-
.
/
A
DEFAULT
5.3 PLAATSING VAN DE LASMACHINE
De plaats van installatie van de lasmachine identificeren zodanig dat er zich geen
hindernissen bevinden ter hoogte van de opening van de ingang en de uitgang van de
koellucht (geforceerde circulatie middels ventilators, indien aanwezig); tegelijkertijd
controleren of er geen geleidend stof, corrosieve dampen, vocht, enz. aangezogen
worden.
Minstens 250mm ruimte vrijhouden rond de lasmachine.
____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! De lasmachine plaatsen op een horizontaal oppervlak met een
adequaat draagvermogen voor het gewicht teneinde de kanteling of gevaarlijke
verplaatsingen te voorkomen.
____________________________________________________________________________________________________________________
Opgelet
(2P + T -1ph, 3P + T - 3ph)
lasmachine gaan, het paneel wegnemen en het klemmenbord verandering spanning
zodanig voorinstellen dat er een overeenstemming is tussen de verbinding aangeduid
Led van signalering thermostatische bescherming.
op de desbetreffende kentekenplaat en de beschikbare spanning van het net.
Fig. F
Signaleert de blokkering van de lasmachine wegens boventemperatuur.
Leds van signalering netspanning .
Het paneel zorgvuldig terug monteren en hierbij gebruik maken van de desbetreffende
schroeven.
Opgelet! De lasmachine wordt in de fabriek vooringesteld op de hoogste
:
lage netspanning (lasmachine ondervoed).
beschikbare spanning van de gamma, voorbeeld:
U 400V
Ü
In de fabriek vooringestelde spanning.
1
____________________________________________________________________________________________________________________
:
normale netspanning (lasmachine correct gevoed).
OPGELET! Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het door
:
hoge netspanning (lasmachine overvoed
de fabrikant voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I) met daaruit
volgende zware risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de dingen
OPGELET:
In condities van abnormale voeding, doen zich de volgende situqties voor :
(vb. brand).
- aangaan van de led van over- en onderspanning;
____________________________________________________________________________________________________________________
- intermitterend geluidssignaal;
- opschrift
ALL UPP
o
ALL LOW
op het display.
5.5 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
Men raadt aan de machine uit te schakelen teneinde schade eraan te voorkomen .
____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT,
:
Led aan: op het display wordt de lasstroom gevisualiseerd .
MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
Intermitterende led: Modaliteit programmazione helling van stijging van
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
2
De Tabel 1
(TAB. 1)
geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm ) op basis
de snelheid draad
.
van de maximum stroom verdeeld door de lasmachine.
____________________________________________________________________________________________________________________
m/min
Led aan: op het display wordt de snelheid van de lasdraad
5.5.1 Verbinding met de gasfles
gevisualiseerd.
- Gasfles laadbaar op het steunvlak fles van de lasmachine: max 20 kg.
Intermitterende led: Modaliteit programmazione eindbranden van de
- De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij de speciale
draad (burn back)
reductie tussenplaatsen die als accessoire wordt geleverd, wanneer gas Argon of
een mengsel Argon/CO wordt gebruikt.
2
sec
Led aan: op het display wordt de tijd van puntlassen gevisualiseerd
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het strookje in dotatie
vastzetten.
Intermitterende led: Modaliteit programmering tijd van post-gas
- De beslagring voor de regeling van de drukreductor loszetten voordat de klep van
de gasfles geopend wordt.
Drukknop met dubbele functie: indien ingedrukt en losgelaten staat
deze toe de lasstroom, de snelheid van de draad en de tijd van
5.5.2 Verbinding retourkabel van de lasstroom (Fig. G1)
puntlassen te visualiseren (alleen indien de functie puntlassen
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop het
geselecteerd is!).
steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.
Indien de drukknop gedurende minstens 3 seconden ingedrukt wordt,
heeft men toegang naar de modaliteit van programmering van de
5.5.3 Verbinding toorts (Fig. G1)
parameters accessoires van lassen . Om de modaliteit programmering
De toorts (1) in de desbetreffende connector (2) steken en hierbij met de hand de
te verlaten de drukknop terug indrukken gedurende minstens 3
beslagring van blokkering tot op het einde toe vastdraaien. Deze voorinstellen voor de
seconden .
eerste lading van de draad, en hierbij de sproeier en het contactbuisje demonteren om
Knop van regeling van de snelheid van de draad en van instelling
het buitenkomen ervan te vergemakkelijken.
parameters accessoires van lassen (in modaliteit van programmering).
5.5.4 Verbinding spool gun (Fig. G2)
Led aan: wijst erop dat de snelheid van de draad de aanbevolen
Het spool gun
(3)
verbinden met de gecentraliseerde aansluiting toorts
(4)
en hierbij tot
snelheid is (waarde van default vooringesteld).
op het einde aan de beslagring van vasthechting draaien . Bovendien de connector van
de bedieningskabel
(5)
in het desbetreffend contact
(6)
steken.
Drukknop selectie lassen 2T/4T, Spot.
De lasmachine erkent het spool gun op automatische wijze.
Drukknop selectie diameter van de draad .
5.6 LADING DRAADSPOEL (FIG. H1, H2, H3)
____________________________________________________________________________________________________________________
Drukknop van selectie gas van lassen .
OPGELET! VOORDAT MEN BEGINT MET DE LAADOPERATIES VAN DE
Drukknop van selectie type te lassen materiaal (staal, roestvrij staal,
DRAAD, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS
aluminium, koper silicium legeringen of koper aluminium voor mig-
EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
solderen).
____________________________________________________________________________________________________________________
VERIFIËREN OF DE ROLLEN DRAADTREKKER, HET OMHULSEL
5. INSTALLATIE
D R A A D G E L E I D E R E N H E T C O N TAC T B U I S J E VA N D E TO O RT S
____________________________________________________________________________________________________________________
OVEREENSTEMMEN MET DE DIAMETER EN DE AARD VAN DE DRAAD DIE MEN
WENST TE GEBRUIKEN EN OF ZE CORRECT GEMONTEERD ZIJN. TIJDENS DE
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
FASEN VAN INVOER VAN DE DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN
DRAGEN.
AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE LASMACHINE VOLLEDIG
- De ruimte haspel openen.
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
- De draadspoel op de haspel plaatsen, en hierbij het uiteinde van de draad naar
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND UITGEVOERD
boven houden, controleren of de aandrijfpin van de haspel op correcte wijze in het
WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
____________________________________________________________________________________________________________________
voorzien gat behuisd is
(1a)
.
- De contrarol/rollen van druk vrijmaken en verwijderen van de onderste rol/rollen
5.1 INRICHTING (Fig. D)
(2a)
.
De lasmachine uitpakken, de montage van de losgemaakte gedeelten bevat in de
- Verifiëren of de rol/rollen van tractie geschikt is/zijn voor de gebruikte draad
(2b)
.
verpakking uitvoeren.
- Het uiteinde van de draad vrijmaken, het vervormd uiteinde recht en zonder bramen
afknippen, de spoel draaien tegen de wijzers van de klok en het uiteinde van de
5.1.1 Assemblage retourkabel- tang (Fig. E)
draad in de draadgeleider van de ingang steken en 50-100mm in de draadgeleider
van de aansluiting toorts
(2c)
duwen.
5.2 WIJZEN VAN OPHIJSEN VAN DE LASMACHINE
- De contrarol/rollen terugplaatsen en de druk ervan regelen op een gemiddelde
Alle lasmachines beschreven in deze handleiding zijn voorzien van hijssystemen.
waarde; verifiëren of de draad correct geplaatst is in de uitholling van de onderste
rol
(3)
.
- De haspel lichtjes afremmen door in te grijpen op de desbetreffende stelschroef
geplaatst in het midden van de haspel zelf
(1b)
.
- De sproeier en het contactbuisje wegnemen
(4a)
.
- De stekker in het stopcontact steken, de lasmachine aanschakelen, de
drukknop toorts of de drukknop voorwaartse beweging draad op het
bedieningspaneel (indien aanwezig) indrukken en wachten tot het uiteinde van
de draad, nadat hij heel het omhulsel van de draadgeleider doorlopen heeft 10-
15cm uit het voorste gedelete van de toorts steekt, de drukknop loslaten.
____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! Tijdens deze operaties is de draad onder elektrische spanning
onderworpen aan mechanische inspanningen; indien men niet de geschikte
voorzorgsmaatregelen treft, kan dit leiden tot gevaar voor elektroshock,
kwetsingen en ontstaan van elektrische bogen.
5.4 AANSLUITING OP HET NET
____________________________________________________________________________________________________________________
5.4.1
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men verifiëren of de
- Het mondstuk van de toorts niet tegen lichaamsdelen richten.
gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen met de spanning en de
- De toorts niet naar de gasfles brengen.
frequentie van het net die beschikbaar zijn op de plaats van installatie.
- Het contactbuisje en de sproeier terug op de toorts monteren
(4b)
.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met
- Verifiëren of de voorwaartse beweging van de draad regelmatig verloopt; de druk
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
van de rollen en de afremming van de haspel ijken op de mogelijke minimum
waarden en hierbij verifiëren of de draad niet glijdt in de uitholling en of op het
5.4.2 Stekker en contact
ogenblik van de stilstand van de tractie de draadwikkelingen niet los geraken
Een genormaliseerde stekker,
met een adequaat vermogen
wegens een excessieve inertie van de spoel.
met de voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen uitgerust met
- Het uiteinde van de uit de sproeier komende draad op 10-15mm afknippen.
zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet
- De ruimte haspel sluiten.
verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn. De tabel 1
(TAB.1)
geeft de aanbevolen waarden in ampères van de vertraagde zekeringen van
de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom verdeeld door de lasmachine en
5.7 LADEN SPOEL OP HET SPOOL GUN
van de nominale voedingsspanning.
__________________________________________________________________
5.4.3 Operaties van verandering
OPGELET:VOORDAT MEN DE OPERATIES VAN LADEN VAN DE DRAAD
Voor de operaties van verandering van spanning moet men naar de binnenkant van de
START, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD EN
.
.
.
- 24 -