NL-19
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
VOORDAT U BEGINT…
Om het werken met de magnetron zo eenvoudig
mogelijk te maken, geven wij u hierna de belangrijkste
aanwijzingen en tips. Start het apparaat pas als er
voedsel in de magnetronruimte staat.
INSTELLEN VAN DE TIJD
De ontdooiings-, verwarmings- en bereidingstijden zijn
in de regel aanzienlijk korter dan bij een traditioneel
fornuis of een traditionele oven. Houd u daarom aan
de in dit kookboek aanbevolen tijden. Stel eerder een
kortere dan een langere tijd in. Test na het bereiden of
het voedsel gaar is. Het is beter kort na te verwarmen
dan het voedsel te lang in de magnetron te laten.
BEGINTEMPERATUUR
De ontdooiings- verwarmings- of bereidingsduur is
afhankelijk van de begintemperatuur van het
levensmiddel. Diepvriesvoedsel of in de koelkast
bewaarde levensmiddelen hebben bijvoorbeeld een
langere tijd nodig dan op kamertemperatuur bewaarde
levensmiddelen.
Voor het verwarmen en bereiden van levensmiddelen
gaan we uit van normale bewaartemperaturen
(koelkasttemperatuur ca. 5°C, kamertemperatuur ca.
20°C). Voor het ontdooien van levensmiddelen gaan
we uit van een diepvriestemperatuur van -18°C.
Maak
popcorn
alleen in speciale, voor de magnetron
geschikte popcornhouders. Houd u strikt aan de
aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik geen normale
papieren houders of glazen serviesgoed.
Kook
eieren
niet in de schaal. In
de schaal wordt druk opgebouwd,
waardoor het ei kan ontploffen. Prik
voordat u de magnetron aanzet in
de eierdooier.
Verwarm geen
frituurolie of -vet
in de magnetron. U kunt de temperatuur
van de olie niet controleren. De olie
kan plotseling uit de houder spatten.
Ve r w a r m
g e e n g e s l o t e n
houders
, zoals glazen potten
en blikjes. Door de ontstane druk
kunnen de houders ontploffen
(uitzondering: inmaken).
ALLE AANGEGEVEN TIJDEN...
in dit kookboek zijn richtwaarden, die kunnen
variëren al naar gelang begintemperatuur, gewicht en
eigenschappen van het voedsel (water- en vetgehalte
enz.).
TIPS EN TRUCS
ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN
Gerechten die in de magnetron zijn bereid, behouden
hun eigen smaak beter dan gerechten die op
traditionele wijze zijn bereid. Gebruik daarom weinig
zout en voeg dit pas toe als het gerecht gaar is. Zout
bindt vloeistof en droogt het oppervlak van het voedsel
uit. Kruiden en specerijen kunnen normaal gebruikt
worden.
GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN
Magnetron: met de magnetron kunt u in korte tijd
gerechten ontdooien, verwarmen en gaar laten
worden.
Combiwerking: met de magnetron/grillcombinatie
kunt u tegelijkertijd voedsel bereiden en een bruin
korstje geven. De voordelen van deze apparaten
worden dus op een handige manier gecombineerd.
Door de warmte van de grill worden de poriën van de
voedselranden snel gedicht en de microgolven zorgen
voor een korte, zuinige bereidingsduur. Het voedsel
blijft van binnen mals en wordt van buiten knapperig.
Grill: uw apparaat is voorzien van een kwartsgrill.
Deze kunt u ook gebruiken zonder de magnetron, als
elke andere traditionele grill. Bovendien beschikt uw
apparaat over een ondergrill, waarmee u gerechten
(bv. pizza’s) ook van onderen een knapperig korstje
kunt geven.
GAARTESTS
U kunt, net als bij traditioneel koken, testen of het
gerecht al gaar is:
●
Voedselthermometer: elk gerecht heeft, wanneer het
warm of gaar is, een bepaalde interne temperatuur.
Met een voedselthermometer kunt u controleren of
het gerecht warm of gaar is.
●
Vork: vis kunt u met een vork testen. Wanneer de
vis niet meer glazig is en gemakkelijk van de graat
loskomt, is deze gaar. Wanneer de vis te lang in de
magnetron heeft gestaan, wordt deze taai en droog.
●
Houten staafjes: taart en brood kunt u testen door er
met een houten staafje in te prikken. Wanneer het
staafje schoon en droog blijft, is het voedsel gaar.
R-68ST-A [03_02 NL] CkBk.indd 19
R-68ST-A [03_02 NL] CkBk.indd 19
8/17/09 1:51:58 PM
8/17/09 1:51:58 PM