DAB FX Series, Instruction For Installation And Maintenance

Page: 52 / 247

NEDERLANDS
46
7. Het bedieningspaneel is defect. 7. Probeer, indien mogelijk, het bedieningspaneel uit
te sluiten door de pompen rechtstreeks op de voeding
aan te sluiten Neem eventueel contact op met de
technische dienst van DAB
8. Waaier geblokkeerd. 8. Verwijder het obstakel, reinig de waaier en neem
eventueel contact op met de technische dienst van
DAB.
9. Elektropomp werkt niet. 9. Neem contact op met de technische dienst van DAB
De elektropomp start
maar de thermische
beveiliging grijpt in.
1. Voedingsspanning verschilt van de waarden op
het typeplaatje.
Controleer de waarde van de ingangsspanning van de
motor. Neem eventueel contact met uw energiebedrijf
op.
2. Driefasenmotor. Faseonderbreking. 2. Herstel de aansluitingen van de motorvoeding en
controleer hierna de juiste stroomopname.
3. Driefasenmotor. Relais op een te lage waarde
gekalibreerd.
3. Controleer de kalibratie van het relais, stel de
waarde iets hoger in dan is aangegeven op het
typeplaatje van de motor.
4. Thermisch relais defect 4. Vervang het defecte relais en controleer of het
systeem goed werkt.
5. Waaier geblokkeerd. 5. Verwijder het obstakel, reinig de waaier en neem
eventueel contact op met de technische dienst van
DAB.
6. Onjuiste draairichting. 6. Draai de draairichting om (zie paragraaf 7.2:
“Draairichting”)
7. Gepompte vloeistof te dik. 7. Verdun de vloeistof. Controleer de
overeenstemming van de gepompte vloeistof (zie
“Technische kenmerken”).
8. Drooglopen van de elektropomp. 8. Controleer het vloeistofniveau in het reservoir en de
niveauregelaars.
9. Het werkpunt ligt buiten het werkingsbereik. 9. Controleer het werkpunt van de elektropomp,
controleer de kenmerken en onderdelen van de
persleiding. Neem eventueel contact op met de
technische dienst van DAB.
10. Elektropomp werkt niet. 10. Neem contact op met de technische dienst van
DAB
Stroomopname hoger dan
de nominale waarden.
1. Voedingsspanning verschilt van de waarden op
het typeplaatje
Controleer de waarde van de ingangsspanning van de
motor. Neem eventueel contact met uw energiebedrijf
op.
2. Driefasenmotor. Faseonderbreking. 2. Herstel de aansluitingen van de motorvoeding en
controleer hierna de juiste stroomopname.
3. Onjuiste draairichting 3. Draai de draairichting om (zie paragraaf 7.2:
“Draairichting”)
4. Waaier geblokkeerd. 4. Verwijder het obstakel, reinig de waaier en neem
eventueel contact op met de technische dienst van
DAB.
5. Gepompte vloeistof te dik. 5 Verdun de vloeistof. Controleer de overeenstemming
van de gepompte vloeistof (zie “Technische
kenmerken”).
6. Het werkpunt ligt buiten het werkingsbereik. 6. Controleer het werkpunt van de elektropomp,
controleer de kenmerken en onderdelen van de
persleiding. Neem eventueel contact op met de
technische dienst van DAB.
7. Elektropomp werkt niet. 7. Neem contact op met de technische dienst van DAB
Ontoereikende prestaties, de
pomp levert de vereiste prestaties
niet.
1. Onjuiste draairichting 1. Draai de draairichting om (zie paragraaf 7.2:
“Draairichting”)
2. Het werkpunt ligt buiten het werkingsbereik. 2. Controleer het werkpunt van de elektropomp,
controleer de kenmerken en onderdelen van de
persleiding. Neem eventueel contact op met de
technische dienst van DAB.
3. Gepompte vloeistof bevat lucht of gas. 3. Verhoog de afmetingen van het opvangreservoir.
Installeer ontgassingsapparatuur.
4. Gepompte vloeistof te dik. 4. Verdun de vloeistof. Controleer de
overeenstemming van de gepompte vloeistof (zie
“Technische kenmerken”).
5.Pomp niet aangezogen - lucht in het pomphuis 5.Controleer pompaanzuiging (zie paragraaf
“aanzuigdop “)
6. Elektropomp werkt niet. 6. Neem contact op met de technische dienst van DAB