103
Gebruiks-en onderhoudshandleiding
Nederlands
Elektrische dompelpompen voor vuil water
NL
- minimumspanningsrelais als beveiliging wanneer er geen fase is;
-
meetinstrumenten zoals een ampèremeter, voltmeter of frequentiemeter (opties).
Aansluitschema’s voor directe start: afb.10
Aansluitschema’s voor ster-driehoekstart: afb.11
5.3.3 ELEKTRICITEITSKABEL
Als de voedingskabel moet worden verlengd, moet worden nagegaan of deze van goede kwaliteit is en de
vereiste doorsnede heeft in verhouding tot de lengte en het motorvermogen.
De verbinding moet worden gemaakt volgens de regels der kunst door bekwaam personeel, met materiaal dat
een perfecte isolatie tussen de aders, hermetische afsluiting en waterdichtheid garandeert in de tijd.
Als de elektriciteitskabel moet worden vervangen, mag dit alleen worden gedaan door gespecialiseerd
personeel en alleen met gebruik van een kabel van het type H07RN-F. De kabel is
geschikt voor verbinding van het type M volgens de norm EN 60335-1 (CEI 6-50).
5.3.4 CONTROLE VAN DE DRAAIRICHTING
Eenfasige elektropompen draaien altijd in de juiste richting.
Om te controleren of een driefasige elektropomp in de juiste richting draait, moet
voorafgaand aan de installatie het volgende worden gedaan:
- Leg de elektropomp op een zijkant of hang hem veilig op met een geschikt
hefwerktuig.
- Start de elektropomp kort en bekijk de richting van de terugslag bij de start.
Werk in zeer veilige conditie en zorg ervoor dat de terugslag geen gevaar kan
veroorzaken.
De draairichting is correct als de terugslag tegen de klok in is, van bovenaf gezien
(afb.12).
Als de draairichting niet juist is, moet de stroom worden afgekoppeld en moeten twee
van de drie faseaders onderling worden verwisseld. De draairichting moet telkens
worden gecontroleerd als de elektropomp wordt afgekoppeld van de elektrische
voeding of als er ingegrepen moet worden omdat er fase ontbreekt.
Let op! Werking met tegengestelde draairichting veroorzaakt
overbelasting van de motor en kan de elektropomp ernstig
beschadigen.
Als de draairichting onjuist is bij een eenfasige elektropomp, moet
het gebruik worden gestopt en moet de verkoper onmiddellijk op
de hoogte worden gesteld of moet u contact opnemen met de
Technische afdelingen Dab Pumps.
5.3.5 BEVEILIGINGEN VAN DE ELEKTROPOMP
Voor bijzondere bedrijfsomstandigheden en op aanvraag kunnen de
elektropompen van de serie FEKA - FEKA RC van DN65 tot DN150
worden geleverd met bimetalen voelers voor thermische beveiliging,
die op de motorwikkeling worden geplaatst, en voelers met sensor
voor detectie van eventuele waterinfiltratie in de oliekeerkamer
tussen de pomp en de motor.
Bimetalen thermische voelers
De bimetalen voelers zijn schakelaars die zijn opgenomen in de
motorwikkeling en die ingrijpen doordat ze opengaan, om het elektrische
voedingscircuit te onderbreken wanneer een bepaalde temperatuur
overschreden wordt die gevaarlijk geacht wordt voor de juiste werking
van de motor.
Nadat de nodige tijd verstreken is om de bimetalen plaatjes te laten
afkoelen, wordt het contact automatisch hersteld en zetten ze de
elektropomp weer in beweging. Aansluitschema’s op afb.13.
De bimetalen thermische voelers vormen een extra beveiliging van de
motor en mogen derhalve niet in het bedieningspaneel worden gebruikt als
vervanging van het thermische differentieelrelais tegen langdurige overbelasting of het ontbreken van fase
Terugslag
Afb. 12
OLIECONTROLERELAIS
EN THERMISCHE VOELER
Voeding
50-60 Hz
24V AC
THERMISCHE
VOELER
OLIEVOELER
C= POMPBEDIENINGSSCHAKELAAR
4-5-6 = NUMMER KABELDRADEN
Afb. 10
Aansluiting niveauvoeler
Afb. 11
Aansluiting niveauvoeler
OLIECONTROLERELAIS
Voeding
50-60 Hz
24V AC
C= POMPBEDIENINGSSCHAKELAAR
OLIEVOELER
Summary of Contents for GRINDER GL
Page 2: ......
Page 4: ......
Page 21: ...Note...
Page 22: ......
Page 39: ...Notes...
Page 40: ......
Page 57: ...Notes...
Page 58: ......
Page 75: ...Notizen...
Page 76: ......
Page 93: ...Notas...
Page 94: ......
Page 111: ...Notities...
Page 112: ......
Page 115: ...115 RU i EN 60335 1 02 I 70 3 3 1 6 11 2 1 Dab Pumps 40 C 104 F 8 FEKA GRINDER...
Page 117: ...117 RU 4 4 1 125 127 10 4 2 5 5 1 3 2...
Page 118: ...118 RU 5 2 6 5 2 1 5 50 200 5 2 3 3 4...
Page 119: ...119 RU 5 2 2 6 7 7 7 C 7 D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 5 3 IDN 30 7 D C B A 6...
Page 122: ...122 RU 13 14 6 6 1 10 6 2 7 7 1...
Page 123: ...123 RU 4000 8000 500 5 2 7 2 S 1 2 3 n 4 8 9 PPOM...
Page 129: ......
Page 130: ......
Page 147: ...Anota es...
Page 148: ......
Page 153: ...153 GR 10 4 2 5 5 1 3 2 5 2 6...
Page 154: ...GR 154 5 2 1 5 50 200 cm 5 2 2 6 7 A 7 B 7 C 5 2 3 3 4...
Page 155: ...155 GR 7 D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 5 3 IDN 30 mA 3 6 7 D C B A...
Page 158: ...GR 158 6 6 1 5 6 2 7 7 1 4000 8000 500V 5MW 2MW...
Page 159: ...159 GR 7 2 Dab Pumps 1 2 3 4 8 Dab Pumps 9 PPOM...
Page 165: ......
Page 166: ......
Page 183: ...Note...
Page 184: ......
Page 201: ...Notlar...
Page 202: ......
Page 219: ...Pozn mky...
Page 220: ......
Page 237: ...Uwagi...
Page 238: ......
Page 255: ...Anm rkningar...
Page 256: ......
Page 273: ...Huomautuksia...
Page 274: ......