Chicco YOUniverse Fix, Instructions Manual

Page: 77 / 220

76 77
op de knop van de gesp (F) te drukken (Fig.
26) en leg ze aan de zijkanten neer.
WAARSCHUWING!
Het verkleinkussen
wordt gebruikt tot ongeveer 11 kg.
3. Zet het kind met zorg in de autostoel en pas
de gordels aan zijn lichaam aan, zonder er-
aan te trekken. Maak de twee lipjes van de
gordel aan elkaar vast (Fig. 27) en bevestig
ze weer in de gesp (Fig. 27A).
4. Via de speciale verstelhendel van hoofd-
steun en gordels (A) op de rugleuning stelt
u de hoogte van de hoofdsteun van de au-
tostoel (Fig. 28) zodanig af dat de gordels er
ter hoogte van de schouders van het kind
uitkomen (Fig. 29).
12. Om de spanning van het gordels van de
autostoel af te stellen en ze aan het li-
chaam van het kind aan te passen, trekt u
voorzichtig aan verstelband (I) tot ze goed
gespannen zijn (Fig. 30).
13. Om het kind uit de autostoel te halen,
drukt u op de knop van de gesp (F) en
maakt u de gordels los (Fig. 31).
7. DE CONFIGURATIE VAN DE AUTOSTOEL
VERANDEREN VAN GROEP 1 (9-18 KG)
IN GROEP 2/3 (15-36 KG)
Ga als volgt te werk om de configuratie van
de autostoel te veranderen van Groep 1 in
Groep 2-3:
1. Trek de geïntegreerde gordels zoveel moge-
lijk los (Fig. 32).
2. Verwijder het eventueel aanwezige ver-
kleinkussen.
3. Trek de schouderriemen uit hun zittingen
(Fig. 33)
4. Trek de gordels van de autostoel (E) uit de
verankering en plaats het in zijn zitting (Fig.
34 A – 34 B).
5. Steek de gordels van de autostoel (E) en de
schouderriemen (D) door de lussen. (Fig. 35).
6. Maak de gesp (F) los (Fig. 36).
7. Trek de tussenbeenbescherming(G) uit (Fig.
37) en bewaar hem op een veilige plek voor
later gebruik.
8. Hef de hoes van het zitje. Trek de gordelre-
gelaar uit (Fig. 38A). Plaats de gesp (F) in zijn
zitting (Fig. 38B).
9. Verwijder de stof door hem los te maken
van het frame (Fig. 39).
10. Plaats de lipjes van de gesp in hun opber-
guimte (Fig. 40) en rol de banden op en
leg ze in de opbergruimte samen met de
gesp (Fig. 41).
11. Leg de schouderriemen op elkaar en be-
vestig ze aan elkaar met de klittenbanden
(Fig. 42) en leg ze in de opbergruimte van
de Top Tether (V) (Fig. 43).
12. Breng de stof en het tussenbeenstuk terug
aan nadat u de hiervoor beschreven werk-
zaamheden heeft uitgevoerd.
8. HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO IN-
STALLEREN EN HET KIND VAN GROEP
2/3 ERIN ZETTEN MET DRIEPUNTSGOR-
DEL, ISOFIX-KOPPELSTUKKEN en TOP
TETHER (15-36 KG)
Alvorens de installatie uit te voeren en het
kind er in te zetten verandert u de configura-
tie van de autostoel van Groep 1 (9-18 kg) in
Groep 2/3 (15-36 kg) zoals wordt aangegeven
in hoofdstuk 7.
Om de autostoel te installeren met het Isofix-
systeem voert u de handelingen uit die in
hoofdstuk 4 worden beschreven. (van Fig. 5
tot Fig. 17B).
1. Om het systeem van de Isofix-koppelstukken
(R) uit te trekken verplaatst u de trekker tot
tegen de eindaanslag. Houd vervolgens de
trekker ingedrukt en druk op de ontgrendel-
hendel van het ISOFIX-systeem (M) (Fig. 5).
2. Blijf aan de greep trekken en trek het ISOFIX-
systeem VOLLEDIG uit aan de achterkant
van de rugleuning (Fig. 6). Controleer of het
systeem tot tegen de eindaanslag is uitge-
trokken.
3. Trek vervolgens de Top Tether, dat zich
achter het achterluikje bevindt, volledig
uit door de haak los te zetten en sluit het
luikje van de opbergruimte terug (Fig.7). Po-
sitioneer de Top Tether op de zitting om te
voorkomen dat hij de installatieprocedure
hindert (Fig. 8).
4. Positioneer het autostoeltje op de zetel en
raadpleeg de opties die u in de gebruiks-
aanwijzing van uw auto vindt.
WAARSCHUWING!
Controleer of er zich
geen voorwerpen tussen het autostoeltje en
de zitting of het autostoeltje en het portier
bevinden.
5. Bevestig de twee ISOFIX-koppelstukken aan
hun ISOFIX-bevestigingen die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zetel in
de auto bevinden (Fig. 9).
WAARSCHUWING!
LAAT DE AUTOGORDEL
NOOIT OP ANDERE PLAATSEN LOPEN DAN
DIE IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING WORDEN
AANGEDUID: ANDERS KAN DE VEILIGHEID
VAN HET KIND IN HET GEDRANG KOMEN!
WAARSCHUWING!
Deze instructies hebben,
zowel in de tekst als op de tekeningen, betrek-
king op de installatie van de autostoel op de
rechter achterzetel. Voer echter dezelfde han-
delingen uit voor installaties op andere plaat-
sen. De passages van de gordels zijn met rode
tekens op het autostoeltje aangegeven.
1. Plaats de autostoel met de rijrichting mee op
de voor de installatie gekozen zetel (Fig. 19A).
WAARSCHUWING!
Controleer of de hoofd-
steun van de autozetel niet in de weg zit van
de autostoel: hij mag hem niet naar voren du-
wen (Fig. 19B).
2. Duw de gordel van het voertuig door de
achterste doorgang (Fig. 20).
3. Maak de autogordel zodanig aan de gesp
vast, dat de buikgordel door de buikgordel-
doorgang Gr. 1 (P) loopt (Fig. 21).
4. Steek het diagonale gedeelte van de gordel
door de diagonale gordeldoorgang Gr. 1 (N)
(Fig. 22).
5. Span de autogordel zoveel mogelijk aan
zodat de autostoel goed tegen de zitting
gedrukt wordt (Fig. 23).
6. Sluit de blokkeerklem (O) (Fig. 24).
7. Controleer of de installatie goed is verricht,
of de gordel goed is gespannen en of de au-
tostoel stevig op de zetel is vastgezet. Als dit
niet zo zou zijn, herhaalt u de hele installatie
vanaf het begin.
WAARSCHUWING!
• Controleer altijd of de gordel gelijkmatig over
alle punten is verdeeld en niet verdraaid zit.
• Laat de autogordel NOOIT op andere plaat-
sen lopen dan de aangeduide.
Raadpleeg hoofdstuk 6 wanneer u het kind in
de autostoel zet.
6. HET KIND VAN GROEP 1 ERIN ZETTEN
Als de autostoel is geïnstalleerd, laat u het
kind als volgt erin plaatsnemen:
1. Druk op de verstelknop van de gordels H en
pak tegelijkertijd het onderste gedeelte van
de gordels van de autostoel vast en trek ze
naar u toe, tot ze helemaal zijn uitgetrokken
(Fig. 25).
2. Maak de gordels van de autostoel los, door