- 87 -
214 LAGE POPULATIE
De geïdentificeerde rij zaait minder zaadkorrels dan de grens die als waarde ingevoerd is in het Alarm Lage
Populatie. Wanneer meerdere aangrenzende rijen ook disfunctioneren, kan er een probleem zijn met de in de
zaaischakelingen ingevoerde parameters. Wanneer het probleem een enkele rij betreft, is dit hoogstwaarschijnlijk
te wijten aan die ene rij. Te hoge rotatiesnelheid
215 HOGE DRUK
De geïdentificeerde druksensor heeft vastgesteld dat de grensdruk die als waarde is ingesteld voor het Hoge
Druk Alarm overschreden is.
216 LAGE DRUK
De geïdentificeerde druksensor heeft vastgesteld dat de grensdruk die als waarde is ingesteld voor het Lage Druk
Alarm overschreden is.
217 ERRORCONFIGURATIE MODULE TIJDENS SENSORDETECTIE
218 ERRORCONFIGURATIE DRUK TIJDENS SENSORDETECTIE
219 ERRORCONFIGURATIE RIJ TIJDENS CELDETECTIE
220 CONFIGURATIE RIJINSTALLATIE TIJDENS CELDETECTIE
221 ONGELDIGE CONTROLESTATUS
222 CONTROLESTORING STAPHOOGTE
223 CONTROLE MAX. FEEDBACK
224 CONTROLESTORING GEEN STAPSGEWIJZE VERSTERKINGSFACTOR
225 HOPPER LAAG
De geïdentificeerde hoppersensor heeft een lage positie gedetecteerd.
226 OVERSCHRIJDING BOVENGRENS RPM
De geïdentificeerde RPM-sensor heeft vastgesteld een waarde over de drempel van de alarmwaarde van de hoge
draaisnelheid.
227 OVERSCHRIJDING BENEDENGRENS RPM
De geïdentificeerde RPM-sensor heeft vastgesteld een waarde onder de drempel van de alarmwaarde van de lage
draaisnelheid.
228 ERRORCONFIGURATIE HOPPER TIJDENS SENSORDETECTIE
Een incorrect aantal hoppersensors werd gedetecteerd in vergelijking met het aantal dat geprogrammeerd werd in
de Configuratie van de module. Controleer of het correcte aantal hoppersensors voor elk module is ingevoerd.
229 INSTALLATIE-ERROR HOPPER TIJDENS SENSORDETECTIE
230 INSTALLATIE-ERROR DRUK TIJDENS SENSORDETECTIE
Een incorrect aantal druksensors werd gedetecteerd in vergelijking met het aantal geprogrammeerd werd in de
Configuratie van de module. Controleer of het correcte aantal druksensors voor elk module is ingevoerd.
231 INZAAIEN OP EEN TRAMLINERIJ MET ALARM
Een rij die geconfigureerd is voor een tramline-output blijft inzaaien wanneer de tramline-output actief is. Dit
zou kunnen wijzen op een storing van de tramlinekoppeling, of de output is op een verkeerde rij geïnstalleerd.
232 CONTROLE BENEDENGRENS RPM UITGESCHAKELD
602 8-VOLT STORING
Het +8VDC uitgangsvermogen van de betreffende module functioneert niet. Doorgaans veroorzaakt door een
tekort in de werkuitrustingmodule, maar kan ook duiden op een storing in de module. Controleer of de
werkuitrusting schade heeft opgelopen.
603 SECUNDAIRE MODULE COMMUNICEERT NIET
Een secundaire module communiceert/communiceren niet. Dit zou kunnen duiden op een beschadigde
werkuitrusting, of op een storing van de geïdentificeerde module.
604 STORING ECU VOLTAGE
605 STROOMUITVAL SOLENOÏDES
606 STORING GROUND OFFSET
Содержание CS 7000 ISOBUS
Страница 2: ......
Страница 6: ...4 Fig 1 Fig 2 Fig 8 Fig 4 Fig 5 Fig 3 Fig 6 Fig 7 Fig 9 Fig 10 Fig 11 Fig 12 Fig 13...
Страница 8: ...6 A A A A A B B B B Fig A...
Страница 10: ...8 B C C B C C E E F D A C B E F D...
Страница 12: ...10 A B C C B C C E E F D C B E F D G...
Страница 14: ...12 A B Fig 2 Fig 1...
Страница 24: ...22 FB1 PMW1 RPM1 IMP LIFT RADAR WHEEL SPEED D C B E F G H I J A K Z a b...
Страница 25: ...23 O N P S T V Y R U Z Z e d c L M Q W XB XA...
Страница 102: ...100...
Страница 103: ...101 PIECES DE RECHANGE SPARE PARTS ERSATZTEILE ONDERDELEN PIEZAS DE REPUESTO PEZZI DI RICAMBIO...
Страница 104: ...102...
Страница 109: ......