nl
Inbedrijfname
360
WILO SE 2022-05
9.4.9
Instellingsdialogen
Regelingsmodus
Δp-v
Δp-c
n-c
Fig. 37:
Instellingsdialoog
Instellingsdialogen zijn met een geel kader gefocust en geven de actuele instelling aan.
Draaien van de bedieningsknop naar rechts of links past de gemarkeerde instelling aan.
Drukken van de bedieningsknop bevestigt de nieuwe instelling. De focus keert terug
naar het oproepende menu.
Wanneer de bedieningsknop voor het drukken niet wordt gedraaid, blijft de eerdere in-
stelling onveranderd behouden.
In instellingsdialogen kunnen ofwel één of meerdere parameters worden ingesteld.
ƒ
Als er slechts 1 parameter kan worden ingesteld, dan keert de focus na bevestiging
van de parameterwaarde (indrukken van de bedieningsknop) terug naar het oproe-
pende menu.
ƒ
Als er meerdere parameters kunnen worden ingesteld, dan wisselt de focus na be-
vestiging van een parameterwaarde naar de volgende parameter.
Wanneer de laatste parameter in de instellingsdialoog wordt bevestigd, keert de
focus terug naar het oproepende menu.
Wanneer de terugtoets
wordt ingedrukt, keert de focus terug naar de vorige
parameter. De eerder veranderde waarde wordt verworpen, omdat hij niet werd be-
vestigd.
Om ingestelde parameters te controleren, kan door drukken van de bedienings-
knop van parameter naar parameter worden gewisseld. Bestaande parameters wor-
den daarbij opnieuw bevestigd, maar niet veranderd.
LET OP
Drukken van de bedieningsknop zonder een andere parameterselectie of waardever-
andering, bevestigt de bestaande instelling.
Drukken van de terugtoets
verwerpt een actuele aanpassing en behoudt de eer-
dere instelling. Het menu wisselt terug naar de vorige instelling of naar het vorige
menu.
9.4.10
Statusbereik en statusaanduidin-
gen
Fig. 38:
Statusbereik
Links boven het hoofdmenubereik
1.1
bevindt zich het statusbereik. (Zie ook de tabel
356] in het hoofdstuk 'Startscherm' [
Wanneer een status actief is, kunnen statusmenu-items in het hoofdmenu worden
weergegeven en gekozen.
Door de bedieningsknop naar het statusbereik te draaien, wordt de actieve status
weergegeven.
Wanneer een actief proces beëindigd of afgebroken is, wordt de statusaanduiding weer
verborgen.
Er zijn drie verschillende klassen van statusaanduidingen:
1.
Weergave proces:
Lopende processen zijn blauw gemarkeerd.
Processen laten het pompbedrijf afwijken van de ingestelde regeling.
2.
Weergave waarschuwing:
Waarschuwingsmeldingen zijn geel gemarkeerd.
Als er sprake is van een waarschuwing, dan is de werking van de pomp beperkt (zie
het hoofdstuk „Waarschuwingsmeldingen” [
Voorbeeld: Kabelbreukherkenning op analoge ingang.
3.
Weergave fout:
Foutmeldingen zijn rood gemarkeerd.
Is een fout actief, stopt het bedrijf van de pomp. (Zie het hoofdstuk „Foutmeldin-
gen” [
Voorbeeld: blokkerende rotor.
Andere statusaanduidingen kunnen, voor zover aanwezig, door draaien van de bedie-
ningsknop naar het overeenkomstige symbool, worden weergegeven.
Summary of Contents for Yonos GIGA2.0-D
Page 2: ......
Page 3: ...Fig I Yonos GIGA2 0 I D DN 32 DN 80 D E D...
Page 4: ...Fig II Yonos GIGA2 0 I D DN 100 DN 125 D D E...
Page 5: ...5 Deutsch 6 English 108 Fran ais 208 Nederlands 314...
Page 416: ......
Page 417: ......
Page 418: ......
Page 419: ......
Page 420: ......
Page 421: ......
Page 422: ......
Page 423: ......