Satelec Implant Center 2, User Manual

Page: 142 / 248

7. 2 PARAMETERS
Tijdens de configuratie van elk programma worden
de parameters in het geheugen opgeslagen. Deze
parameters worden weer opgeroepen als u het
programma selecteert.
7. 3 IRRIGATIEFUNCTIE
a) Lozen / aanzuigen
De functie Lozen / aanzuigen is beschikbaar op het
lcd-scherm en op de pedaal.
Door op de toets (Fig. 3-1) of op de pedaalknop
(Fig. 11-2) te drukken wordt de functie
Lozen/aanzuigen ingeschakeld (in newtron of
piezotome mode).
Deze functie blijft ingeschakeld tijdens het
indrukken.
Het lozen kan worden ingeschakeld tijdens het
gebruik van het apparaat.
b) Debiet regelen
U kunt het irrigatiedebiet regelen door middel van de
toetsen en (Fig. 3-4 en 5).
Elke keer dat u de betreffende toets indrukt, wijzigt
u het debiet.
De ingestelde waarde wordt dan weergegeven op het
lcd-scherm (Fig. 3-2) en deze wordt opgeslagen in het
actieve programma.
Het debiet kan worden geregeld tijdens het gebruik
van het apparaat.
c) Irrigatie inschakelen / uitschakelen
De irrigatie kan in- of uitgeschakeld worden door kort
indrukken van de toets (Fig. 3-3) of van de
knop van de pedaal (Fig. 11-4).
Zolang de irrigatie is ingeschakeld, is het symbool
uitgelicht op het scherm.
Wanneer de irrigatie is uitgeschakeld, is het symbool
donker op het scherm.
7. 4 LICHTFUNCTIE
De lichtfunctie is beschikbaar op het lcd-scherm.
Door op de toets (Fig. 3-11) te drukken wordt de
lichtfunctie ingeschakeld of uitgeschakeld.
Standaard is de lichtfunctie voorzien van een
wachttijd voor het doven van 9 seconden.
Het uitschakelen van de lichtfunctie wordt in
aanmerking genomen wanneer de wachttijd is verlopen.
Zonodig kan de gebruiker de duur van de wachttijd
verlengen (zie 7.7).
7. 5 I-SURGE FUNCTIE
a) Draairichting selecteren
U kunt de draairichting van de I-S
URGE
L
ED
-micromotor
wijzigen door middel van de bedieningspedaal (Fig. 11-2).
Wanneer de draairichting rechtsom is geselecteerd,
ziet u het symbool op het lcd-scherm (Fig. 6-23).
Wanneer de draairichting linksom wordt
geselecteerd, hoort u een geluidsignaal en ziet u het
symbool op het lcd-scherm (Fig. 6-23).
b) Parameters van programma's instellen
Belangrijk:
Als u het maximale toerental aan het uiteinde van
het hulpstuk programmeert, betekent dit dat
de boor deze voorgeprogrammeerde waarde niet
kan overschrijden.
Stel geen lagere waarde in dan de minimumwaarde
van de motor (100 t.p.m, hoekstuk: 1:1).
Stel geen hogere waarde in dan het
voorgeprogrammeerde maximum koppel en ga ook
niet lager dan 10% onder deze waarde.
Het koppel moet worden ingesteld overeenkomstig
de voorschriften van de fabrikant van het hoekstuk
en het implantsysteem.
Selecteer de I-S
URGE
werkstand door op de knop
te drukken (Fig. 3-12).
Op het lcd-scherm wordt het tabblad I-S
URGE
nu
uitgelicht.
Selecteer het programma waarvan u de parameters
wilt instellen met de toetsen , , of
142