46
staan.
• Zorg dat bij het vervangen van de batterijen de
meetkabel van de Endo-Eze
TM
Find® niet aan het
apparaat dan wel aan de patiënt is bevestigd.
5.2.2. Wanneer de batterij bijna leeg is, verschijnt er
een knipperende Batterij
leeg op het scherm (Afb 2).
Endo-Eze
TM
Find® zal met
een bijna lege batterij blijven
werken, maar de batterij moet
worden vervangen voordat het
helemaal leeg is.
5.3. Testen kabelaansluiting
Vóór elk gebruik moet de Endo-Eze
TM
Find® worden gecontroleerd op de
functionaliteit. De Endo-Eze
TM
Find® een
verbindingstestfunctie om de kabels
controleren.
5.3.1. Sluit de meetkabel aan op
het apparaat. Sluit het vijl-
opzetstuk en de lipclip aan op
de meetkabel. Hang het vijl-
opzetstuk aan de lipclip.
5.3.2.
“Verbinding”
-icoon
moet verschijnen op
het scherm, wat een juiste aansluiting aangeeft
(afb. 3).
5.3.3. Als het symbool niet verschijnt, moet de
meetkabel of het vijl-opzetstuk worden
vervangen.
5.4. Werking van het apparaat
Gebruik dit apparaat niet bij patiënten met een
pacemaker, omdat het effect nog niet is geëvalueerd.
5.4.1. Plaats rubberdam voor het beginnen met de
endodontische behandeling.
5.4.2. Pak een eerste röntgenfoto en meet de afstand
tussen een referentiepunt (bijv. incisale rand,
top van de knobbel, etc.) naar het beeld van
de anatomische apex voor het kanaal waaraan
u gaat werken. Trek 0.5mm af om uw tijdelijke
werklengte vast te stellen.
5.4.3.
Preflare
het kanaal om de inhoud van het kanaal
gedeeltelijk te verwijderen en
de doorgankelijkheid van uw
tijdelijke werklengte vast te
stellen.
5.4.4. Om de juiste metingen te
garanderen moet u controleren
of het kanaal niet volledig
droog of verkalkt is. Vul het
kanaal indien nodig met een
elektrolytische
oplossing
(bijvoorbeeld natriumhypochloriet, saline, etc.).
5.4.5. Afhankelijk van de grootte van het kanaal plaatst
u een # 15 K-vijl of een andere geschikte vijl in het
kanaal.
5.4.6. Druk op de Aan/Uit -knop om het apparaat in
te schakelen. De eerste afbeelding wordt op het
display weergegeven.
5.4.7. Sluit de meetkabel aan op het apparaat en zorg
dat de kabelindicator op het display verschijnt
(afb. 4).
5.4.8. Sluit het vijl-opzetstuk/de meettaster en de lipclip
aan op de meetkabel.
5.4.9. Hang de lipclip aan de lip van de patiënt
5.4.10. Sluit het vijl-opzetstuk aan op de vijl. De Endo-
Eze
TM
Find® detecteert automatisch dat de
wortelkanaalmeting is gestart. Wanneer het
elektrisch contact goed en de geleidbaarheid van
het wortelkanaal voldoende is, zal het kleine vijl-
icoon in de kleine tandafbeelding ophouden met
knipperen en hoort u een audiosignaal van twee
piepjes.
Indien u geen piepjes hoort, reinig dan de vijl-opzetstukken
en de vijl, irrigeer eventueel het wortelkanaal en ga
verder met de metingen.
Zorg dat er geen overtollig bloed, speeksel of
vochtoplossing uit de tandholte stroomt. Dep het
gebied droog alvorens te gaan meten.
5.4.11. De beweging van de vijl in het kanaal wordt op
het scherm weergegeven door de pijlen OMLAAG
(afb. 5) en OMHOOG (afb. 6).
5.4.12. Beweeg de vijl draaiend om z'n eigen as soepel
verder. Als het instrument verder in de richting
van het foramen komt, zal de kleursegmenten
binnenin het wortelkanaal worden weergegeven
vergezeld van audiosignalen met gevarieerde
frequentie die de vooruitgang van de vijl
aangeeft. Numerieke uitslagen 2.0, 1.5, 1.0, 0.75,
0.5, 0.25, 0.0 (Foramen) of OVER verschijnt onder
het tandlogo (afb. 7-11).
Onregelmatige beweging van de vijl kan onstabiele
meetresultaten veroorzaken.
Afb. 4
Afb. 6
Afb. 5
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 2
Afb. 3
Midden-Zone (blauw)
Begin van de Apicale Zone
(blauw)
Nederlands