31
NL
30
NL
Let erop dat de volgende activiteiten het risico lopen de Systeemcontrole niet te passeren:
• Het jasje omhoog ritsen zonder het aan te trekken
• Stilstaan
• Gaan zitten – INCLUSIEF op de motor wanneer de motor stationair draait.
Als de systeemcontrole is geslaagd, zal er een constant groen (3a) led-indicatielampje gaan
branden.
d) Uitschakeling
Schakel het Systeem uit door de activeringsgordel (4) open te trekken. Het systeem wordt
ongeveer na 1 seconde uitgeschakeld. Verifieer dat het Systeem is uitgeschakeld door na te
gaan dat de LED-display (3) oplaadt of uitgeschakeld is.
Om het systeem uitgeschakeld te houden, houdt u de activeringsgordel (4) open, zoals
afgebeeld in Figuur 11. Houd het Systeem altijd in deze toestand tijdens opslag, transport
of verzending.
Figuur 11
In de Straat-Modus is het Tech-Air® 10-systeem pas actief
wanneer de systeemcontrole en na ongeveer 10 seconden
te hebben gereden. Eenmaal geactiveerd blijft het systeem
actief, zelfs als de bestuurder stopt, en totdat het systeem
handmatig wordt uitgeschakeld, om ook in stilstaande toestand
bescherming te bieden wanneer de motorfiets wordt geraakt
door een voertuig, zoals beschreven in de voorwaarden van de
beschermingsomhulsel (zie paragraaf 3).
U MOET het led display (3) in de Straat-Modus na de
Systeemcontrole controleren om te verifiëren dat de groene (3a)
led constant brandt voordat u begint te rijden/ het Tech-Air®
10-systeem te gebruiken. Het Systeem wordt niet geactiveerd
als de groene led (3a) op het led display (3) niet constant brandt.
Wanneer het Systeem niet in gebruik is en wordt opgeslagen,
vervoerd of verzonden, dan moet het Systeem worden
uitgeschakeld door de activeringsgordel (4) open te laten. Dit
voorkomt dat het Systeem per ongeluk wordt ingeschakeld en
onopzettelijk wordt geactiveerd, en het voorkomt de ontlading
en verminderde levensduur van de batterij.
Schakel het systeem ALTIJD uit [door de activeringsgordel (4)
open tee trekken] wanneer u niet op een motorfiets rijdt, ook als
u het systeem blijft dragen. Hoewel het Systeem is getest voor
een aantal activiteiten die los staan van het rijden, verhoogt
het ingeschakeld en/of actief houden van het systeem de kans
op een ongewenste activering en het verbruik van de batterij.
Dus als regel, als u niet rijdt, altijd de activeringsgordel openen.
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
BELANGRIJK!
Zelfs als de controle van het systeem met succes is voltooid, zal het systeem
automatisch uitschakelen als het systeem detecteert:
- dat de houding van de bestuurder niet verenigbaar is met het normaal
dragen van het systeem of
- geen bewegingen gedurende meer dan 10 minuten. Wanneer een van de
bovenstaande situaties zich voordoet, opent en sluit u de activeringsgordel
(4) om het systeem opnieuw te starten en een nieuwe systeemcontrole uit
te voeren.