194
64.1168.0790 I 002
64.1168.0790 I 002
195
NL
Gebruikershandleiding
NL
Gebruikershandleiding
Voorbeeld
/ Braden (20 min) - Bodem van de pan
/ Aardappels (8 min) - geperforeerd inzetstuk
/ Groenten (8 min) - niet-geperforeerd inzetstuk
2.
Het gebraad vervolgens 12 min. garen.
3.
De pan volgens
Hoofdstuk 5.1
openen.
4.
Aardappelen in een geperforeerd inzetstuk op een
tussenstuk boven het gebraad plaatsen, groenten in
een niet-geperforeerd inzetstuk daarboven plaatsen.
5.
Pan volgens
Hoofdstuk 5.3
sluiten en wederom 8
min. garen.
TIP
- Als de garingstijden niet wezenlijk verschillen, kunnen
alle inzetstukken tegelijkertijd in de pan worden geplaatst.
7.2 Braden
Voor het garen kunnen de levensmiddelen (bijv. uien,
stukken vlees, etc.) in de snelkookpan, zoals in een
standaard pan worden aangezet.
1.
Deksel
6
volgens
Hoofdstuk 5.1
afnemen en de
levensmiddelen aanbraden.
2.
Voor het doorgaren...
a)
het kookvocht verwijderen,
b)
de noodzakelijke hoeveelheid vloeistof (minimaal 1/4
l) toevoegen,
c)
Evt. andere levensmiddelen – met of zonder
inzetstukken - toevoegen.
3.
Deksel volgens
Hoofdstuk 5.3
plaatsen en sluiten.
4.
Garingsniveau volgens
Hoofdstuk 6.5
op draaiknop
C
instellen.
7.3 Diepvriesproducten gebruiken
1.
Minimale hoeveelheid vloeistof toevoegen
(1/4l water)
2.
Diepvriesproduct bevroren in de pan plaatsen
3.
Vlees voor het aanbraden ontdooien
4.
Groenten direct uit de verpakking in een niet-
geperforeerd inzetstuk plaatsen
▶
De garingstijden worden verlengd.
7.4 Graanproducten of peulvruchten bereiden
Bij de bereiding in de snelkookpan mogen
graanproducten en peulvruchten niet worden
ingeweekt.
▶
De garingstijden worden met ca. de helft van
de tijd verlengd.
▶
Let erop dat de pan slechts tot de helft gevuld
mag worden.
1.
1/4 l minimale hoeveelheid vloeistof in de pan
gieten en daarnaast per 1 deel graanproduct /
peulvruchten min. 2 delen vloeistof toevoegen.
2.
Kort voor het einde van de garingstijd de
energietoevoer beëindigen en de resterende
warmte van het fornuis voor naverwarmen
gebruiken.
7.5 Steriliseren
1.
Babyflessen, inmaakpotten, etc. kunnen
gesteriliseerd worden. Daartoe de delen met
de opening naar onderen in een geperforeerd
inzetstuk plaatsen.
2.
1/4 l water toevoegen.
3.
20 min. op garingsniveau 2 steriliseren.
4.
Langzaam laten afkoelen (afstoom-methode 1).
7.6 Inkoken
1.
Levensmiddelen zoals normaal voorbereiden en
in inmaakpotten vullen.
2.
1/4 l water in de pan vullen.
3.
Inmaakpotten in een geperforeerd inzetstuk
plaatsen.
4.
Inmaakpotten met 1 l inhoud in een
snelkookpan van 6,5 l resp. 8,5 l inkoken,
kleinere inmaakpotten in een snelkookpan van
4,5 l inkoken.
5.
Groenten /vlees op garingsstand 2 ca. 20 min.,
steenvruchten op garingsstand 1 ca. 5 min. en
pitvruchten ca. min. garen.
6.
Voor het afstomen de pan langzaam laten
afkoelen (afstoom-methode 1), omdat bij
de andere methoden anders het sap uit de
inmaakpotten wordt gedrukt.
7.7 Ontsappen
In de snelkookpan kunnen kleine hoeveelheden
fruit verwerkt worden tot sap.
1.
1/4 l water in de pan gieten.
2.
Vruchten in het geperforeerd inzetstuk plaatsen,
op een niet-geperforeerd inzetstuk plaatsen en
indien nodig suiker toevoegen.
3.
Op garingsstand 1 - afhankelijk van het soort
fruit tussen 10-20 minuten garen.
4.
Pan onder stromend water drukloos maken
(afstoom-methode 4) en voor het openen
schudden.
8. Snelkookpan reinigen, wachten en
bewaren
8.1 Reinigen
Voor de reiniging heet water en algemeen
verkrijgbaar spoelmiddel gebruiken.
▶
Geen zandhoudende, schurende
reinigingsmiddelen, staalwol of de harde zijden
van sponzen gebruiken.
1.
Dekselgreep
B
volgens
Hoofdstuk 5.1
afnemen
en alleen onder stromend water reinigen
(zie
afbeeldingsserie G)
.
2.
Afdichtingsring
L
uit het deksel
6
nemen en
met de hand spoelen.
3.
Licht aangekoekte voedselresten inweken, sterk
aangekoekte voedselresten in de snelkookpan
met wat water uitkoken.
4.
Ventiel bij vervuiling resp. verstopping met een
vochtig wattenstaafje reinigen.
▶
Geen scherpe of puntige voorwerpen
gebruiken.
5.
De pan, de inzetstukken en de tussenstukken
kunnen in de afwasmachine worden gereinigd.
▶
Dit kan echter leiden tot kleurwijzigingen van
de oppervlakken. De functie wordt daardoor
niet beïnvloed.
▶
Wij raden echter reiniging met de hand aan.
6.
Bij kalkafzettingen de snelkookpan met
azijnwater uitkoken.
7.
Kookgerei na de reiniging goed afdrogen.
8.2 Bewaren
De gereinigde, droge snelkookpan in een schone,
droge en beschermde omgeving bewaren.
1.
Deksel
6
volgens
Hoofdstuk 5.1
verwijderen.
2.
Afdichtingsring
L
uit de rand van de pan trekken en
apart bewaren om slijtage van de ring tegen te gaan.
3.
Dekselgreep
B
volgens
Hoofdstuk 5.1
verwijderen
en in de pan
1
resp. deksel
6
leggen.
4.
Deksel
6
omgekeerd op de pan
1
leggen.
8.3 Onderhoud / Slijtagedelen vervangen
/ Zij- en steelgreep alleen door de WMF-vakhandel/
service laten vervangen.
/ Veiligheidsventiel alleen door de WMF-vakhandel/
service laten vervangen, uiterlijk na 10 jaar.
/ Slijtagedelen regelmatig controleren en evt. door
originele reserveonderdelen vervangen.
/ Afdichtingsring en dubbele afdichting bij
beschadigingen, verharding, verkleuring
of incorrecte positie direct door originele
reserveonderdeel vervangen.
8.3.1 Afdichtingsring vervangen
1.
Deksel
6
volgens
Hoofdstuk 5.1
verwijderen.
2.
Deksel
6
omdraaien.
3.
Defecte afdichtingsring
L
uit de rand van de
pan trekken en verwijderen.
4.
Nieuwe originele afdichtingsring
L
in de rand
van de pan plaatsen en voorzichtig onder de
rand drukken.
▶
De afdichtingsring
L
moet volledig onder de
gebogen rand van de pan liggen.
8.3.2 Dubbele afdichting vervangen
1.
Evt. deksel
6
volgens
Hoofdstuk 5.1
van de pan
verwijderen.
2.
Deksel uit elkaar halen
(zie afbeeldingsserie G)
,
daartoe deksel
6
omdraaien.
3.
Deksel
6
vasthouden en de greepontgrendeling
E
in de richting van het uiteinde van de greep
drukken.