157
NEDERLANDS
9
1.
ALGEMEEN
Deze handleiding geeft een korte omschrijving over waar en hoe het airconditionersysteem moet worden geïnstalleerd. Lees alle
instructies voor de buitenunit goed door en controleer voor u begint of alle opgelijste toebehoren en accessoires zich inderdaa
d bij het
systeem bevinden.
Raadpleeg de
Te
chnische gegevens voor een vernieuwde installatie.
1-1.
V
oor de installatie vereist gereedschap (niet
meegeleverd)
1. Gewone
schroevendraaier
2. Kruiskopschroevendraaier
3.
Mes of draadstripper
4. Rolbandmaat
5. W
aterpas
6.
Decoupeerzaag of gatenzaag
7. IJzerzaag
8. Boorkronen
9. Hamer
10. Boor
11
. Buissnijder
12. Pijpopruimer
13. T
orsiesleutel
14. V
erstelbare
steeksleutel
15.
Braammes (voor verwijderen bramen)
16.
Inbussleutels (4 mm en 5 mm)
17. T
ang
18. Kniptang
1-2.
Accessoires meegeleverd met de buitenunit
Ta
bel 1: Buitenunit
Naam onderdeel
Afbeelding
Hoev
.
8 HP
10 HP
V
erbindingsleiding A
(Zie pagina 31.)
01
V
erbindingsleiding B
(Zie pagina 31.)
01
Beschermings-
klemring
(Zie pagina 23.)
22
Bedienings-
instructies
11
Installatie-
instructies
11
1-3.
Ty
pe koperbuis en isolatiemateriaal
Als u deze materialen van een plaatselijke leverancier wilt
kopen, dan hebt u het volgende nodig:
1.
Gedesoxideerde, uitgegloeide koperbuis voor
koelleidingen.
2.
Polyethyleenschuimisolatie voor koperen buizen zoals
vereist voor de lengte van de leidingen in kwestie. Zie
paragraaf “5-3. Isoleren van de koelleidingen” voor meer
informatie.
3.
Gebruik geïsoleerde koperdraden voor de bedrading ter
plaatse. De maat van de te gebruiken bedrading hangt af
van de totale bedradingslengte.
Zie paragraaf
“4
. ELEKTRISCHE
BEDRADING
”
voor
meer informatie.
LET OP
Raadpleeg de plaatselijke voorschriften
voor elektrische installaties voor u
bedrading koopt. Ga ook na of er
specifieke instructies of beperkingen
zijn.
1-4.
Aanvullende materialen die nodig zijn voor de
installatie
1.
Koeltechnische tape (versterkt)
2.
Geïsoleerde krammen of klemmen voor de bedrading
(Raadpleeg uw plaatselijke regelgeving.)
3. Stopverf
4.
Smering voor koeltechnisch leidingwerk
5.
Klemmen of steunen om koelleidingen vast te zetten
6. W
eegschaal
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 9
2016/06/14 19:03:58
10
1-5. Leidinglengte
Kies de installatieplek zo dat de lengte en de maat van de koelleidingen binnen het toelaatbare bereik vallen zoals aangegeven
in de
onderstaande afbeelding.
1.
Lengte hoofdleiding (maximum leidingmaat) LM = LA
+ LB …
2.
Hoofdverdeelleidingen LC - LH worden gekozen volgens de capaciteit na het verdeelpunt.
3.
Maten van de verbindingsleidingen van de binnenunit
1 –
15 worden bepaald door de maten van de verbindingsleidingen
op de binnenunit.
* U moet de speciale R410A-verdeelstukken (CZ: optionele onderdelen) gebruiken voor aftakkingen.
Ta
bel 2: Bereiken van toepassing op de lengte van koelleidingen en verschillen in installatiehoogte
Eenheid: m
Item
Merkteken
Inhoud
Lengte
Toegelaten
leidinglengte
L1
Max. leidinglengte
W
erkelijke lengte
150*
1
Overeenkomstige lengte
175*
1
¨
L (L2 – L4)
V
erschil tussen max. lengte en min. lengte vanaf het 1e verdeelstuk
50*
3
LM
Max. lengte van hoofdleiding (op max. maat)
*
Zelfs na het 1e verdeelstuk is LM toegelaten, indien op maximale leidinglengte.
-
*
2
1,
2~
15
Max. lengte van elke verdeelleiding
50*
4
L1 +
1 +
2~
14
+ LF + LG + LH
To
tale max. leidinglengte inclusief lengte van elke verdeelleiding
(alleen vloeisto
À
eidingen)
300
Toegelaten
hoogteverschil
H1
Buitenunit hoger dan binnenunit
50
Buitenunit lager dan binnenunit
40
H2
Max. verschil tussen binnenunits
15
Toegelaten lengte van
verbindingsleidingen
L3
T-verbindingsleidingen (ter plaatse aan te schaf
fen); max.
leidinglengte tussen eerste
T-stuk en stevig gelast sluitstuk
2
L = Lengte H = Hoogte
OPMERKIN
G
0:
Als de totale waarde van de verbonden binnenunit hoger is dan 1,200, vergroot dan de maat van de hoofleiding (LM) met 1 graa
d
voor vloeistofleidingen. (T
abel 2-3)
De totale waarde voor binnenunits berekenen:
Selecteer de waarde in
Tabel 2-2 volgens het type en capaciteit van verbonden binnenunits.
Bereken daarna de totale waarde van de verbonden binnenunits.
*1:
Als de langste leidinglengte (L1) langer is dan 90 m (overeenkomstige lengte), vergroot dan de maten van de hoofdleidingen
(LM)
met 1 graad voor gas- en vloeistofleidingen. Gebruik een ter plaatse aan te schaf
fen verloopstuk. Kies de leidingmaat uit de ta
bel
voor maten voor hoofdleidingen (T
abel 3) en uit de tabel voor maten voor koelleidingen (T
abel 7).
*2:
Als de langste hoofdleidinglengte (LM) langer is dan 50 m, vergroot dan de maat van de hoofdleiding voor het deel voor 50 m
met
1 graad voor de gasleidingen. Gebruik een ter plaatse aan te schaf
fen verloopstuk. Bepaal de lengte die korter is dan de beperk
ing
van toegelaten maximale leidinglengte.
V
oor het deel dat langer is dan 50 m, kiest u de maat gebaseerd op de hoofdleidingmaat (LA) in
Ta
bel 3.
*3:
Als de leiding langer is dan 40 m, verhoog dan de vloeistof- of gasleiding met 1 graad.
Raadpleeg de
Te
chnische gegevens voor meer informatie.
*4:
Als een van de leidingen langer is dan 30 m, verhoog dan de vloeistof- en gasleidingen met 1 graad.
5:
Als de maat van de bestaande leidingen al groter is dan de standaardleidingmaat is het niet nodig om de maat nog te vergrote
n.
*
Als de totale hoeveelheid koelmiddel voor het systeem meer is dan 24
kg
, wijzig dan de maat van de leidingen om de hoeveelheid
koelmiddel te verminderen.
Uitleg van de symbolen
R410A-verdeelstuk
CZ-P160BK2
CZ-P680BK2
LA
LF
LM
LB
LC
L2
L4
LG
3L
LD
LH
H2
H1
L1
2
3
1
5
4
13
14
15
1e verdeelstuk
Max. 40 cm
Vo
or
verlenging
V
oor
verlenging
Max. 40 cm
V
erdeelstuk
(CZ: optionele onderdelen)
Balklep (ter plaatse aan te schaf
fen)
T-stuk (ter plaatse aan te schaf
fen)
Stevig gelast sluitstuk
(afgeklemd)
OPMERKIN
G
00̲280220̲2WAY̲Ned.indb 10
2016/06/14 19:03:59
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 157
00̲280434̲Mini̲VRF̲Mentsuke.indb 157
2016/06/16 11:38:57
2016/06/16 11:38:57