168
31
5-2.
Aansluiten van leidingen tussen binnen- en
buitenunits
(1)
De verbindingsleiding voorbereiden (alleen 10 HP).
●
De hoofdgasleiding heeft een diameter van ø22,22, maar
de verbinding met de onderhoudsaansluiting van de
buitenunit heeft een diameter van ø19,05. Dus moet een
trompaansluiting worden gebruikt.
Gebruik daarom zeker de meegeleverde verbindingsleiding
B en verbindingsleiding
A
om de verbindingen (solderen) te
maken.
●
Leg de verbindingsleiding in de richting waar de leiding uit
komt en raadpleeg de referenties 1 tot 4 van “V
oorbeelden
van verbindingen” om op de juiste lengte af te knippen en
daarna te solderen.
●
Gebruik voor de verbinding met de onderhoudsaansluiting
van de buitenunit de meegeleverde verbindingsleiding B.
Zorg daarbij voor een aansluiting met ø19,05 op de
verbindingsleiding B (verbinding met de
onderhoudsaansluiting).
●
Knip de meegeleverde verbindingsleiding
A
op de vereiste
lengte volgens de verbindingsvoorbeelden 1 tot 4.
●
Soldeer de meegeleverde verbindingsleiding
A
aan de
meegeleverde verbindingsleiding B in de juiste richting.
●
Soldeer de leidingen buiten de unit om de bedrading en
onderdelen in de unit niet te beschadigen. (Merk op dat
elk van de verbindingsleidingen in 1 tot 3 in een specifieke
richting moeten worden geïnstalleerd. Zorg er dus voor
dat ze volgens het voorbeeld in de afbeeldingen worden
gesoldeerd.)
●
Maak een getrompte aansluiting tussen de meegeleverde
verbindingsleidingen
A
en B met de onderhoudsaansluiting
van het gas op de buitenunit.
V
o
orbeelden van verbindingen
1. Uitgang voor
T
rompproces
Uitsnijding
320 mm
V
erbindingsleiding B
V
ooraanzicht
A
anzicht rechts
Ve
rbindingsleiding A
2. Uitgang rechts
T
rompproces
Uitsnijding
320 mm
V
erbindingsleiding B
A
anzicht rechts
V
erbindingsleiding A
3. Uitgang achter
T
rompproces
Uitsnijding
60 mm
Aanzicht rechts
V
erbindingsleiding A
V
erbindingsleiding B
4. Uitgang onder
Uitsnijding
320 mm
190 mm
Aanzicht rechts
V
erbindingsleiding A
V
erbindingsleiding B
T
rompproces
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 31
2016/06/14 19:04:16
32
●
De gasleiding met diameter ø25,4 gaat moeilijk door de
opening voor koelleidingen in het deksel. V
erbind dus de
leiding met diameter ø22,22 met de leiding met diameter
ø19,05 buiten de buitenunit.
(2)
Zet de binnenkoelleiding die uit de muur steekt goed vast
aan de buitenleiding.
(3) Gebruik bij het aandraaien van de afsluitende moeren en
wartels de aangegeven aandraaikracht.
●
Gebruik een torsiesleutel en een steeksleutel bij het
verwijderen van de moeren en wartels van de verbindingen,
of wanneer u ze na het verbinden van de leidingen weer
vastzet.
To
rsiesleutel
Sleutel
Binnenunit
Buitenunit
Als de afsluitende moeren en wartels te vast worden
gedraaid, kan de tromp beschadigd raken, wat kan leiden
tot lekkage van koelmiddel en tot letsel of verstikking van
aanwezigen in de ruimte in kwestie.
●
Gebruik voor het verwijderen of vastzetten van de
afsluitende moer en wartel van de gasleiding 2 verstelbare
steeksleutels: een voor de afsluitende moer van de
gasleiding en de andere voor onderdeel
A.
A
●
Gebruik voor trompverbindingen de moeren of wartels
die met de unit zijn meegeleverd, of anders moeren of
wartels die geschikt zijn voor gebruik met R410A
(type 2).
De koelleidingen die worden gebruikt moeten de correcte
wanddikte hebben zoals staat aangegeven in de tabel
hieronder
.
Buisdiameter
Aanspanmoment,
ongeveer
Buisdikte
ø6,35 (1/4")
14 – 18 N · m
{140 – 180
kg
f · cm}
0,8 mm
ø9,52 (3/8")
34 – 42 N · m
{340 – 420
kg
f · cm}
0,8 mm
ø12,7 (1/2")
49 – 61 N · m
{490 – 610
kg
f · cm}
0,8 mm
ø15,88 (5/8")
68 – 82 N · m
{680 – 820
kg
f · cm}
1,0 mm
ø19,05 (3/4")
100 – 120 N · m
{1.000 – 1.200
kg
f · cm}
1,2 mm
Omdat de druk ongeveer 1,6 keer hoger is dan bij gebruik
van conventionele koelmiddelen, kan gebruik van gewone
moeren of wartels (type 1) of buizen met dunnere wanden
leiden tot barsten en daardoor tot letsel of zelfs verstikking
door lekkage van koelmiddel.
●
Om beschadiging van de tromp door het te vast aandraaien
van de moeren of wartels te voorkomen, kunt u de tabel als
richtlijn bij het aandraaien gebruiken.
●
Bij het aandraaien van de moer of wartel van de
vloeistofleiding dient u een verstelbare steeksleutel te
gebruiken met een handgreep van nominaal 200 mm lang.
●
Gebruik geen steeksleutel om de klepsteeldoppen vast te
draaien. U zou de kleppen kunnen beschadigen.
●
Afhankelijk van de installatievoorwaarden kan te veel torsie
de moeren of wartels beschadigen.
V
o
orzorgsmaatregelen voor de werking van de afsluitklep
●
Als de klepsteeldop lange tijd van de afsluitklep wordt
verwijderd, zal koelmiddel uit de klep lekken. V
erwijder de
klepsteeldop dus niet voor lange tijd.
Afsluitklep
Klepsteeldop
Onderhoudspoort
Klepsteeldop
Onderhoudspoort
Zeskantige moer
To
rsiesleutel
Steeksleutel (vast)
Gaszijde
Gebruik de steeksleutel niet op deze plaats.
●
Draai de klepsteeldop stevig vast met een torsiesleutel.
●
Aanspanmoment
klepsteeldop:
Onderhoudspoort
ø9,52 (vloeistof)
8 – 10 N · m
{80 – 100
kg
f · cm}
ø19,05 (gas)
6,9 – 1
1,8 N · m
{69 – 1
18
kg
f · cm}
Klepsteeldop
ø9,52 (vloeistof)
19 – 21 N · m
{190 – 210
kg
f · cm}
ø19,05 (gas)
13 – 14 N · m
{130 – 140
kg
f · cm}
Afsluitende moer/
wartel
ø9,52 (vloeistof)
34 – 42 N · m
{340 – 420
kg
f · cm}
ø19,05 (gas)
100 – 120 N · m
{1.000 – 1.200
kg
f · cm}
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 32
2016/06/14 19:04:17
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 168
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 168
2016/06/16 11:39:05
2016/06/16 11:39:05