NEDERLANDS
41
X
de letter "X" in het certificaatnummer geeft aan dat het apparaat onderworpen is aan speciale voorwaarden voor
veilig gebruik. De voorwaarden zijn genoemd in het certificaat en in de installatie- en bedieningsinstructies.
Gb
Beschermingsniveau van de apparatuur, apparatuur voor atmosferen met explosieve gassen met
beschermingsniveau "HOOG".
Markering voor explosiebeveiligde varianten volgens het schema IECEx
Markering:
Ex db IIB T4 Gb
Ex h IIB T4 Gb
IECEx EUT 20.0005X
Ex
Classificatie van het gebied volgens AS 2430.1.
db
Explosiebeveiliging conform IEC 60079-1:2014.
IIB
Geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen (niet in mijnen).
Classificatie van gassen, zie IEC 60079-0:2004, Bijlage A. De gasgroep B omvat gasgroep A.
T4
De max. oppervlaktetemperatuur is 135 °C volgens IEC 60079-0.
X
de letter "X" in het certificaatnummer geeft aan dat het apparaat onderworpen is aan speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
De voorwaarden zijn genoemd in het certificaat en in de installatie- en bedieningsinstructies.
Gb
Beveiligingsniveau apparatuur.
5. INSTALLATIE
De constructie van bakken, tanks of putten die bestemd zijn om de elektropomp onder te brengen, en de positie ervan ten
opzichte van het niveau van de riolering, zijn onderhevig aan normen en wettelijke verordeningen die in acht moeten worden
genomen.
Opstellingstypes
De FX RANGEpompen zijn bedoeld voor twee opstellingstypes:
• vrijstaande ondergedompelde opstelling op een standring. (Afb.3)
• ondergedompelde installatie op automatische koppeling, Het automatische koppelingssysteem vergemakkelijkte onderhouds- en
assistentiewerkzaamheden, aangezien de pomp gemakkelijk uit de tank kan worden genomen. (Afb.4)
Controleer voor de installatie of de bodem van de tank vlak en effen is.
Verzeker u ervan dat de put, het bekken of het reservoir voldoende groot zijn en genoeg water bevatten om een goede
werking van de elektropomp te garanderen met een beperkt aantal starts per uur.
Voor mobiele installaties wordt geadviseerd een steunschijfkit (Afb. 1) te gebruiken om te voorkomen dat de pomp
tijdens de werking wegzakt in het terrein door het zuigende effect. Creëer voor zover mogelijk in elk geval een stevige
ondergrond voor de pomp.
5.1 Niveauschaklaars
Automatische pompen FX RANGE versie MA (Afb.5)
De pompen van de serie FX RANGEin de MA-versie (automatisch monofase) worden geleverd met regelbare vlotterschakelaar. Hiermee
kan de pomp zelfstandig worden in- en uitgeschakeld, afhankelijk van het vloeistofniveau in de tank.
Ga na of de vlotterschakelaar vrij kan bewegen in de tank, zonder obstakels. Regel de vlotterschakelaar zo dat uitschakeling
plaatsvindt voordat het minimale pompniveau wordt bereikt.
De pomp kan gedurende korte tijd werken met onbedekte motor (10min).
Niet-automatische pompen FX RANGE versie MNA en TNA (Afb.6)
Voor de pompen van de serie FX RANGEin de niet-automatische versie (MNA en TNA) is een schakelpaneel nodig dat op de juiste manier
verbonden is met vlotterschakelaars of een ander niveaubewakingssysteem.
Stopniveau: het stopniveau of de vlotterschakelaar moeten zo zijn geplaatst dat de pomp (of de pompen, bij een installatie met meerdere
pompen) wordt gestopt voordat het minimale pompniveau wordt bereikt.
Inschakelniveau: Stel in de tanks met één pomp het inschakelniveau dusdanig in dat de pomp wordt ingeschakeld zodra het vereiste niveau is
bereikt. De pomp moet echter altijd worden ingeschakeld voordat het vloeistofniveau de onderste instroomleiding naar de tank bereikt.
Inschakelniveau 2 pompen: In tanks met twee pompen moet de inschakelniveauschakelaar van pomp 2 de pomp inschakelen voordat
het vloeistofniveau de onderste instroomleiding naar de tank bereikt, en de inschakelniveauschakelaar van pomp 1 moet deze pomp
overeenkomstig eerder inschakelen.
De hoogwateralarmschakelaar, indien aangebracht, moet altijd ca. 10 cm boven de inschakelniveauschakelaar worden aangebracht; er
moet echter altijd een alarm worden gegeven voordat het vloeistofniveau de onderste instroomleiding naar de tank bereikt.
Voor meer informatie over schakelpanelen en het gebruik van niveauschakelaars, gelieve contact op te nemen met
DAB Pumps.
Voor meer informatie over schakelpanelen en het gebruik van niveauschakelaars, gelieve contact op te nemen met
DAB Pumps.
Summary of Contents for FX Series
Page 66: ...60 5 2 3a 4 4a 6 EN 60079 14 4mm2 10 10 10 m DAB pumps 6 1 15 15 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 C...
Page 67: ...61 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps...
Page 71: ...65 5 5 6 6 DAB 7 7 DAB 1 1 7 2 2 2 DAB 3 3 4 4 5 5 6 6 DAB...
Page 86: ...80 6 1 15a 15b 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 C 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2...
Page 195: ...189 7 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps...
Page 199: ...193 2 2 DAB 3 3 4 4 5 5 6 6 DAB...
Page 224: ...218 5 2 3a 4 4a 6 EN 60079 14 4mm2 10 10 10...
Page 225: ...219 6 1 15a 15b 2 6 FX RANGE 150 C Restart Restart 7 1 7 8 1 S1...
Page 226: ...220 S2 Restart 8 2 7 1 2 7 8...
Page 227: ...221 DNA 1 2 3 4 1 8 3000 20 3000 150 C 40 C 8 3000 1...
Page 229: ...223 3 8 www Dabpumps com 9 1 1 2 2 3 4 4 5 5 6 7 7 8 8 9 9 1 1 2 2 3 3...
Page 236: ...230 EN 60079 14 4mm2 10 10 10 DAB pumps 6 1 15a 15b 6 2 FX RANGE k1 k2 6 1 150 7...
Page 237: ...231 7 1 8 1 7 2 5 8 7 2 1 2 7 8 Dab Pumps DAB pumps DAB pumps...
Page 238: ...232 DAB Pumps DNA 1 2 3 4 8 1 3000 20 3000 DAB Pumps 40 150 Ex 10 000 8 3000 1 2 1 3 4 20...
Page 241: ...DRAWINGS 235 Fig 3 Fig 3a Fig 4 Fig 4a...
Page 242: ...DRAWINGS 236 Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9 Fig 10...
Page 243: ...DRAWINGS 237 Fig 11 Fig 12...
Page 244: ...DRAWINGS 238 Fig 13 Fig 14...
Page 245: ...DRAWINGS 239 Fig 15a Wiring Diagram...
Page 246: ...DRAWINGS 240 CB Booster for Grinder FX Fig 15b Wiring Diagram...