115
nl
10. Het totale complicatiepercentage voor larynx-
maskers is laag, maar de gebruiker moet pro-
fessioneel beoordelen of het gebruik van een
larynxmasker geschikt is. De volgende patiënten
lopen een hoger risico op ernstige complicaties,
waaronder aspiratie en onvoldoende beademing:
• Patiënten met obstructie van de bovenste
luchtwegen.
• Niet-nuchtere patiënten (inclusief die
gevallen waarin nuchterheid niet kan
worden bevestigd).
• Patiënten met bovenste gastro-intestinale
problemen (bijv. oesofagectomie, hiatale
hernia, refluxziekte van de maag-darm,
morbide obesitas, zwangerschap > 10 weken).
• Patiënten die hogedrukbeademing
nodig hebben.
• Patiënten met een faryngeale/laryngeale
pathologie die de anatomische pasvorm
van het masker mogelijk bemoeilijken
(bijv. tumoren, radiotherapie tot aan de nek
met betrekking tot de hypofarynx, ernstig
orofaryngeaal trauma).
• Patiënten met onvoldoende mondopening
om het inbrengen mogelijk te maken.
VOORZORGSMAATREGELEN
1. U mag dit hulpmiddel niet weken, spoelen
of steriliseren; dergelijke procedures kunnen
schadelijke resten achterlaten of storing
van het hulpmiddel veroorzaken. Het
ontwerp en het gebruikte materiaal zijn niet
compatibel met conventionele reinigings- en
sterilisatieprocedures.
2. Controleer vóór gebruik altijd op compatibiliteit
tussen de AuraOnce en het externe hulpmiddel
om te voorkomen dat hulpmiddelen niet door
het lumen van de AuraOnce kunnen worden
doorgevoerd.
3. De cuffdruk moet zo laag mogelijk worden
gehouden terwijl er toch voldoende afdichting
is en mag niet hoger zijn dan 60 cmH
2
O.
4. Alle tekenen van luchtwegproblemen of
ontoereikende beademing moeten regelmatig
worden gecontroleerd en de AuraOnce moet zo
nodig worden verplaatst, opnieuw ingebracht of
vervangen om een doorgankelijke luchtweg in
stand te houden.
5. Controleer de doorgankelijkheid van
de luchtweg altijd na elke verandering in
de hoofd- of nekpositie van de patiënt.
1.7. Mogelijke bijwerkingen
Het gebruik van larynxmaskers gaat gepaard met
geringe bijwerkingen (bijv. keelpijn, bloedingen,
dysfonie, dysfagie) en belangrijke bijwerkingen (bijv.
regurgitatie/aspiratie, laryngospasme, zenuwletsel).
1.8. Algemene opmerkingen
Als tijdens het gebruik van dit apparaat of als
gevolg van het gebruik ervan een ernstig incident
is opgetreden, meld dit dan aan de fabrikant en uw
nationale autoriteit.
2.0. Beschrijving van het apparaat
AuraOnce is een steriel larynxmasker voor eenmalig
gebruik dat bestaat uit een gebogen patiëntslang
met een opblaasbare cuff aan het distale uiteinde. De
cuff kan worden opgeblazen via het terugslagventiel,
zodat de geleidingsballon de opblaas-/leegloopstatus
kan aangeven. De cuff vormt zich naar de contouren
van de hypofarynx en met het lumen naar de
larynxopening van de patiënt gericht. Het uiteinde
van de cuff drukt tegen de sfincter van de bovenste
oesofagus en het proximale uiteinde van de cuff rust
tegen de onderkant van de tong.
AuraOnce is verkrijgbaar in 8 verschillende maten.
De hoofdcomponenten van AuraOnce zijn te zien
in afbeelding
1
.
Summary of Contents for AuraOnce Disposable Laryngeal Mask
Page 17: ...17 bg AuraOnce 1 3 2 3 Ambu AuraOnce 3 3 4 5 Ambu AuraOnce...
Page 18: ...18 AuraOnce 3 4 AuraOnce 7 3 5 60 cmH O 6 1 AuraOnce 3 6 AuraOnce 2 5 AuraOnce AuraOnce...
Page 42: ...42 1 7 1 8 2 0 AuraOnce 10 10 1 2 AuraOnce AuraOnce 3 60 cmH2 O 4 AuraOnce 5...
Page 44: ...44 Ambu AuraOnce AuraOnce 1 3 2 3 Ambu AuraOnce 3 3 4 5...
Page 45: ...45 el AuraOnce 3 4 AuraOnce 7 3 5 60 cmH2 O 6 1 AuraOnce 3 6 AuraOnce 2 5 AuraOnce AuraOnce...
Page 149: ...149 ru 9 AuraOnce 10 10 1 2 AuraOnce AuraOnce 3 60 H2 O 4 AuraOnce 5 1 7 1 8...
Page 152: ...152 Ambu AuraOnce AuraOnce 3 4 AuraOnce 7 3 5 60 H2 O 6 1 AuraOnce 3 6...
Page 153: ...153 ru AuraOnce 2 5 AuraOnce AuraOnce AuraOnce 3 7 60 H2 O AuraOnce AuraOnce...
Page 154: ...154 AuraOnce AuraOnce 3 8 AuraOnce 3 9 Ambu AuraOnce 4 0 Ambu AuraOnce ISO 11712...