68
NEDERLANDS
NL
Vier standen:
1. Stopstand - de motor is kortgesloten. De
sleutel kan verwijderd worden.
2. Rijstand.
3. Rijstand.
4. Startstand - de elektrische startmotor
wordt geactiveerd op het moment dat de
sleutel in de veerbelaste startstand wordt
gedraaid. Laat de sleutel teruggaan naar
rijstand 3 wanneer de motor gestart is.
3.4.6 Versnellingspook (7:J)
Pook om één van de vijf versnellingen vooruit (1-
2-3-4-5), neutraal (N) of achteruit (R) te kiezen.
Tijdens het schakelen moet het koppelingspedaal
ingetrapt zijn.
LET OP! Zorg dat de machine volledig stilstaat
voordat u van de achteruit in de vooruit of
omgekeerd schakelt. Als u niet meteen in een
bepaalde versnelling kunt schakelen, laat het
koppelingspedaal dan opkomen en trap het
opnieuw in. Schakel opnieuw naar de gewenste
versnelling. Probeer nooit geforceerd in een
gewenste versnelling te schakelen.
3.4.7 Krachtafnemer (7:E)
De krachtafnemer mag nooit inge-
schakeld zijn wanneer het aan de voor-
zijde gemonteerde gereedschap in de
transportstand staat. Dit beschadigt de
riemtransmissie.
Hendel voor in- en uitschakelen van de krachtafne-
mer voor aandrijving van het maaidek en aan de
voorzijde gemonteerde accessoires. Twee standen:
1.Voorste stand - krachtafnemer uitge-
schakeld.
2. Achterste stand - krachtafnemer inge-
schakeld.
3.4.8 Zitting (9:L)
De zitting kan worden opgeklapt en naar
voor of achter worden geschoven. De
stand van de zitting kan met de knoppen
(4:M) worden vergrendeld.
De zitting is voorzien van een beveiligingsschake-
laar die is aangesloten op het beveiligingssysteem
van de machine. Doordat bepaalde functies niet
werken als er niemand op de zitting zit wordt
voorkomen dat er gevaarlijke situaties kunnen
ontstaan. Zie ook 5.3.2.
3.4.9 Motorkap (afb. 12)
Om bij te tanken en de motor en de accu te inspec-
teren en onderhouden, opent u de motorkap.
De motor mag niet draaien als u de kap
opent.
3.4.9.1 Openen
1. Zorg dat de besturingsarmen in de voorste stand
staan.
2. Trek de stoelvergrendeling (9:N) omhoog en
kantel de stoel voorover.
3. Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai
de kap omhoog.
3.4.9.2 Sluiten
Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai de
kap omlaag.
De machine alleen gebruiken met geslo-
ten kap. Anders bestaat er een kans op
brandwonden en kunt u bekneld raken.
4 TOEPASSINGEN
Op de machine mogen uitsluitend originele GGP-
accessoires worden gemonteerd, zoals:
Het trekmechanisme mag worden belast met een
verticale kracht van maximaal 100 N.
De duwkracht van getrokken accessoires op het
trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N.
LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhang-
er altijd contact op met uw verzekeringsmaat-
schappij.
LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden
op de openbare weg.
5 STARTEN EN RIJDEN
De machine alleen gebruiken met geslo-
ten en vergrendelde kap. Anders be-
staat er een kans op brandwonden en
kunt u bekneld raken.
Werkzaamheden Accessoires, origineel van
GGP
Gras maaien
Maaidekken gebruiken: 85 C
Vegen
Veegeenheid. Stofbeschermer
wordt aanbevolen.
Sneeuwruimen
Sneeuwschuif of sneeuwfrees
gebruiken. Sneeuwkettingen en
framegewichten zijn aanbevo-
len.
Gras en bladeren
vegen
Getrokken opvangbak 30" of 42"
gebruiken.
Gras- en bladtrans-
port
Transportkar Combi gebruiken.
Summary of Contents for XM 130
Page 2: ...2 S F G E E G H W X K L J A B 1 2 4 3 5...
Page 3: ...3 B C A E J F H L M N Max 6 8 10 7 9 11...
Page 4: ...4 P Q R 0 1 x S T R 12 14 16 13 15 17...
Page 5: ...5 V 18 20 19...
Page 115: ...115 RU 5 3 1 5 3 2 5 4 1 13 2 3 4 5 2 6 7 8 2 9 5 5 5 2 10o 20...
Page 116: ...116 RU 5 6 1 2 5 7 6 6 1 GGP 6 2 6 3 0 4 1 2 6 4 5 50 25 SAE 10W 30 SJ...
Page 169: ...www ggp group com GGP Sweden AB Box 1006 SE 573 28 TRAN S GGP...