Satelec Implant Center 2, User Manual

Page: 145 / 248

en (Fig.3-7).
Het krachtniveau van het betreffende programma
wordt in de vorm van een cijfer en een balkje
(Fig. 4-13) aangegeven.
Wijzig zonodig het type pedaal door op de toets
(Fig. 3-10) te drukken om afwisselend het type
ON/OFF of progressief te selecteren.
Belangrijk:
In de progressieve stand varieert de afgegeven
kracht voor de programma's D1 tot D3 tussen
het krachtniveau 1 van het programma D3 en
de configuratie die door de gebruiker is ingesteld
(programma en krachtniveau).
In de progressieve stand varieert de door het
programma D4 afgegeven kracht uitsluitend tussen
het niveau 1 en 5 afhankelijk van de door de
gebruiker ingestelde waarde.
Selecteer zonodig de inschakeling van de lichtfunctie
van het handstuk door op de toets (Fig. 3-11) te
drukken.
Bevestig de nieuwe instelwaarden door op de toets
(Fig. 3-8) te drukken.
Door een geluidssignaal en het knipperen van de
toets wordt bevestigd dat de verschillende
parameters in het geheugen zijn opgeslagen.
Herhaal deze procedure zonodig om ook de andere
programma's in te stellen.
Opgelet: De tips die geschikt zijn voor de P
IEZOTOME
2 en het I
MPLANT
C
ENTER
2 zijn niet compatibel met
de P
IEZOTOME
en het I
MPLANT
C
ENTER
, en omgekeerd.
7. 7 NEWTRON FUNCTIE
Belangrijk:
Om de verschillende parameters in te kunnen
stellen moet een scaler-kabel met het
bijbehorende N
EWTRON
L
ED
handstuk op het
apparaat zijn aangesloten.
De parameters van de N
EWTRON
werkstand kunnen
door de gebruiker worden aangepast.
Selecteer de N
EWTRON
werkstand door op de knop
(Fig. 3-12) of op de knop van de pedaal (Fig.
11-5) te drukken.
Op het lcd-scherm moet het tabblad N
EWTRON
nu zijn
uitgelicht.
Selecteer het programma waarvan u de parameters
wilt instellen, door op de toetsen , ,
of (Fig. 5-16) te drukken of door op de
knop van de pedaal (Fig. 11-3) te drukken.
Stel het krachtniveau in volgens de aanbevelingen
van het
T
IPBOOK
.
Wijzig zonodig het krachtniveau van het programma
van 1 tot 10 met behulp van de toetsen (Fig. 3-
6) en (Fig. 3-7).
Het krachtniveau van het betreffende programma
wordt in de vorm van een cijfer en een balkje
(Fig. 5-15) aangegeven.
Wijzig zonodig het type pedaal door op de toets
(Fig. 3-10) te drukken om afwisselend het type
ON/OFF of progressief te selecteren.
Selecteer zonodig de inschakeling van de lichtfunctie
van het handstuk door op de toets (Fig. 3-11) te
drukken.
Bevestig de nieuwe instelwaarden door op de toets
(Fig. 3-8) te drukken.
Door een geluidssignaal en het knipperen van de
toets wordt bevestigd dat de verschillende
parameters in het geheugen zijn opgeslagen.
Herhaal deze procedure zonodig om ook de andere
programma's in te stellen.
7. 8 WERKSET
Belangrijk:
Het I
MPLANT
C
ENTER
2 is voorzien van een " W
ERKSET
"-
functie, waarmee u een aantal functies kunt
regelen, zoals de helderheid van het scherm, de
wachttijd voor het doven van de verlichting van de
handstukken, de geluidssterkte en het resetten
van de fabrieksinstellingen.
145