137
III - BESCHRIJVING
3. 1 UITERLIJKE BESCHRIJVING
Het I
MPLANT
C
ENTER
2 bestaat uit de volgende delen:
- Een basisapparaat (Fig. 1).
- Een multifunctionele pedaal (Fig. 11).
- Een micromotorkabel met connectors (Fig. 1-2).
- Twee standaards voor irrigatieoplossingen (Fig. 1-3).
- Een I-S
URGE
L
ED
micromotor (Fig. 1-4) zonder
hoekstuk.
- Een netsnoer met aarde (Fig1-5).
- Een lcd-aanraakscherm (liquid cristal display) (Fig.
1-6).
- Een connector van de motorkabel (Fig. 1-7).
- Twee ruimtes voor peristaltische pompen (Fig. 1-8).
- Een kabelconnector voor de twee ultrasone functies
(Fig. 1-9).
- Een kabel voor de N
EWTRON
scaler (Fig. 1-10).
- Een N
EWTRON
L
ED
handstuk of een P
IEZOTOME
L
ED
handstuk met bijbehorende kabel (Fig. 1-11)
(afhankelijk van de uitvoering).
Aan de achterzijde van het basisapparaat bevinden
zich de volgende elementen:
- 1 netvoedingaansluiting met aardepin (Fig. 2-1).
- 1 pedaalconnector (Fig. 2-2).
- 1 ventilator (Fig. 2-3).
- 2 steunen voor standaards (Fig. 2-4).
- 1 netschakelaar (Fig. 2-5).
- 1 potentiaalvereffeningscontactdoos (Fig. 2–6)
3. 2 TECHNISCHE BESCHRIJVING
a) Lcd-aanraakscherm
Met het lcd-aanraakscherm (Fig. 3) kunt u het I
MPLANT
C
ENTER
2 instellen.
U wijzigt de instellingen van het I
MPLANT
C
ENTER
2 door
met matige kracht op de toetsen van het scherm te
drukken.
Plaats van de aanraakzones die voor alle werkstanden
dezelfde zijn (Fig. 3):
- 4: Irrigatiedebiet verkleinen.
- 5: Irrigatiedebiet vergroten.
- 6: Waarde verlagen.
- 7: Waarde verhogen.
Plaats van de informatiezones die voor alle
werkstanden dezelfde zijn (Fig. 3):
- 2: Waarde van het irrigatiedebiet.
- 9: Indicatie van een functiestoring
Plaats van de aanraakzones die voor alle werkstanden
dezelfde zijn en die ook informatie weergeven (Fig. 3):
- 1: Lozen/aanzuigen.
- 3: Irrigatie inschakelen/uitschakelen.
- 8: Gegevens in het geheugen opslaan.
- 10: Werkstand van de pedaal kiezen.
- 11: Licht van het handstuk inschakelen /
uitschakelen.
- 12: Werkstand kiezen (afhankelijk van het
aangesloten handstuk).
Specifieke aanraakzones en weergaven die afhangen
van de geselecteerde werkstand:
P
IEZOTOME
werkstand:
Plaats van de informatiezones (Fig. 4):
- 13: Krachtniveau van het geselecteerde
programma.
Plaats van de aanraakzones die ook informatie
weergeven (Fig. 4):
- 14: Programma D1, D2, D3 of D4 kiezen.
N
EWTRON
werkstand:
Plaats van de informatiezones (Fig. 5):
- 15: Krachtniveau van het geselecteerde
programma.
Plaats van de aanraakzones die ook informatie
weergeven (Fig. 5):
- 16: Programma Soft, Medium, High of Boost kiezen.
I-S
URGE
werkstand:
Plaats van de informatiezones (Fig. 6):
- 17: Coëfficiënt van het gebruikte hoekstuk.
- 18: Waarde van het motortoerental.
- 19: Waarde van het nuttige motorkoppel.
Summary of Contents for Implant Center 2
Page 2: ...2 ...
Page 29: ...29 ...
Page 55: ...55 ...
Page 81: ...81 ...
Page 107: ...107 ...
Page 133: ...133 ...
Page 159: ...159 ...
Page 185: ...185 ...
Page 211: ...211 ...
Page 237: ...237 ...
Page 244: ...244 15 16 Fig Afbeelding 5 13 14 Fig Afbeelding 4 ...
Page 245: ...245 20 21 22 23 19 18 24 17 Fig Afbeelding 6 25 26 27 28 29 30 31 Fig Afbeelding 7 ...
Page 246: ...246 41 Fig Afbeelding 9 38 39 40 32 33 34 35 36 37 Fig Afbeelding 8 ...
Page 247: ...247 43 44 45 42 48 49 50 46 47 52 51 Fig Afbeelding 10 1 3 4 5 2 Fig Afbeelding 11 ...