige niveauregelingen of droog-
loopbeveiliging
6.5.2 Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij de aanloopprocedure
kort overschreden. Na de aanloopprocedure mag de
bedrijfsstroom de nominale stroom niet meer over-
schrijden.
Als de motor na het inschakelen niet onmiddellijk aan-
slaat, moet deze onmiddellijk uitgeschakeld worden.
Voor het opnieuw inschakelen moeten de schakelpau-
zes volgens het hoofdstuk „Technische gegevens” in
acht genomen worden. Bij een volgende storing moet
het aggregaat onmiddellijk opnieuw worden uitge-
schakeld. Een nieuwe inschakelprocedure mag pas uit-
gevoerd worden als de fout verholpen is.
6.6 Gedrag tijdens het gebruik
Bij het gebruik van het product moeten de ter plaatse
geldende wetten en voorschriften voor veiligheid op
de werkplek, ongevallenpreventie en de omgang met
elektrische machines in acht worden genomen. Voor
de veiligheid moet de exploitant duidelijk de bevoegd-
heden van het personeel vastleggen. Het volledige
personeel is verantwoordelijk voor het naleven van de
voorschriften.
Het product is uitgerust met beweeglijke componen-
ten. Tijdens het bedrijf draaien deze componenten om
het medium te kunnen transporteren. Door bepaalde
stoffen in het transportmedium kunnen op de
beweeglijke componenten zeer scherpe randen wor-
den gevormd.
De volgende punten moeten regelmatig worden
gecontroleerd:
• Bedrijfsspanning (toegestane afw/- 5 % van
de toegekende spanning)
• Frequentie (toegestane afw/- 2 % van de
toegekende frequentie)
• Stroomverbruik (toegestane afwijking tussen de
fasen max. 5 %)
• Spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1 %)
• Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische gege-
vens)
• Ingesloten lucht in de toevoer, eventueel moet een
lei- of stootplaat worden aangebracht
• Minimaal onderdompelingspeil, niveaubesturing,
droogloopbeveiliging
• Rustige en trillingsarme loop
• Schuifkleppen in de toevoer- en drukleiding moe-
ten geopend zijn.
7 Buiten bedrijf stellen/afvoeren
Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig worden
uitgevoerd.
De nodige veiligheidskleding moet gedragen worden.
Bij werkzaamheden in bekkens en/of reservoirs moe-
ten de desbetreffende plaatselijke veiligheidsmaatre-
gelen worden gevolgd. Er moet vanwege de veiligheid
altijd een tweede persoon aanwezig zijn.
Voor het optillen en neerlaten van het product moe-
ten hulphijsinrichtingen en goedgekeurde hijsmidde-
len worden gebruikt die technisch in orde zijn.
7.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling
Bij dit type uitschakeling blijft het product ingebouwd
en wordt niet van het elektriciteitsnet gescheiden. Bij
de tijdelijke buitenbedrijfstelling moet het product
volledig ondergedompeld blijven, zodat deze is
beschermd tegen vorst en ijs. Er moet voor gezorgd
worden dat de temperatuur in de bedrijfsruimte en van
het transportmedium niet onder +3 °C daalt.
Op die manier is het product altijd klaar voor gebruik.
Bij langere stilstandtijden moet regelmatig (maande-
lijks tot driemaandelijks) een proefrun van 5 minuten
uitgevoerd worden.
7.2 Definitief buiten bedrijf stellen voor onder-
houdswerkzaamheden of opslag
De installatie moet worden uitgeschakeld en het pro-
duct moet door een gekwalificeerde elektrotechnicus
van het net worden gescheiden en tegen onbevoegd
inschakelen worden beveiligd. Bij aggregaten met
stekkers moeten de stekkers eruit worden getrokken
(niet aan de kabel trekken!). Daarna kan met de werk-
Waarschuwing voor draaiende componenten!
De draaiende componenten kunnen ledematen
beknellen en afsnijden. Grijp tijdens het gebruik
nooit in de hydrauliek of de draaiende compo-
nenten. Schakel het product voor onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uit en laat de draai-
ende componenten tot stilstand komen!
Levensgevaar door defecten!
Hijsmiddelen en hijsinrichtingen moeten tech-
nisch in orde zijn. Pas als de hijsinrichting tech-
nisch in orde is, mag met de werkzaamheden
worden begonnen. Zonder deze controles
bestaat levensgevaar!
Let op!
Proefdraaien mag alleen onder de geldige
bedrijfs- en gebruiksvoorwaarden plaatsvinden.
De machine mag niet droog draaien! Het niet
naleven daarvan kan de machine volledig vernie-
len!
Summary of Contents for Sub TWU 3 P&P Series
Page 2: ...Fig 1 Fig 2 1 2 3 4 5 0 30 1 00 m min 0 20 m 1 2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 2 5 11...
Page 4: ......
Page 6: ......
Page 245: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 245 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 5 1 6 1 7...
Page 246: ...246 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 7 1 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1...
Page 247: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 247 2 1 2 DIN ANSI 2 2...
Page 248: ...248 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 3 VDE 2 4 CE 2 5 VDE 0100 2 6 2 7 IP 68 2 8 PT100...
Page 249: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 249 2 9 2 10 2 11 70 A 110 A 3 3 1 3 2 85 A...
Page 250: ...250 WILO SE 02 2017 V4 1WE 3 3 1 15 C 5 C 25 C 3 4 6...
Page 253: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 253 5 5 1 5 2 5 3 5 4...
Page 254: ...254 WILO SE 02 2017 V4 1WE Wilo 5 4 1 15 C 1 5 4 2 2 1 2 3 4 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7...
Page 258: ...258 WILO SE 02 2017 V4 1WE 0 30 1 30 3 55 70 30 50 10 0 30 2 60 1000 500 400 IP 6 6 1 VDE...
Page 260: ...260 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 2 1 2 0 3 6 5 IP 6 5 1 5 6 5 2 6 6...
Page 261: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 261 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2 7 2 1 40 C...
Page 263: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 263 75 439 5a 5b AbfG 524 02 91 689 8 1 8 2 8 2 1 8 3 8 3 1 1000...
Page 265: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 265 2 5 6 7 8 9 10 2 11 9 0 5 1 2 3 4 5 2 6 2 7 8 9 9 0 6 10...
Page 301: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 301 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 4 2 1 5 1 6 1 7 1 7 1 a...
Page 302: ...302 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1 2 1 2...
Page 303: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 303 DIN ANSI 2 2 2 3 VDE 2 4 CE...
Page 304: ...304 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 5 VDE 0100 2 6 E RCD 2 7 IP 68 2 8 100 2 9...
Page 305: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 305 2 10 2 11 kW 70 dB A 110 dB A 3 3 1 3 2 3 3 1 85 dB A...
Page 306: ...306 WILO SE 02 2017 V4 1WE 15 C 5 C 25 C 3 C 4 6 3 4 4 4 1 4 1 1 DIN VDE 0100 702 46...
Page 309: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 309 5 4 Wilo 5 4 1 15 C 1 5 4 2 2 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7...
Page 310: ...310 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 2 3 4 5 6 7 8 2 3 9 7 9 10 11 12 1 2 3 4 5...
Page 315: ...Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 315 5 1 2 1 2 0 3 bar 6 5 IP 6 5 1 5 1 2...
Page 316: ...316 WILO SE 02 2017 V4 1WE 6 5 2 6 6 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2...
Page 318: ...318 WILO SE 02 2017 V4 1WE Wilo 75 439 5a 5b AbfG 524 02 91 689 8 1 8 2 8 2 1 8 3 8 3 1 1000 V...
Page 320: ...320 WILO SE 02 2017 V4 1WE 6 7 8 9 10 11 9 0 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9 0 6 10...
Page 340: ...340 WILO SE 02 2017 V4 1WE 1 1 1 1 2 2 1 3 1 4 1 4 1 1 4 2 1 5 1 6 1 7...
Page 341: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 341 1 7 1 1 7 2 12 18 1 7 3 1 7 4 1 7 5 1 7 6 2 2 1 2 1 1 2 1 2...
Page 342: ...342 WILO SE 02 2017 V4 1WE DIN ANSI 2 2 2 3...
Page 343: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 343 VDE 2 4 CE CE 2 5 VDE 0100 2 6 RCD 2 7 IP 68 2 8 PT100 2 9...
Page 344: ...344 WILO SE 02 2017 V4 1WE 2 10 2 11 70 110 A 3 3 1 3 2 85 A...
Page 345: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 345 3 3 1 15 C 5 C 25 C 3 C 4 6 3 4 4 4 1...
Page 348: ...348 WILO SE 02 2017 V4 1WE 5 2 5 3 5 4 Wilo 5 4 1 15 C 1...
Page 354: ...354 WILO SE 02 2017 V4 1WE 0 3 5 1 2 1 2 0 3 6 5 IP 6 5 1 5 1 2...
Page 355: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 355 6 5 2 6 6 5 2 5 1 7 7 1 3 C 5 7 2...
Page 359: ...I Wilo Sub TWU 3 TWU 3 P P 359 5 6 7 8 9 10 2 11 9 0 5 1 2 3 4 5 2 6 2 7 8 9 9 0 6 10...
Page 360: ...3LRQHHULQJ IRU RX 2 6 1RUWNLUFKHQVWUD H RUWPXQG HUPDQ 7 ZLOR ZLOR FRP ZZZ ZLOR FRP...