NEDERLANDS
43
Alvorens de pompen te starten moet worden nagegaan of ze naar behoren zijn aangesloten, om te voorkomen dat er
ongecontroleerd vloeistof naar buiten komt.
Houd uw handen of gereedschap weg uit de zuig- of persopening van de pomp nadat de pomp is aangesloten op de
voedingspanning
.
7.1 Algemene opstartprocedure
Deze procedure geldt voor nieuwe opstellingen alsmede voor inspecties na het uitvoeren van service, wanneer het opstarten op een later
tijdstip gebeurt dan dat de pomp in de tank is geplaatst.
-
Na lange opslagperiodes moet de conditie van de olie in de oliekamer worden gecontroleerd. Zie ook par. 8.1 Gewoon onderhoud.
-
Controleer of het systeem, de bouten, pakkingen, leidingwerk en afsluiters etc. zich in een goede staat bevinden.
-
Monteer de pomp in het systeem.
-
Schakel de voedingspanning in.
-
Controleer of de bewakingsunits, indien gebruikt, naar behoren werken.
-
Controleer de instelling van de vlotterschakelaars of de niveausensoren.
-
Controleer met een kleine startimpuls van de motor of de waaier vrij kan draaien.
-
Controleer de draairichting. Zie paragraaf 7.2 Draairichting.
-
Open de afsluitkleppen, indien aanwezig.
-
Ga na of het vloeistofpeil boven de pompmotor staat.
-
Schakel de pomp in en laat de pomp kort draaien, en controleer of het vloeistofniveau daalt.
-
Let op of de persdruk en ingangstroom normaal zijn. Zo niet, dan kan er lucht zijn ingesloten in de pomp. (Zie paragraaf. 5
Installatie)
In geval van ongewone geluiden of trillingen van de pomp, andere pompstoringen, of storing in de voedingspanning
of watertoevoer dient de pomp direct uitgeschakeld te worden. Probeer de pomp niet opnieuw in te schakelen voordat
de oorzaak is gevonden en de storing is hersteld.
Controleer na één week in bedrijf of na vervanging van de asafdichting de staat van de olie in de kamer. Voor pompen zonder sensor
wordt dit gedaan door een oliemonster te nemen. Zie paragraaf 8. Onderhoud en service voor de procedure.
7.2 Draairichting (voor een driefasenpomp)
Om de draairichting te controleren mag de pomp gedurende een zeer korte periode worden ingeschakeld zonder dat
deze ondergedompeld is.
Controleer de draairichting vóór het inschakelen van de pomp. Een pijl op het motorhuis geeft de juiste draairichting aan. De juiste
draairichting is met de klok mee, van bovenaf gezien.
Controle van de draairichting
De draairichting moet op de volgende wijze worden gecontroleerd, elke keer dat de pomp wordt aangesloten op een nieuwe installatie.
Procedure
1.
Laat de pomp aan een hijsinstallatie hangen, bijv. het hijstoestel om de pomp in de tank te laten zakken.
2.
Schakel de pomp in en uit en bekijk de beweging (reactie) van de pomp. Indien juist aangesloten zal de pomp met de klok mee
draaien, d.w.z. de pomp zal een reactie tegen de klok in vertonen. Zie afb. 7. Wanneer de draairichting verkeerd is, wissel dan
één van de twee fasen in de voedingskabel om.
8. ONDERHOUD EN SERVICE
Ingrepen voor gewoon onderhoud, d.w.z. controle, reiniging of vervanging van bepaalde onderdelen, mag uitsluitend worden
uitgevoerd door ervaren, gekwalificeerd personeel dat beschikt over geschikt gereedschap, dat kennis heeft van de normen
inzake de veiligheid op de werkplek en dat de inhoud van deze handleiding en alle andere bij het product geleverde
documentatie aandachtig bekeken en gelezen heeft.
Buitengewoon onderhoud of reparaties moeten worden overgelaten aan erkende assistentiecentra van Dab Pumps.
Voordat u een willekeurige ingreep op het systeem begint of storingen gaat opsporen, moet u nagaan of de
hoofdschakelaar uit staat en de elektrische voeding niet onopzettelijk kan worden ingeschakeld. Controleer of alle
veiligheidssystemen goed verbonden zijn. Tevens moet worden nagegaan of alle draaiende delen gestopt zijn.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden aan explosieveilige pompen dienen te worden uitgevoerd door DAB pumps
of door een door DAB pumps aangewezen werkplaats.
Dit heeft echter geen betrekking op de hydraulische componenten zoals het pomphuis, de waaier en de mechanische
afdichting.
De kabel mag uitsluitend worden vervangen door een assistentiecentrum van de fabrikant of een ander gekwalificeerd
iemand.
De pomp kan worden gebruikt voor het pompen van vloeistof die schadelijk is voor de gezondheid, verontreinigd of
giftig is. Tref alle voorzorgsmaatregelen op het gebied van de gezondheid en veiligheid, alvorens onderhoud of
reparaties te verrichten.
Gebruik voor reparaties uitsluitend originele vervangingsonderdelen.
Summary of Contents for FX Series
Page 66: ...60 5 2 3a 4 4a 6 EN 60079 14 4mm2 10 10 10 m DAB pumps 6 1 15 15 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 C...
Page 67: ...61 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps...
Page 71: ...65 5 5 6 6 DAB 7 7 DAB 1 1 7 2 2 2 DAB 3 3 4 4 5 5 6 6 DAB...
Page 86: ...80 6 1 15a 15b 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 C 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2...
Page 195: ...189 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps...
Page 199: ...193 2 2 DAB 3 3 4 4 5 5 6 6 DAB...
Page 224: ...218 5 2 3a 4 4a 6 EN 60079 14 4mm2 10 10 10...
Page 225: ...219 6 1 15a 15b 2 6 FX RANGE 150 C Restart Restart 7 1 7 8 1 S1...
Page 226: ...220 S2 Restart 8 2 7 1 2 7 8...
Page 227: ...221 DNA 1 2 3 4 1 8 3000 20 3000 150 C 40 C 8 3000 1...
Page 229: ...223 3 8 www Dabpumps com 9 1 1 2 2 3 4 4 5 5 6 7 7 8 8 9 9 1 1 2 2 3 3...
Page 236: ...230 EN 60079 14 4mm2 10 10 10 DAB pumps 6 1 15a 15b 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 7...
Page 237: ...231 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps DAB pumps DAB pumps...
Page 238: ...232 DAB Pumps DNA 1 2 3 4 8 1 3000 20 3000 DAB Pumps 40 150 Ex 10 000 8 3000 1 2 1 3 4 20...
Page 241: ...DRAWINGS 235 Fig 3 Fig 3a Fig 4 Fig 4a...
Page 242: ...DRAWINGS 236 Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9 Fig 10...
Page 243: ...DRAWINGS 237 Fig 11 Fig 12...
Page 244: ...DRAWINGS 238 Fig 13 Fig 14...
Page 245: ...DRAWINGS 239 Fig 15a Wiring Diagram...
Page 246: ...DRAWINGS 240 CB Booster for Grinder FX Fig 15b Wiring Diagram...