- 35 -
e- Kit hendels voor het losmaken van de ruiten.
f- Beschermende stroken tegen krassen.
g- Verwarmende pen.
h- Werktuig voor het losmaken van de ruiten op afgesloten plaats.
i- Heat Twister.
l- Wagentje
Andere toebehoren kunnen aangeduid worden in de Catalogus van de producten.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de machine staan
samengevat op de identificatieplaat (achterste paneel) met de volgende betekenis:
FIG. A
1- Fabrikant
2- Beschermingsgraad IP.
3- Symbool van de voedingslijn.
4- Symbool van de voorziene verwarmingsprocedure.
5- Prestaties van het uitgangscircuit:
- U
2
: uitgangsspanning.
- I
2
: uitgangsstroom.
- f
2
: frequentie in uitgang.
- P
2
max : maximum vermogen in uitgang.
6- Kenmerken van de voedingslijn:
- U
1
: wisselspanning van de voeding van de machine (toegestane limieten
±15%):
- P
1
max : Maximum vermogen geabsorbeerd door de lijn.
7- Inschrijvingsnummer fabricage. Identificatie van de machine (noodzakelijk voor
technische assistentie, aanvraag van reserveonderdelen, opsporen van de
oorsprong van het product).
8- Naam van de machine.
9- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen.
Opmerking:
Het voorbeeld van de afgebeelde plaat is louter ter aanduiding van
de betekenis van de symbolen en de cijfers; de juiste waarden van de technische
gegevens van de machine moeten rechtstreeks worden aangeduid op de plaat van
de machine zelf.
3.1 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- VERWARMER : zie tabel 1 (TAB. 1)
Het gewicht van de machine staat aangeduid in de tabel 1 (TAB. 1).
4. BESCHRIJVING VAN DE MACHINE (FIG. B)
4.1 INRICHTINGEN VAN AANSLUITING, CONTROLE EN AFSTELLING
1- Aansluiting pedaalbediening (voor alle werktuigen).
2- Contact om de verschillende werktuigen te verbinden.
3- Meerfunctietoets. Selectie van de werkwijze “AUTO” of “MANUAL” geldig voor
alle werktuigen. Om het geluidssignaal te elimineren/activeren de toets ingedrukt
houden gedurende 3s.
4- Potentiometer voor de afstelling percentage van het vermogen (Power %).
4.2 MELDINGEN EN ALARMEN
5- Led algemeen alarm aan. De display toont het type van alarm:
AL.1:
Alarm thermische beveiliging. Het herstel is automatisch. Men raadt aan de
machine zo snel mogelijk naar een assistentiecentrum te brengen.
AL.2:
Alarm thermische begrenzer. Het herstel is automatisch op het einde van de
koeling.
AL.3:
Alarm overspanning. Het herstel is automatisch indien de spanning terugkeert
binnen de toegestane waarden.
AL.4:
Alarm onderspanning. Het herstel is automatisch indien de spanning terugkeert
binnen de toegestane waarden.
6- Led van melding van het vermogen: wijst erop dat de display de waarde in % (max
100%) van het vermogen toont.
7- Display: visuele weergave van de alarmen, van het werktuig in gebruik (bij elke
start van de machine) en van de Power %.
8- Melding “NO LOAD”: de inductor werd geactiveerd in de lucht ofwel is de afstand
tot aan het stuk te groot (groter dan 2 cm). Vermijden het werktuig in de lucht te
activeren vooral indien de werkwijze AUTO niet actief is!
9- Groep van LEDS van melding van het verwarmend vermogen: de melding groeit
met het groeien van het vermogen dat effectief wordt overgebracht op het stuk.
5. INSTALLATIE
LET OP! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE MACHINE ZORGVULDIG
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND UITGEVOERD
WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
5.1 LOCATIEKEUZE VAN DE VERWARMER
De plaats van installatie van de verwarmer zodanig kiezen dat er geen hindernissen
zijn ter hoogte van de in- en uitgangsopening van de koellucht; tevens controleren of
er geen conductiestof, corrosieve dampen, vocht, enz. worden aangezogen.
Minstens 250mm vrije ruimte rond de machine houden.
LET OP! De verwarmer plaatsen op een horizontaal oppervlak of op
een wagentje met een draagvermogen geschikt voor het desbetreffend gewicht
teneinde het kantelen of gevaarlijke verplaatsingen te voorkomen.
5.2 AANSLUITING OP HET NET
Waarschuwingen
- Voordat men gelijk welke elektrische verbinding uitvoert, moet men verifiëren of de
gegevens op de plaat van de machine overeenstemmen met de spanning en de
frequentie van het net beschikbaar op de plaats van installatie.
- De machine moet uitsluitend worden aangesloten op een voedingssysteem met een
neutraalgeleider verbonden met de aarde.
5.2.1 Stekker en stopcontact
De machine is oorspronkelijk uitgerust met een voedingskabel met een
standaardstekker, (2P + T) 16A/250V.
Ze kan dus aangesloten worden op een stopcontact van het net voorzien van
zekeringen of van een automatische schakelaar; de desbetreffende aardklem moet
verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn. De tabel 1
(
TAB. 1
) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de trage zekeringen van de lijn
gekozen op basis van het maximum nominaal vermogen verdeeld door de verwarmer
en van de nominale voedingsspanning.
LET OP! Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt
het veiligheidssysteem voorzien door de fabrikant (klasse I) inefficiënt met de
daaruit volgende zware risico’s voor de personen (vb. elektroshock) en voor de
dingen (vb. brand).
5.3 VERBINDINGEN VAN HET WERKTUIG EN VAN DE PEDAALBEDIENING (FIG.
C)
LET OP! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT
MOET MEN CONTROLEREN OF DE MACHINE IS UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
5.3.1 Verbinding van het werktuig
- De connector van het werktuig in het stopcontact van de machine steken (
FIG
.
C-1
).
Let op: de connector kan slechts in één enkele richting in het stopcontact worden
gestoken!
- De verbinding blokkeren middels de speciaal daartoe bestemde hendel.
5.3.2 Verbinding van de pedaalbediening
- De rubberslang verbinden zoals wordt aangeduid op
FIG
.
C-2
.
- Goed duwen op de slang om een goede verbinding te bekomen.
6. GEBRUIK VAN DE WERKTUIGEN
6.1 VOORAFGAANDE OPERATIES
Voordat men gelijk welke operatie met de verwarmer uitvoert, moet men een reeks
nazichten uitvoeren met de hoofdschakelaar in de stand”O”:
1- Controleren of de elektrische aansluiting correct werd uitgevoerd volgens de
voorafgaande instructies.
2- Controleren of de verwarmer niet beschadigd is. De integriteit van de voedingskabel
en –stekker, van de kabel van de inductor, van de isolatie, enz. verifiëren.
3- Het werktuig verbinden zoals wordt beschreven in de vorige paragraaf (
FIG
.
C-1
).
6.2 PRINCIPE VAN WERKING
Het principe van werking is gebaseerd op het genereren van een wisselend magnetisch
veld dat door de inductor wordt geconcentreerd op het te verwarmen metalen stuk;
in het stuk worden “parasitaire” stromen gegenereerd die het heel snel verwarmen.
De stromen circuleren niet in de isolatiematerialen, dus dit systeem verwarmt geen
materialen zoals glas, plastic, keramiek, hout, stof, enz... De inductor genereert de
parasitaire stromen in de niet magnetische materialen zoals aluminium, koper, zilver,
enz., maar wegens hun lage elektrische soortelijke weerstand worden deze materialen
weinig verwarmd. De inductor genereert daarentegen sterke parasitaire stromen in
alle ferromagnetische materialen zoals ijzer, staal, gietijzer, enz., die wegens hun
hoge elektrische soortelijke weerstand heel snel worden verwarmd.
De verschillende vormen van de inductors maken het mogelijk de magnetische stroom
en bijgevolg de warmte op verschillende manieren te concentreren in functie van het
gebruik waarvoor ze ontworpen werden. De gegenereerde stroom slaagt erin metalen
voorwerpen te verwarmen die niet meer dan 2 ÷ 2,5 centimeters van het werktuig zijn
verwijderd en het verwarmend vermogen wordt groter naargelang de inductor zich
dichter bij het stuk bevindt.
6.3 GEBRUIKSWIJZEN AUTO EN MANUAL (FIG. B-3).
- AUTO (automatische regeling): Het is mogelijk altijd hetzelfde verwarmend
vermogen over te brengen op het stuk, onafhankelijk van de afstand van het stuk
(binnen een werkstraal van 2 ÷ 2,5 centimeters van het werktuig). Deze functie
van controle is heel belangrijk vooral bij de verwarming van geverfde staalplaten
waarvan de temperatuur niet te snel mag stijgen om het stuk niet te verbranden.
In de werkwijze AUTO is de functie van de veiligheid, die de inductor alleen activeert
wanneer het stuk zich binnen de werkstraal van het werktuig bevindt, altijd actief.
In deze werkwijze is de potentiometer (
FIG. B-4
) buiten werking gesteld omdat de
machine automatisch de regeling instelt in functie van de afstand van de staalplaat:
de display toont de laatste waarde in % gebruikt door de machine om het effectief
overgebracht verwarmend vermogen constant te houden.
- MANUAL (manuele afstelling): Het is mogelijk het vermogen (in %) verdeeld door
de machine in te stellen met de potentiometer (
Fig. B-4
); de display toont de
geselecteerde waarde.
Het verwarmend vermogen is des te groter naargelang de plaat zich dichter bij
de inductor bevindt en het is mogelijk de waarde van default van de werkwijze
AUTO aanzienlijk te overschrijden. De leds van figuur B-9 tonen het verwarmend
vermogen dat effectief werd overgebracht naar het stuk (“OK” verwijst naar de
waarde van default van de werkwijze AUTO).
WAARSCHUWINGEN:
- Om de geverfde staalplaten niet te beschadigen, moet men altijd de werkwijze
AUTO kiezen. Men moet in ieder geval altijd de inductor bewegen met een
snelheid van 3 - 4 cm/s boven het te verwarmen stuk en de drukknop of de
pedaal loslaten voordat de verf begint te roken. Het werktuig nooit actief en
stilstaand boven het te verwarmen stuk laten!
- Het is best testen met de verwarmer uit te voeren op een machine die moet
gesloopt worden, om vertrouwd te worden met de werktuigen voordat men de
wagen van een klant in handen neemt.
- Het verven van lichte kleuren is delicater dan dat van donkere kleuren omdat
de lichte kleuren de neiging hebben geel of donker te worden!
6.4 GEBRUIK VAN HET WERKTUIG VOOR HET LOSMAKEN VAN DE RUITEN
Het werktuig (
Fig. D-a
) is in staat de ruiten van de wagen los te maken door de boord
van de staalplaat te verwarmen waar zich de lijm bevindt die de ruit vastlijmt. Het
kleefproduct wordt verwarmd middels geleiding tot het loskomt van de staalplaat en
zo de ruit vrijmaakt.
FIG. E
toont het werktuig dat de ruiten losmaakt en de plaatsing van de warmte op
de staalplaat: de grootste warmteconcentratie bekomt men in het centrum van het
werktuig.
Procedure:
1- De zichtbare pakkingen en de rubberen of metalen lijsten van het glas wegnemen,
om de desbetreffende plastic wiggen tussen de ruit en de plaat te kunnen plaatsen.
2- De antenne, de regensensor, de ruitenwissers en alle toebehoren die eventueel
aanwezig zijn in de nabijheid van de ruit wegnemen.
3- De ruit goed schoonmaken langs de boorden. De zichtbare gedeelten van de
carrosserie in de nabijheid van het glas eventueel beschermen met een speciale
kleefband om te voorkomen dat de verf tijdens de operaties strepen maakt.
4- Verifiëren of de beschermende tape geplaatst aan de basis van de inductor zuiver
Содержание Smart Inductor 5000
Страница 26: ...26 7 1 7 2 O 5 10 8 I...
Страница 33: ...33 max 10 bar 8 I...
Страница 81: ...81 7 1 7 2 O O 5 max 10bar 8 I...
Страница 87: ...87 FIG D FIG E a b c l d e f g h i T Max sheet metal lamiera HEAT MAP MAPPA CALORE...