
22
9.4 NON SCENDE O SCENDE TROPPO POCA
SOLUZIONE DETERGENTE
Il serbatoio soluzione è vuoto.
Riempire il serbatoio soluzione, dopo aver svuotato
il serbatoio di recupero.
Le spazzole o la macchina sono ferme.
Attivare le spazzole e premere l’acceleratore.
La leva di regolazione di flusso è chiusa o quasi
chiusa.
Regolare / aumentare il flusso di uscita soluzione
come desiderato.
Il filtro della soluzione detergente è ostruito.
Pulire il filtro.
Il condotto di erogazione del dergente è ostruito in
qualche punto
Liberare il condotto rimuovendo lo sporco.
L’elettrovalvola di apertura del flusso è bruciata.
Farla sostituire.
9.5 MANCA ASPIRAZIONE
Il tubo di aspirazione non è collegato al tergipavimento.
Collegarlo correttamente
Il tubo di aspirazione, il condotto del tergipavimento
od il vano di ispezione sono intasati.
Liberare e pulire i condotti da ogni ostruzione.
Il motore di aspirazione è spento.
Attivarlo.
Il serbatoio di recupero è pieno.
Svuotarlo.
Il motore di aspirazione non riceve l’alimentazione
elettrica o è bruciato.
Verificare i collegamenti e, nel secondo caso, fare
sostituire il motore.
9.6 POCA ASPIRAZIONE
Il coperchio del serbatoio di recupero non è stato
serrato saldamente.
Serrarlo saldamente.
Il tappo del tubo di scarico del serbatoio di recupero
non è chiuso perfettamente.
Chiuderlo correttamente.
Il tubo di aspirazione, il condotto del tergipavimento
od il vano di ispezione sono intasati.
Liberare e pulire i condotti da ogni ostruzione.
9.7 IL MOTORE SPAZZOLE O IL MOTORE
ASPIRAZIONE NON SI FERMANO
L’interruttore relè è difettoso.
Fermare la macchina interrompendo l’alimentazione
generale staccando il connettore principale della
batteria e contattare il servizio tecnico.
9.8 IL TERGIPAVIMENTO NON PULISCE O NON
ASCIUGA BENE
Le lame del tergi pavimento sono usurate o trascinano
sporco solido.
Sostituirle o pulirle.
La regolazione del tergipavimento non è corretta,
l’avanzamento deve essere esattamente
perpendicolare alla direzione di marcia.
Procedere alla regolazione del tergipavimento.
Il tubo di aspirazione, il condotto del tergipavimento
od il vano di ispezione sono intasati.
Liberare e pulire i condotti da ogni ostruzione.
9.9 IL CARICABATTERIE NON FUNZIONA
Non parte la ricarica della batteria (messaggio sul
display “BAT”).
Controllare che il caricabatteria sia effettivamente
collegato alla batteria. Consultare il manuale del
caricabatteria.
9.10 LE BATTERIE NON SI CARICANO O NON
MANTENGONO LA CARICA
Al termine del processo di ricarica, la batteria non
risulta correttamente carica (vedere manuale di
istruzione-manutenzione del costruttore della
batteria)
Verificare il messaggio di errore del caricabatteria
e controllare i dati rilevati dal display. (vedere
manuale istruzioni del caricabatterie).
Le batterie sono nuove e non danno il 100% delle
prestazioni attese.
L’accumulatore raggiunge il massimo delle prestazioni
dopo 20-30 cicli di ricarica completi.
L’elettrolito è evaporato e non copre completamente
le piastre.
Controllare il manuale uso e manutenzione del
costruttore delle batterie.
Vi sono vistose differenze di densità fra i vari elementi
Sostituire la batteria danneggiata.
Consultare sempre il manuale di uso e manutenzione
delle batterie e del caricabatterie, se non si risolve il
problema, contattare il servizio tecnico autorizzato.
Il costruttore NON potrà essere d’aiuto a problemi
causati dall’utilizzo di batterie e caricabatterie non
forniti direttamente.
91
gebruiksaanwijzingen te volgen, vooral voor wat
veiligheid en installatie betreft.
6.2 BATTERIJEN INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Deze operatie’ s moeten door gespecializeerd
personeel uitgevoerd worden.
Controleren dat beide t anks leeg zijn, indien niet,
leegmaken volgens de gep aste procedure.
De vuilwatertank naar 90° opheffen en controleren dat
het goed vast zit; in deze positie heeft men van bovenaan
toegang aan de batterijruimte.
De Anderson stekker van de batterijbekabeling moet
van de Anderson stekker van de machinebekabeling
losgemaakt worden. Altijd de stekkers vasthouden en
nooit aan de kabels trekken.
In het geval dat de instelling van lader en batterij niet
correct overeenkomen, mag de batterij niet verbonden
en geladen worden, maar men moet volgens deze
procedure’s voortgaan.
De batterijbekabeling aan de de batterij vastmaken
door de batterijklemmen exact en enkel aan polen met
het zelfde symbool te verbinden (rode bekabeling “+”,
zwarte bekabeling “-“). Opgelet, een kortsluiting van de
batterij kan ontploffingen veroorzaken!
De kabels in de richting van de uitgangsontploeging
van de bekabeling oriënteren (enkel voor zwavelzuur
batterijen, aan de zijkant van de batterijruimte), de
klemmen aan de polen vastbinden en met vaseline
invetten
De batterij insteken door de ontploeging in de
batterijruimte te oriënteren (voor het zwavelzuur type)
voor de doorgang van de elektrische bekabeling naar
de stekker van de machinebekabeling.
Controleren dat alle bedieningen op het paneel op “0”
of op rust staan en de batterijstekker aan die van de
machine aansluiten.
De batterijruimte sluiten door de vuilwatert ank te
laten zakken en opletten dat kabels niet ertussen gedrukt
worden.
6.3 V O O R B E R E I D I N G B AT T E R I J L A D E R
Om de batterijlader te kunnen gebruiken moet men op
zijn eigen bekabeling (die voor de aansluiting aan de
batterij dient), de stekker monteren die samen met de
machine geleverd werd.
Voor de samenstelling van de stekker, als volgt werken:
- Van beide kabels (rood en zwart) van de lader ,
ongeveer 13 mm beschermingshoes wegnemen.
- Elke kabel in de met alen spitsen van de stekker
insteken en goed drukken met de gep aste tang.
-
Nu beide met alen spitsen (aan de kabels
aangesloten) in de stekker insteken, volgens de juiste
polen (rode kabel= “+”, zwarte kabel = “-“)
6.4 B AT T E R I J L A D E R I N S TA L L E R E N E N
AANSLUITEN
Als een lader aangevraagd wordt voor een specifieke
soort batterij, wordt het al gebruiksklaar geleverd.
Controleren dat de lader afgestemd staat op het type
batterij en de specifieke toepassing: Bij het aansteken,
de laadinstellingen op de display volgen. A.d.h. van
Als men over de (optionele) smartcard, die afgestemd
is op het soort batterij dat men wil laden, beschikt, moet
men enkel de juiste instelling van de lader invoeren
(volgens de gebruiksaanwijzingen op het boekje of op
het paneel): de smartcard in de gepaste gleuf van de
lader insteken, de lader aansteken, enkele seconden
wachten, de lader uitschakelen en de smartcard uithalen.
Als men de juiste smartcard voor die soort batterij dat
men wil laden niet bezit, dan geen enkele actie
ondernemen en cont act opnemen met het
servicecentrum.
Eens vastgesteld dat de lader correct ingesteld is, dan
de procedure van de specifieke p aragraaf volgen.
6.5 VOORBEREIDING VAN DE MACHINE
Voor het gebruik, antiglijdende schoenen,
handschoenen en andere veiligheidstoestellen aandoen,
aanbevolen door de leverancier van het reinigingsmiddel
en gepast voor de omgeving waar men werkt.
Voor het gebruik, volgende actie’s uitvoeren, en
naar de specifieke p aragrafen verwijzen voor
gedetaillerde omschrijvingen van de betref fende
stadiums:
- Het laadniveau van de batterijen controleren en
eventueel herladen.
- Borstels of padhouders (met schuurpads) monteren,
geschikt volgens het soort oppervlakte en het soort
werk dat men zal uitvoeren.
- De zuigmond monteren en controleren dat het goed
vastzit, aangesloten aan de zuigslang en dat de
zuigrubbers niet versleten zijn.
- Verifiëren dat de vuilwatertank leeg is.Indien niet,
leegmaken.
- De distributiebediening van het reinigingsmiddel
controleren en helemaal afsluiten.
- De schoonwatertank door de opening aan de
achterkant met water en niet-schuimend reinigingsmiddel
vullen, in de juiste concentratie. Een verschil van 7 cm
laten tussen de opening en het niveau van de vloeistof.
Om gevaar te vermeiden, is het aangeraden om
eerst met de machine te oefenen, in open ruimte’ s
zonder hinders, om gewend te worden aan de
bewegingen.
Om de beste result aten te bereiken op niveau van
IUIa-Acd
24V
60A
IUIa-PzV Gel
24V
50A
IUIa-Acd
36V
50A
IUIa-PzV Gel
36V
50A
IUIa-Acd
36V
60A
IUIa-PzV Gel
36V
50A
BERICHT OP HET DISPLAY
Ladingsbocht
Voltage Amperage
TYPE BATTERIJ
24V 525Ah zwavelzuur
24V 400Ah Gel
36V 420Ah zwavelzuur
36V 320Ah Gel
36V 525Ah zwavelzuur
36V 400Ah Gel
Содержание KRON L1
Страница 3: ...3 B A 110 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 18 17 16 15 13 14...
Страница 101: ......
Страница 105: ......
Страница 107: ......
Страница 108: ...LAVORWASH S p a Via J F Kennedy 12 46020 Pegognaga MN ITALIA 7 504 0028 rev 01 10 2012...