YATO YT-81355, Руководство пользователя, Страница: 158 / 218

158
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
- voer geen reparaties uit aan het apparaat terwijl het is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Gevaren door onjuist gebruik van de lasmachine
Gebruik het lasapparaat niet in de buurt van brandbare materialen. Voordat u met het werk begint, moet u de werkplek voorberei-
den door alle brandbare materialen uit het getro ff en gebied te verwijderen.
Las geen containers en tanks die gassen of ontvlambare en/of giftige sto ff en bevatten of bevat hebben. Controleer of alle gassen
uit het werkgebied zijn verwijderd - gevaar: brand, explosie, dampen, vergiftiging.
Het is verboden om te lassen in de regen of tijdens sneeuwval, het lasapparaat is niet beschermd tegen water. Koppel de ap-
paratuur los van het apparaat en haal de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact en verplaats het apparaat naar een
watervrije ruimte (gevaar: elektrische schok, schade aan het apparaat).
Werk niet in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid. (gevaar: zoals hierboven).
Werk niet in ruimten met onvoldoende ventilatie. Het lasapparaat is uitgerust met een ventilator, maar deze moet wel de juiste
werkomstandigheden hebben. Zorg ervoor dat het apparaat goed geventileerd wordt en dat de warmte die door het lasapparaat
gegenereerd wordt, afgevoerd wordt (gevaar: vernietiging van het apparaat).
Verwijder gassen en dampen die tijdens het lassen vrijkomen en voorkom dat u ze inademt. Gebruik speciale maskers voor
ademhalingsbescherming. Zorg voor goede ventilatie (gevaar: vergiftiging, vernietiging van het apparaat).
Kijk niet naar het licht van de vlamboog (gevaar: ernstig oogletsel, zie waarschuwingen in het volgende hoofdstuk).
Raak geen hete onderdelen aan (gevaar: ernstige brandwonden, zie waarschuwingen in het volgende gedeelte).
Ontdoe het gelaste deel van roest, vet of verf. Dit beperkt de vorming van schadelijke dampen tot een minimum.
Sluit de aardingskabel stevig aan op het te lassen onderdeel. De plaats van de verbinding moet worden ontdaan van vuil, verf
en vet.
Wikkel de las- en aardingskabel niet om uw lichaam. Richt de lastoorts niet op mensen.
Zorg ervoor dat het lasapparaat rechtop op een vlak en stabiel oppervlak staat. Het is verboden om het lasapparaat op een andere
manier te plaatsen tijdens het gebruik. Het lasapparaat heeft een handgreep en riem voor eenvoudig transport. Het is verboden
om het lasapparaat tijdens het lassen bij het handvat vast te houden of aan de riem op te hangen.
Gebruik het lasapparaat niet als ontdooi-apparaat voor leidingen.
Preventie van brandwonden en oogletsel
Tijdens het lasproces wordt metaal gesmolten. Onoplettendheid van de lasser kan ernstige brandwonden veroorzaken. Draag
altijd geschikte kleding en veiligheidsuitrusting. De lasboog is zeer gevaarlijk voor de ogen omdat deze zeer intense infrarode en
ultraviolette straling genereert.
Staren naar de vlamboog die tijdens het lassen ontstaat, beschadigt het gezichtsvermogen ernstig. Verwijder daarom alle omstan-
ders uit het werkgebied van de lasser. Werk met de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals:
- lashandschoenen, volgelaatsmaskers voorzien van een vizier met een fi lter van de juiste sterkte (vloeibare kristallen, glaslas fi lter
van de juiste beschermingsgraad voor het werk), laarzen met antislipzolen, beschermende kleding, beschermend schort.
Met name wordt aanbevolen:
Houd de te lassen onderdelen niet vast, raak het gelaste gebied niet aan, las niet met contactlenzen in, de hitte die vrijkomt tijdens
het lassen kan het lensmateriaal doen smelten en het oog beschadigen.
Beperkingen en waarschuwingen bij het werken met een lasmachine
Het apparaat mag niet worden gebruikt door:
- personen met een geïmplanteerde pacemaker, elektrisch aangedreven prothesen zoals kunstledematen, gehoorapparaten, enz.
- contactlensdragers (vervang contactlenzen door een bril voordat u aan het werk gaat).
- omstanders met de eerder genoemde apparatuur moeten een veilige afstand bewaren tot de laszone.
APPARAATBEDIENING
Voorbereiding op het werk
Controleer voordat u met het werk begint of het lasapparaat niet beschadigd is. Controleer de toestand van de stroom- en laska-
bels op beschadigingen. Het is verboden om te werken met een beschadigd lasapparaat en/of beschadigde kabels.
Controleer de staat van de laskabelconnectors en de reinheid en staat van de aardingsklem.
Let op! Beschadigde kabels moeten worden vervangen door nieuwe. Reparatie van kabels is verboden. Neem contact op met het
servicecentrum van de fabrikant om de voedingskabel te vervangen.
Lasstroomvoorziening
Let op! Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u ervoor zorgen dat de schakelaar van het lasapparaat in de uit -
O-stand staat en dat de aansluitcontacten van de laskabels niet kortgesloten zijn.
Het lasapparaat kan worden gevoed door het elektriciteitsnet met de nominale spanning en frequentie die in de tabel met techni-
sche gegevens en op het typeplaatje van het apparaat worden vermeld.