
Serrare saldamente le viti di fermo degli eccentrici.
7.4 RIEMPIMENTO E SCARICO DEL SERBATOIO
SOLUZIONE
La temperatura dell’acqua o del detergente immesso
non deve essere superiore ai 60°C
Ad ogni riempimento del serbatoio soluzione,
provvedere sempre a svuotare il serbatoio soluzione.
Per il carico:
• Togliere il tappo nella parte posteriore della macchina.
• Lasciare un dislivello di 7 cm fra la bocca del tappo
ed il livello del liquido. Non riempire oltre questa
misura!
• Aggiungere la quantità richiesta del prodotto chimico,
considerando la quantità percentuale (%) del fornitore,
riferita alla capacità del serbatoio pieno indicata nella
scheda del prodotto.
• Utilizzare esclusivamente prodotti idonei al pavimento
ed allo sporco da rimuovere.
•
La macchina è stata progettata per essere
impiegata con detergenti non schiumogeni e
biodegradabili, specifici per lavapavimenti. L’utilizzo
di altri prodotti chimici, (come ad esempio ipoclorito
di sodio, ossidanti, solventi od idrocarburi) può
danneggiare o distruggere la macchina.
• Seguire le norme di sicurezza specificate nel relativo
paragrafo e sul contenitore del detergente.
• Per una lista completa dei detergenti adeguati
disponibili, contattare il costruttore della macchina.
•
Aggiungere il detergente sempre dopo aver
riempito di acqua il serbatoio, per evitare il formarsi
di schiuma all’interno.
• Non lasciare incustodita la gomma dell’acqua per il
riempimento ed inserirla completamente nel serbatoio,
potrebbe spostarsi e bagnare parti delicate della
macchina.
• Chiudere il coperchio del serbatoio.
Per lo scarico:
• Aprire il rubinetto posto nella zona inferiore della
macchina nella parte posteriore ed attendere il
completo svuotamento del serbatoio.
• Chiudere saldamente il rubinetto di scarico.
7.5 SCARICO DEL SERBATOIO DI RECUPERO
Lo scarico delle acqua sporche deve essere effettuato
in linea con le normative nazionali. L’utilizzatore ha la
completa responsabilità di assicurare il rispetto di queste
regole.
Quando è terminata la soluzione detergente, prima di
procedere al riempimento, occorre sempre svuotare il
serbatoio di recupero.
In generale, si può svuot are il serbatoio di recupero
tutte le volte che lo si desidera, anche in fasi intermedie
del ciclo di lavoro.
Svuotare sempre il serbatoio di recupero prima di
sollevarlo, al fine di evit are problemi per la salute
personale e danni alla macchina.
Il volume del serbatoio di raccolta è superiore a quello
per la soluzione, per cui non si dovrebbe mai verificare
una situazione di potenziale pericolo per il motore di
aspirazione, ad ogni buon conto, c’è un galleggiante di
sicurezza che interviene spegnendo il motore di
aspirazione, qualora il livello di liquido sporco sia
eccessivo.
Se per qualche motivo si nota una perdita di acqua
o schiuma da sotto i serbatoi, spegnere immediatamente
il motore di aspirazione e procedere allo svuotamento
del serbatoio di raccolta.
Per scaricare il serbatoio:
Guidare la macchina nel luogo adatto per lo scarico
dell’acqua sporca, preferibilmente in prossimità di un
WC o di uno scolo fognario (osservare le regole nazionali
per lo smaltimento delle acque reflue).
Spegnere la macchina e togliere la chiave dal pannello.
Staccare dal gancio il tubo di scarico e tenendolo in
alto, svitare il tappo di chiusura.
Abbassare il tubo di scarico verso il punto selezionato.
L’operazione di svuotamento può essere interrott a
rapidamente e per ogni esigenza, semplicemente
tenendo in alto il tubo di scarico.
Verificare la quantità di sporco residuo nel serbatoio e,
se necessario, lavarlo internamente attraverso il foro
di ispezione, sollevando il coperchio e l’imbuto nella
parte superiore.
Posizionare attentamente l’imbuto all’interno del foro
di ispezione e chiudere il coperchio superiore serrando
le tre manopole di chiusura, dopo ogni
ispezione/lavaggio.
Serrare saldamente il tubo di scarico con il tappo a vite
ed appenderlo al sostegno dietro la macchina.
Il coperchio superiore del serbatoio ed il tappo del
tubo di scarico devono essere chiusi perfett amente,
senza far passare aria, altrimenti si avrà una perdita di
depressione che causerà un’imperfetta asciugatura.
7.6 REGOLAZIONE DEL SEDILE
Prima della regolazione del sedile assicurarsi che la
macchina sia spenta e che la chiave sia stata tolta dal
quadro.
La posizione del sedile guidatore, se necessario, può
essere cambiata.
Per cambiare la regolazione del sedile, rilasciare la
leva di bloccaggio e spostare il sedile nella posizione
desiderata.
Assicurarsi che la leva di bloccaggio sia sicuramente
bloccata al termine della regolazione.
Verificare che il sedile si in posizione st abile e
saldamente ancorato.
7.7 GUIDA DELLA MACCHINA
Selezionare la direzione di marcia desiderat a con la
leva Avanti/indietro.
Inserire e girare la chiave di accensione.
Rilasciare il freno di stazionamento.
Premere dolcemente, con il piede destro, il pedale
dell’acceleratore e guidare la macchina fino a
destinazione.
Raggiunto il destino, rilasciare l’acceleratore e attivare
il freno di st azionamento, frenando con il pedale a
sinistra ed attivando la leva di bloccaggio pedale.
Spegnere la macchina e togliere le chiavi dal quadro
comandi.
E’ possibile cambiare la direzione di marcia con la leva
avanti/indietro, anche mentre si st a lavorando con il
piede sull’acceleratore.
17
96
Tijdens de rust, de deksels van de t anks open laten
om te laten drogen en om slechte geuren te voorkomen.
8.2 ZUIGSLANG
De draaiknoppen van de achterruimte (steun van het
knipperlicht) opendraaien.
De zuigslang van de zuigmond losmaken.
De achterruimte volledig openen om de zuigslang
helemaal te kunnen uithalen van de binnenkant.
Het is nu mogelijk om de zuigslang af te spoelen en
eventueel resterende vuil te verwijderen.
De zuigslang opnieuw in de opening aan de binnenkant
van de achterruimte steken. De achterruimte hersluiten
en de draaiknoppen toedraaien.
De zuigslang opnieuw aan de zuigmond vastmaken.
8.3 ZUIGMOND
De zuigmond niet met blote handen vastnemen.
Handschoenen en andere gep aste veiligheidskledij
dragen.
De zuigmond van de machine wegnemen en onder
stromend water afspoelen, met behulp van een borstel
of een spons.
Het opvangbak voor vaste vuil controleren en eventueel
reinigen. Ook de doorgangsopeningen (in en uit) van
van de twee zuigslangen nakijken. De zuigslangen
hebben twee verschillende diameters om meer druk
op het nivau van de vloer te geven (slang met kleinere
diameter van vuilwatertank naar opvangbak) om te
voorkomen dat grof vuil de zuigslang zou verstoppen
(slang van breder diameter op de zuigmond). Het deksel
van de opvangbak moet perfekt afgesloten zijn om een
onvolledige drooging te voorkomen.
De slijtage van de zuigrubbers controleren. Deze rubbers
moeten de vloeibare stof perfekt afdrogen en perfekt
op de grond plakken om de maximale depressie van
de zuigmotor te veroorzaken; om een perfekte afdroging
te krijgen. Bij voortdurend gebruik gaan de rubbers
slijten en dus minder goed afdrogen, en moeten dus
regelmatig vervangen worden.
Om de versleten zuigrubbers te vervangen (of van kant
te wisselen), z. de betref fende paragraaf.
8.4 TOEBEHOOR
Borstels of p adhouders demonteren en reinigen.
Goed controleren dat er geen voorwerpen tussen
vast zitten, zoals metalen delen, schroeven, houten
krullen, koorden of dergelijke, om schade aan de vloer
of aan de machine te vermijden.
Controleren dat de borstels lineair met de vloer werken
en dat er geen onregelmatige slijt age is. Bij
onregelmatige slijtage, de positie van de borstels op
de vloer regelen.
Enkel het toebehoor gebruiken die aangeraden is door
de fabrikant. Andere produkten kunnen onveilig zijn.
8.5 FILTER REINIGINGSMIDDEL
Controleren dat de schoonwatert ank leeg is.
Het filter onderaan de machine, aan de achterkant,
controleren en reinigen. Indien nodig met water
afspoelen en de correcte distributie van het
reinigingsmiddel op de borstels verifiëren.
Het filter goed sluiten om lekken tijdens het werk te
vermijden.
8.6 BLOK MACHINE
Om de buitenkant van de machine te reinigen, een
spons of doek gebruiken, eventueel met behulp van
een zachte borstel om hardnekkige vuil te verwijderen.
De schokbestendige oppervlakte van de machine heeft
een korrelig aspect om krassen te voorkomen tijdens
het gebruik. Maar door dit aspect, kan het moeilijker
zijn om hardnekkige plekken te verwijderen. Men kan
eventueel een stoommachine gebruiken, maar zeker
geen hogedrukreiniger, nog stromend water .
8.7 BATTERIJEN
8.7.1 ZWAVELZUUR BATTERIJEN
Het onderhoud uitvoeren volgens de normen van de
fabrikant en de aanwijzingen van dit boekje.
Als de cellen onbedekt blijven (niet volledig
ondergedompeld in de zure oplossing), gaan ze snel
oxyderen en de functionaliteit van de cellen word t
definitief beschadigd.
De zure oplossing is bijtend en als het overloopt kan
de machine beschadigd worden.
Batterijladers gebruiken die door de fabrikant
aangeraden zijn en die bij de batterijen p assen.
Batterijen altijd in goed verluchte plaatsen herladen, er
bestaat ontploffingsgevaar!
Onderhoudsvrije gel batterijen zijn sterk aangeraden.
8.7.2 GEL BATTERIJEN
Onderhoud uitvoeren volgens de normen van de
fabrikant en de aanwijzingen van dit boekje.
Enkel en allen laders gebruiken die door de fabrikant
aangeraden zijn
8.8 Z E K E R I N G E N E N T H E R M I S C H E
BEVEILIGINGEN
De machine is met elektrische beveiligingen voor de
voornaamste functie’s van de machine voorzien, om
ernstige schade te voorkomen. In het elektrisch paneel
aan de voorkant van de machine, zijn er twee koppels
zekeringen (2 x 50A) van algemeen vermogen die de
netvoeding onderbreken bij ernstige onregelmatigheden.
De bedieningen op het paneel zijn door een 16A zekering
beschermd. Onder het p aneel zijn er 3 thermische
beveiligingen (40A, 4A, 4A) die in volgorde (van boven
naar beneden) aktief worden bij overbelasting van de
borstelmotor (40A), van het ophefsysteem van de
zuigmond (4A) en van het ophefsysteem van de
borstelgroep (4A).
Bij automatische activering van een van deze
schakelaars, moet men de afgesprongene schakelaar
lang drukken om opnieuw de funtie te activeren.
De activatie van de thermische beveiligingen, vooral in
de eerste weken, is niet altijd door een gebrek van de
machine veroorzaakt, maar er moet een controle door
een gespecializeerde technieker uitgevoerd worden,
als dit regelmatig voorkomt.
8.9 REGELMATIGE ONDERHOUD
Voor alle actie’s hier omschrijven, z. de get ailleerde
aanwijzingen van de betref fende paragrafen.
8.9.1 DAGELIJKSE TAKEN
- Opvangbak op de zuigmond reinigen
Содержание KRON L1
Страница 3: ...3 B A 110 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 18 17 16 15 13 14...
Страница 101: ......
Страница 105: ......
Страница 107: ......
Страница 108: ...LAVORWASH S p a Via J F Kennedy 12 46020 Pegognaga MN ITALIA 7 504 0028 rev 01 10 2012...