COOK Medical Ciaglia Blue Rhino G2, Инструкция по эксплуатации

Страница: 54 / 72

54
• Let op dat de Ciaglia Blue Rhino G2 Advanced dilatator niet te ver in de
luchtweg van de patiënt wordt opgevoerd.
• De potentiële effecten van ftalaten op zwangere vrouwen, vrouwen die
borstvoeding geven, of kinderen zijn niet volledig bekend en effecten
op voortplanting en ontwikkeling kunnen reden tot zorg zijn. NB:
De bronchoscopieadapter is de enige component in deze set die ftalaten
bevat.
GEBRUIKSAANWIJZING
Voorbereiding van de patiënt
1. Test de ballonmanchet en het inflatiesysteem volgens de instructies van
de fabrikant van de tracheostomietube.
2. Leg de patiënt plat op de rug voor de tracheostomie. (Afb. 4) Leg een
kussen onder de schouders zodat hoofd en nek helemaal kunnen worden
gestrekt. Het hoofdeinde van het bed van de patiënt kan 30 à 40 graden
worden omhooggebracht naar goeddunken van de arts.
3. Pas de beademing en verdoving aan om de ademhaling van de patiënt te
regelen. Er wordt een PEEP van 5 à 10 aanbevolen.
4. Instrueer de voor luchtwegmanagement verantwoordelijke clinicus om de
fixatiebanden van de geplaatste endotracheale tube te ontspannen en de
manchet te deflateren. Door de benodigde wijzigingen in ademvolume,
ademfrequentie enz. te maken, kan worden beoordeeld hoeveel
compensatie er nodig is voor de luchtlekkage. Inflateer de manchet van de
endotracheale tube opnieuw. Zorg voor constante oximetrie.
5. Prepareer het oppervlak aan de voorzijde van de hals en bedek het met
een operatiedoek.
6. Kies een laaddilatator van de geschikte maat, breng royaal glijmiddel op
het oppervlak van de dilatator aan en laad de tracheostomietube op de
dilatator. Zorg dat de tip van de tracheostomietube nauwsluitend op de
dilatator past. (Afb. 2) De ballon moet volledig zijn gedeflateerd. Breng
royaal glijmiddel aan op de gehele tracheostomietube.
Tracheostomieprocedure
NB: Tracheostomietubes met twee canules kunnen eveneens worden
geplaatst volgens onderstaande techniek. De binnenste canule moet voor
de inbrenging worden verwijderd. Controleer vóór de inbrenging altijd of de
dilatator op de tracheostomietube past.
1. Palpeer de oriëntatiepunten (incisura thyroidea, cricoïd) om de juiste
locatie voor de plaatsing van de tracheostomietube te bepalen.
De perfecte locatie voor de toegang en de uiteindelijke plaatsing
van de tube bevindt zich tussen de eerste en de tweede of tussen de
tweede en de derde kraakbeenring van de trachea; zo mogelijk dient
een van deze locaties te worden gekozen. (Afb. 3)
2. Dien een plaatselijk verdovingsmiddel toe en maak vervolgens op de
gekozen insteekplaats een (verticale of horizontale) huidincisie van
1,5 à 2,0 cm. (Afb. 5)
3. Gebruik desgewenst een mosquitoklem om een zorgvuldige dissectie
verticaal en dwars naar beneden naar de voorste tracheawand te
verrichten. (Afb. 6) Prepareer met een vingertop de voorzijde van de
trachea, in de mediaanlijn, vrij van weefsel en identificeer het cricoïd.
Verplaats de isthmus van de schildklier, indien aanwezig, naar beneden.