175
NEDERLANDS
45
V
o
orbeeld: Basisbedradingsschema (2)
1-1
1-2
1-13
1-3
2-1
2-2
2
-9
ON
(SW2)
(SW1)
OFF
ON
(SW4)
(SW3)
OFF
1
2
1
ON
3
2
1
ON
ON
(SW2)
(SW1)
OFF
ON
(SW4)
(SW3)
OFF
2
1
ON
2
2
1
ON
9
Instellen van afsluitweerstand (CN-TERMINAL)
Koelcircuit nr
. 1
Unit nr
. 1 (hoofdunit)
: kortsluiten (af fabriek)
Koelcircuit nr
. 2 tot Z-1
Unit nr
. 1 (hoofdunit)
: open circuit
Koelcircuit nr
. Z
Unit nr
. 1 (hoofdunit)
: kortsluiten (af fabriek)
Unit nr
. 2 (subunit)
: kortsluiten (af fabriek)
•
Indien koppelbedrading
koelsysteem nr
. 1
koelsysteem nr
. 2
koelsysteem nr
. Z
*
Zie paragraaf “OPGELET!”.
Instelling unit 1 (hoofdbuitenunit)
Systeemadres
(Instelling systeem 1)
Aantal binnenunits (Instelling 13 units)
Unit 1
(hoofdunit)
Sluit de afsluitweerstand op de SHOR
T-zijde aan.
(CN-TERMINAL)
Afstandsbediening communicatiebedrading
Buitenunit
systeem 1
Bedieningsbedrading
tussen de units
Bedieningsbedrading
tussen de units
(2W
A
Y
VRF)
Afstandsbediening
Binnenunit
Bedieningsbedrading tussen de units
Centrale bediening
Instelling unit 1 (hoofdbuitenunit)
Systeemadres
(Instelling systeem 2)
Aantal binnenunits (Instelling 9 units)
Unit 2
(subunit)
Unit 1
(hoofdunit)
Unit 1
(hoofdunit)
Sluit de afsluitweerstand op de OPEN-zijde aan. (CN-TERMINAL)
Sluit de afsluitweerstand op de SHOR
T-zijde aan.
(CN-TERMINAL)
Buitenunit
systeem 2
Buitenunit
systeem Z
Bedieningsbedrading tussen de
buitenunits
tot koelsysteem Z van binnenunit
Bedieningsbedrading tussen de units
Bedieningsbedrading tussen
de units
Afstandsbediening communicatiebedrading
Afstandsbediening
Binnenunit
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 45
2016/06/14 19:04:24
46
●
Laatste controle voor gebruik
De laatste controle moet uitgevoerd worden met de bedieningsbedrading tussen de buitenunits verbonden met het centrale controlesysteem en de weerstand tussen de geleiders moet met een Megger worden gemeten. Controleer of de waarde tussen 30
ȍ
en 120
ȍ
ligt.
Als de weerstandswaarde buiten het bereik ligt, controleer dan opnieuw de aanpassing van
de afsluitweerstand.
Als deze buiten het bereik ligt, wordt het probleem door de bedrading
veroorzaakt.
• Is de bedrading correct verbonden?
• Is er schade of slijtage aan het omhulsel?
•
Meet tussen geleiders en ook tussen bedrading en aarding met een 500 V Megger
isolatieweerstandstester
.
De Megger moet meer dan 100 M
ȍ
aangeven.
Als u meet, verwijder dan beide uiteinden van de bedrading van het aansluitingenbord.
Als u deze niet verwijdert, wordt het beschadigd.
Als het minder is dan 100 M
ȍ
moeten nieuwe bedradingsaansluitingen worden gemaakt.
T
ussen geleiders
T
ussen bedrading en aarding
Draad
Draad
Draad
Draad
Aarding
Aarding
●
Maak instellingen volgens de gevallen die hieronder worden beschreven.
•
Als het mogelijk is om de binnen-/buitenunits voor elk koelsysteem in te schakelen (ON)
Geval 2
•
Als het niet mogelijk is om de binnen-/buitenunits voor elk koelsysteem in te schakelen (ON)
Automatische adresinstelling in de verwarmingsstand
Geval 3.a
Automatische adresinstelling in de koelstand
Geval 3.b
Geval 2
Mogelijk om de binnen-/buitenunits voor elk koelsysteem in te schakelen (ON)
Adresinstelling van de binnenunit is mogelijk zonder de compressor te starten.
Automatische adresinstelling van buitenunit controleren
1.
Stel de draaischakelaar voor de adresinstelling (SW2) op het printbord voor de bediening van de hoofdbuitenunit in op “1” en
de
DIP-schakelaar (SW1) op “0” (af fabriek).
2
1
ON
ON
OFF
2.
V
oor de binnenunits die met de buitenunit zijn verbonden, stelt u de DIP-schakelaar (SW3) voor het aantal binnenunits op
het printbord voor de bediening van de hoofdbuitenunit dat verbonden is met de buitenunit in op “1”
2
1
ON
ON
OFF
en stel de
draaischakelaar (SW4) in op “3”.
Er zijn in totaal 13 units geïnstalleerd.
3.
Schakel de stroom voor alle binnen- en buitenunits van 1 koelsysteem in (ON).
4.
Sluit de automatische adrespen (A.ADD-pen) op de hoofdbuitenunit voor meer dan 1 seconde kort en open het circuit.
De communicatie voor de automatische adresinstelling zal nu beginnen.
*
Om te stoppen, sluit u de automatische adrespen (A.ADD-pen) nogmaals voor meer dan 1 seconde kort en u opent
daarna het circuit.
LED's 1 en 2 die aangeven dat de automatische adresinstelling bezig is, gaan uit en de procedure wordt gestopt.
V
o
er de automatische adresinstelling opnieuw uit.
De automatische adresinstelling is voltooid wanneer de compressor stopt en LED's 1 en 2 op het printbord voor de bediening van
de
buitenunit uit gaan.
5.
Schakel de binnen- en buitenunits voor een ander koelsysteem in (ON) en herhaal de hierboven beschreven stappen 1 tot 3. Ste
l
automatische adresinstelling voor elk apart koelsysteem in.
6.
Nu kan de afstandsbediening worden gebruikt.
*
Als de automatische adresinstelling met de afstandsbediening wordt ingesteld, controleert u de automatische adresinstelling met
de afstandsbediening na stap 3.
●
Raadpleeg paragraaf “Automatische adresinstelling met de afstandsbediening”.
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 46
2016/06/14 19:04:24
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 175
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 175
2016/06/16 11:39:09
2016/06/16 11:39:09