DAB GRINDER GL, Instruction For Installation And Maintenance

Page: 100 / 292

100
Nederlands
Gebruiks-en onderhoudshandleiding
Elektrische dompelpompen voor vuil water
NL
Minimumniveau voor
continu bedrijf
Minimumniveau voor
bedrijf dat beperkt is
tot 2-3 minuten
Afb. 3
Afb. 4
5.2 PLAATSING VAN DE ELEKTROPOMP
Er zijn verschillende types installatie mogelijk:
- mobiel, waarbij de elektropomp op de bodem van de put of het bekken staat of aan een kabel of ketting van
stevig materiaal hangt, die verankerd is aan de handgreep of de draaghaak.
- Vast, waarbij de elektropomp op de steunpoot rust die is vastgezet op de bodem van de put of het
opvangbekken (afb.6).
Verzeker u ervan dat de put of het opvangbekken voldoende groot is en een toestroming van vloeistof verzekert
die genoeg is om een correcte werking te garanderen met een beperkt aantal starts per uur.
Bovendien moet de constructie van de opvangput zodanig zijn dat de val van de vloeistof die afkomstig is van
de vulleiding geen turbulentie of (zich ophopende) luchtbellen kan veroorzaken in het aanzuiggebied van de
pom.
De beoordeling van het gevaar voor elektrische schokken wordt overgelaten aan de installateur.
Bij elektropompen met een automatische niveauschakelaar met vlotter moet worden gecontroleerd of de
opvangput voldoende ruimte biedt voor een goede werking van de pomp, en vooral of de kabels niet in elkaar
draaien of verstrikt raken in ruwe delen van de put, waardoor de werking wordt aangetast.
Alle werkzaamheden voor de installatie moeten worden verricht met de elektropomp afgekoppeld van het
elektriciteitsnet.
5.2.1 MOBIELE INSTALLATIE (AFB. 5)
Het is raadzaam een persleiding te gebruiken met een diameter die
niet kleiner is dan de opening van de pomp zelf. Als er een buigzame
leiding wordt gebruikt, heeft een type met metalen spiraal de voorkeur,
aangezien deze een betere handhaving van de doorgangsdiameter
garandeert, ook bij bochten of richtingveranderingen.
De eventuele terugslagklep en schuif moeten worden gemonteerd op een
afstand van ongeveer 50 ÷ 200 cm, op een metalen (star) leidingdeel.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de elektrische
voedingskabels, om te voorkomen dat deze gebogen worden met al te
scherpe bochten of geplet worden, of dat er trekkracht op staat of dat ze
ongewild door de pomp kunnen worden aangezogen.
Voor elektropompen die op de bodem staan, moet de draagkabel of
-ketting aan de rand van de bovenkant van de put zijn gezekerd, terwijl bij opgehangen elektropompen de
verankering moet zijn uitgevoerd met een systeem dat ondersteuning van de elektropomp garandeert, compleet
met persleiding, en die tevens rekening houdt met de dynamische reacties (belastingen) die worden veroorzaakt
door de startfase en het daaropvolgende bedrijf.
Afb. 5