143
(Fig. 6-24) of met behulp van de knop van de pedaal
(Fig. 11-3). De verschillende geprogrammeerde
parameters verschijnen op het scherm.
De waarde van het hoekstuk
(Fig. 6-20) wordt
weergegeven (Fig. 6-17).
De waarde van het toerental
(Fig. 6-21) wordt
weergegeven (Fig. 6-18).
De waarde van het koppel
(Fig. 6-22) wordt
weergegeven (Fig. 6-19).
c) Hoekstuk kiezen
Voorgeprogrammeerd hoekstuk kiezen
:
Druk op de toets
(Fig. 6-20). De keuze van het
voorgeprogrammeerde hoekstuk verschijnt (Fig. 8).
Selecteer een sneldraaiend hoekstuk met behulp van
de rode toetsen (Fig. 8-35) of een direct hoekstuk
met behulp van de blauwe toets (Fig. 8-36) of een
langzaamdraaiend hoekstuk met behulp van de
groene toetsen (Fig. 8-37)
De waarde van het geselecteerde hoekstuk wordt
weergegeven (Fig. 8-38).
Voor elk hoekstuk verschijnen de bijbehorende
toegestane maximumwaarden voor toerental (Fig. 8-
39) en koppel (Fig. 8-40).
Met de toets
(Fig. 8-32) kunt u teruggaan naar
het hoofdscherm zonder de wijzigingen op te slaan.
Bevestig het geselecteerde hoekstuk door op de toets
(Fig. 8-34) te drukken. Het hoofdscherm
verschijnt.
Zelf een hoekstuk programmeren:
Met het I
MPLANT
C
ENTER
2 is het mogelijk om speciale
hoekstukken te gebruiken. U kunt dan zelf de
waarden programmeren voor het hoekstuk.
Druk op de toets
(Fig. 6-20) op het hoofdscherm.
De keuze van het voorgeprogrammeerde hoekstuk
verschijnt (Fig. 8).
Druk op de toets
(Fig. 8-33). De toets wordt
nu uitgelicht.
Druk op de toets
(Fig. 8-34). Het instelscherm
van het hoekstuk verschijnt (Fig. 7).
Programmeer het hoekstuk met behulp van het
numerieke toetsenblok (Fig. 7-31).
De waarde van het geprogrammeerde hoekstuk wordt
weergegeven (Fig. 7-25).
Met de toets
(Fig. 7-29) kunt u het laatste cijfer
wissen.
Met de toets
(Fig. 7-28) kunt u teruggaan naar
het hoofdscherm zonder de wijzigingen op te slaan.
Bevestig de aanpassing van het hoekstuk door op de
toets
(Fig. 7-30) te drukken. Het hoofdscherm
verschijnt.
Voor het geprogrammeerde hoekstuk verschijnen de
bijbehorende toegestane maximumwaarden voor
toerental (Fig. 6-18) en koppel (Fig. 6-19).
d) Toerental instellen
Druk op de toets
(Fig. 6-21) op het hoofdscherm.
Het instelscherm van het toerental verschijnt (Fig. 7).
Programmeer het toerental met behulp van het
numerieke toetsenblok (Fig. 7-31).
Het geprogrammeerde toerental wordt weergegeven
(Fig. 7-26).
Met de toets
(Fig. 7-29) kunt u het laatste cijfer
wissen.
Met de toets
(Fig. 7-28) kunt u teruggaan naar
het hoofdscherm zonder de wijzigingen op te slaan.
Bevestig de instelling van het toerental door op de
toets
(Fig. 7-30) te drukken. Het hoofdscherm
verschijnt.
Opmerking
: Het is mogelijk om het toerental van het
hulpstuk rechtstreeks bij te stellen met behulp van
de toetsen
of
(Fig. 3-6 en 7) voor de
programma's
, of zelfs
wanneer
de
multifunctionele pedaal is ingeschakeld.
Om een stabiel resultaat van de instelling van het
toerental te krijgen, wordt u aangeraden om de knop
van de pedaal (Fig. 11-1) geheel in te drukken.
Kort indrukken van de toetsen
of
(Fig. 3-6 en
Summary of Contents for Implant Center 2
Page 2: ...2 ...
Page 29: ...29 ...
Page 55: ...55 ...
Page 81: ...81 ...
Page 107: ...107 ...
Page 133: ...133 ...
Page 159: ...159 ...
Page 185: ...185 ...
Page 211: ...211 ...
Page 237: ...237 ...
Page 244: ...244 15 16 Fig Afbeelding 5 13 14 Fig Afbeelding 4 ...
Page 245: ...245 20 21 22 23 19 18 24 17 Fig Afbeelding 6 25 26 27 28 29 30 31 Fig Afbeelding 7 ...
Page 246: ...246 41 Fig Afbeelding 9 38 39 40 32 33 34 35 36 37 Fig Afbeelding 8 ...
Page 247: ...247 43 44 45 42 48 49 50 46 47 52 51 Fig Afbeelding 10 1 3 4 5 2 Fig Afbeelding 11 ...