184
64.1168.0790 I 002
64.1168.0790 I 002
185
NL
Gebruikershandleiding
NL
Gebruikershandleiding
⇨
Bij beschadigde, vervormde, verkleurde of
gebroken delen mag de snelkookpan niet
worden gebruikt en moet u contact opnemen
met de WMF-dealer / -servicedienst.
⇨
Vervuilingen / verstoppingen oplossen.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
ONVOLDOENDE REINIGING
Voor elk gebruik moeten het veiligheidsventiel/
de veiligheidsinrichtingen en de drukaanduiding
gecontroleerd worden op vervuiling / verstopping,
omdat er anders ongecontroleerd stoom kan
uittreden. Dit kan leiden tot verbrandingen.
⇨
Veiligheidsinrichtingen en drukaanduiding
G
controleren en evt. reinigen.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
INCORRECT SAMENGESTELD DEKSEL
Het deksel mag niet incorrect worden
samengesteld. Het samenstellen mag alleen op de
beschreven wijze gebeuren.
⇨
Aanwijzingen nauwkeurig in acht nemen.
⇨
Correcte positie controleren.
2.4 Tijdens het gebruik
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR HE
T
E
STOOM
Als er in de snelkookpan geen druk wordt
opgebouwd, maar er wel stoom uittreedt, bestaat er
verbrandingsgevaar aan de handen en het gezicht
door hete oppervlakken en uittredend stoom.
⇨
Fornuis direct uitschakelen, pan laten afkoelen
en controleren.
WAARSCHUWING
GEVAAR OP LETSEL DOOR HOGE
DRUK
In de pan ontstaat tijdens het koken een
verhoogde druk. Als deze druk wordt ontlast,
kunnen er ernstige verbrandingen en ernstig
letsel ontstaan.
⇨
Altijd controleren of de snelkookpan correct
is afgesloten.
⇨
Snelkookpan nooit met geweld openen.
Alleen als de snelkookpan volledig drukloos
is, kan deze eenvoudig worden geopend.
⇨
Snelkookpan voorzichtig bewegen als deze
onder druk staat.
⇨
Snelkookpan tijdens het gebruik
nooit
zonder toezicht achterlaten.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
UITTREDEND STOOM
Tijdens het koken treedt er via het deksel
6
af
en toe hete stoom uit.
⇨
Nooit in de stoom grijpen.
⇨
Handen, hoofd en lichaam altijd buiten het
gevarenbereik - boven het deksel
6
en de
zijdelingse veiligheidsgleuf
A
aan de rand
van het deksel - houden.
⇨
Snelkookpan tijdens het gebruik nooit
zonder toezicht achterlaten.
⇨
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR BIJ SNEL
AFSTOMEN
Bij het snel afstomen via de draaiknop
C
of onder stromend water bestaat er
verbrandingsgevaar door hete stoom of
gekookte ingrediënten.
⇨
Snelkookpan
schudden voor het openen.
⇨
Het is verboden om de snelkookpan in koud
water onder te dompelen.
⇨
Handen, hoofd en lichaam altijd buiten het
gevarenbereik - boven het deksel
6
en de
zijdelingse veiligheidsgleuf
A
aan de rand
van het deksel - houden.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
DE VORMING VAN BELLEN
(KOOKVERTRAGING)
Bij het openen van de snelkookpan kunnen
hete ingrediënten bellen vormen en deze
kunnen onverwachts uit de pan spatten.
Bij vlees met huid kan er bij het insteken
(doorprikken) hete vloeistof uitspatten. Dit kan
leiden tot verbrandingen resp. brandwonden.
⇨
Snelkookpan altijd schudden voor het
openen.
⇨
Heet vlees, dat met de huid is gekookt (bijv.
ossentong) niet direct doorprikken, maar
eerst af laten koelen.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR
UITTREDENDE VOEDINGSMIDDELEN
Bij een te volle snelkookpan kunnen hete
voedingsmiddelen door het veiligheidsventiel
7
, de drukregelinrichting
F
of de zijdelingse
veiligheidsgleuf
A
uittreden en tot
verbrandingen leiden.
⇨
Snelkookpan nooit overmatig vullen.
⇨
Snelkookpan maximaal tot
2/3
van zijn
nominale inhoud vullen.
⇨
Snelkookpan hoogstens tot
1/2
van
zijn nominale inhoud vullen, indien
opzwellende, dik-vloeibare of
zeer
schuimende voedingsmiddelen, zoals
bijv. soepen, peulvruchten, stoofschotels,
bouillon, orgaanvlees of deegwaren worden
gegaard.
⇨
Voedingsmiddelen eerst in een open pan
aanzetten, omroeren en evt. het schuim
afschuimen.
VOORZICHTIG
VERBRANDINGSGEVAAR AAN HE
T
E
PAN/DEKSEL
Tijdens het koken wordt de snelkookpan zeer heet.
Bij gasfornuizen kunnen de grepen ook zeer heet
worden vanwege het open vuur. Bij aanraking
bestaat er verbrandingsgevaar.
⇨
Raak nooit de hete buitenste vlakken van de
snelkookpan aan.
⇨
Pan
1
/ deksel
6
alleen aan de kunststof
grepen vastpakken.
⇨
Handschoenen resp. handbescherming (bijv.
pannenlappen) gebruiken.
⇨
Hete inzetstukken en tussenstukken alleen met
hulpmiddelen verwijderen, bijv. pannenlappen.
⇨
Hete snelkookpan alleen op hittebestendige
ondergrond plaatsen.
OPGELET
BESCHADIGING DOOR TE WEINIG OF
ONTBREKENDE VLOEISTOF
Snelkookpan
nooit zonder vloeistof of zonder
toezicht op het hoogste niveau verwarmen,
omdat er anders gevaar op oververhitting en
beschadigingen bestaat.
⇨
Snelkookpan alleen met voldoende vloeistof
(minimaal ¼ l water, bouillon, saus, etc.)
gebruiken.
⇨
Bij dik-vloeibare voedingsmiddelen altijd op
voldoende vloeistof letten.
⇨
Bij te weinig of geen vloeistof, fornuis direct
uitschakelen en de snelkookpan niet bewegen
totdat deze volledig is afgekoeld.
⇨
Snelkookpan nooit zonder toezicht achterlaten.