N
eder
lands
Verzorging inbrengplaats
Met “verzorging van de insteekplaats” wordt meestal reiniging van
de inbrengplaats en aanbrengen van een schoon verband bedoeld.
Verzorging van de insteekplaats dient regelmatig plaats te vinden,
op aanwijzing van uw arts. De frequentie is afhankelijk van het soort
verband, uw algemene gezondheid, het type vloeistof dat in de katheter
wordt geïnfuseerd en de conditie van uw huid. Om deze redenen kan de arts andere
aanwijzingen geven.
U krijgt instructies over de frequentie van verbandwisseling. U moet het verband
mogelijk elke dag, driemaal per week of eenmaal per week of als het verband losraakt of
vies is verwisselen. Uw arts of verpleegkundige zal de meest geschikte producten voor
uw routineverzorging selecteren.
De procedure “Verzorging insteekplaats” wordt hier alleen vermeld als naslag. Denk eraan
dat u van uw arts of verpleegkundige instructies krijgt voor alle procedures. Probeer niet
zelfstandig een procedure uit te voeren totdat u er zeker van bent dat u al deze stappen
onder de knie hebt.
Benodigde producten:
___ Steriele handschoenen
___ ChloraPrep* oplossing One-Step Applicator
___ Steriel dekverband (transparant of gaas)
___ Steriel 2 in. x 2 in. gaasverband
___ Tapestrips
___ Bevestigingshulpmiddel (indien nodig)
1. Reinig het werkoppervlak door het af te nemen met een papieren handdoekje dat
met alcohol is bevochtigd. Droogvegen of aan de lucht laten drogen. Plaats de
benodigde artikelen op het gereinigde oppervlak.
2. Was uw handen altijd grondig met warm water en zeep. Volledig afspoelen en
drogen met een schone handdoek of verse papieren handdoekjes.
3. Open de kit voorzichtig, of pak de producten uit, zonder de binnenkant van de kits of
wikkels aan te raken.
4. Verwijder het oude verband voorzichtig, waarbij u van de katheteraansluiting af
werkt en naar de insteekplaats toe. Verwijder het tape of verband voorzichtig om
irritatie van uw huid of trekken aan de katheter te voorkomen.
5. Was uw handen opnieuw.
6. Inspecteer de insteekplaats en de huid eromheen. Kijk of de huid rood is of nat.
Meet de externe lengte van de katheter om na te gaan of deze langer of korter is
geworden. Als u roodheid of vochtigheid bij de insteekplaats bemerkt, koorts hebt of
merkt dat de externe lengte van de katheter langer of korter is geworden, beëindig
dan de verbandwisseling en bel uw arts of verpleegkundige.
7. Trek een paar steriele handschoenen aan op de manier waarop u dat hebt geleerd.
Nadat u de handschoenen hebt aangetrokken, mag u niets anders meer aanraken
dan de steriele producten die u gebruikt om de insteekplaats te reinigen.
8. Reinig de insteekplaats voorzichtig schoon met een ChloraPrep* Solution One-Step
Applicator.
9. Knijp de vleugels op de applicator samen om
de ampul met het antiseptisch middel te
openen. Raak de spons niet aan. Maak
de spons nat door herhaald indrukken
van de spons tegen het behandelgebied
totdat er vloeistof op de huid zichtbaar
is.
10. Ga heen en weer met de spons
gedurende ongeveer 30 seconden.
Maak het behandelgebied
volledig nat met antiseptisch
middel. Laat het gebied
gedurende ongeveer 30
seconden drogen. Niet blazen
of wegvegen.
Opmerking: De maximale
behandelgebied voor 1
applicator is ongeveer 4 in. x 5 in.
Gooi de applicator na eenmalig
gebruik weg.
11. Sommige instellingen plaatsen dan een bevestigingshulpmiddel. Vraag aan uw arts
of verpleegkundige of dit ook voor PICC geldt.
12. Vouw een in. x 2 in. gaas in tweeën en plaats het onder de katheteraansluiting als
‘kussentje’ (indien nodig), en breng tapepleisters aan.
13. Controleer of de katheter niet geknikt of afgekneld is. Breng het dekverband aan
op het midden op de insteekplaats, volgens de aanwijzingen in de verpakking en
de instructies van uw arts of verpleegkundige.
14. Bevestig de katheter
aan het verband of de
arm met tape. Hiermee
wordt voorkomen
dat de katheter aan
de insteekplaats
trekt en wordt
irritatie verminderd.
Om mogelijke
katheterverstopping
te voorkomen wordt
oprollen van de katheter afgeraden.
15. Bevestig de katheter altijd zodanig dat u het dopuiteinde makkelijk kunt zien. Uw
arts of verpleegkundige helpen u de beste bevestiging voor de katheter te kiezen.
Bij deze procedure moet rekening worden gehouden met het type kleding en de
normale activiteiten. U moet regelmatig het afgedopte uiteinde inspecteren om te
zien of deze nog intact is.
Advies en/of wijzigingen door uw verpleegkundige of arts.
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
Afklemmen van PICC
Onder normale omstandigheden hoeft uw PICC niet te worden
afgeklemd. Als er beschadiging optreedt van de katheter dient deze
onmiddellijk te worden afgeklemd.
1. Gebruik alleen klemmen met een gladde rand.
2. Volg de aanwijzingen van uw arts of verpleegkundige over de
vraag wanneer u de katheter moet afklemmen.
Er zijn verschillende soorten klemmen.
De zogenaamde bulldog klem is een kleine, zware draadklem die opent wanneer het
uiteinde wordt dichtgeknepen. Er zijn andere klemmen die als een schaar werken
maar gladde randen hebben ter bescherming van de katheter. Vermijd het gebruik
van chirurgische klemmen of klemmen die niet zijn goedgekeurd door uw arts of
verpleegkundige.
Wanneer moet u afklemmen?
U dient af te klemmen wanneer er een beschadiging is van de katheter of de
katheteraansluiting, of als er een onderbreking is tussen de katheter en de aansluiting.
Houd altijd een klem bij de hand voor noodgevallen.
Advies en/of wijzigingen door uw verpleegkundige of arts.
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
Spoelen van de PICC
De PICC wordt gespoeld met normale zoutoplossing om de PICC te
reinigen na medicatie of bloedafname. Uw arts of verpleegkundige
vertelt u wanneer u moet spoelen en met welke oplossing. Indien de
katheter uitsluitend wordt gebruikt voor periodieke behandelingen,
dient u de katheter eenmaal per week met een normale zoutoplossing
te spoelen om de katheter open en klontervrij te houden.
1. Spoel de katheter na elk gebruik, of ten minste wekelijks wanneer niet in gebruik.
Gebruik een 10 ml of grotere spuit.
2. Spoel de katheter met minimaal 10 ml 0,9% natriumchloride, door middel van de
“puls” of “stop/start” techniek. Gebruik van gehepariniseerde zoutoplossing om elk
lumen van de katheter af te sluiten is optioneel.
Opmerking: In perioden van verhoogde lichamelijke activiteit is frequenter spoelen
van uw PowerPICC SOLO* katheter nodig. Raadpleeg uw arts of verpleegkundige voor
instructies.
b
c
a
33