113
© REELY 01/08
Voor de inloopfase geldt principieel het volgende:
- Laag toerental
- Rijk brandstof/luchtmengsel
- Korte looptijden met afkoelfases (telkens ca. 3 minuten)
- Inlooptijd (zuivere looptijd van de motor) in totaal ca. 45 minuten
B
RANDSTOF
:
De bijmenging van nitromethaan in modelbrandstof verhoogt de ontbrandbaarheid van de brandstof en daarmee de prestatie van de motor.
Gebruik in de inloopfase een modelbrandstof met minder bijmenging van nitromethaan
om oververhitting van de motor te voorkomen. Verder
moet de brandstof een hoger olieaandeel hebben („rijke“ carburateurafstelling) omdat zo de smering van de motor verbeterd wordt totdat de zuiger en
de cilindervoering ingelopen zijn.
Nadat u de brandstof in de tank gevuld heeft en de motor opgestart heeft zoals boven beschreven, mag u met het inlopen van de motor
beginnen.
1
STE
INLOOPFASE
:
Ondersteun het modelvoertuig zodat de wielen vrij in de lucht hangen en doe de 1
ste
inloopfase terwijl het voertuig stil staat!
Om later alle mogelijkheden te kunnen benutten moet de motor twee tot vier tankvullingen met een “rijke” carburateurafstelling en
verschillende toerentallen draaien. Hierbij zal er veel witte rook uit de uitlaat komen.
Na elk draaien van de motor (na elke tankvulling) moet de motor voldoende lang afkoelen.
Daarna kan het mengsel stap voor stap verarmd worden door de hoofdsproeier in te draaien.
-
Laat de plugstekker erop en laat de motor gedurende ca. 1 minuut warmlopen zonder gas te geven.
-
Hiertoe eventueel de hoofdsproeier een beetje uitdraaien (de doorstroming wordt groter).
-
Verwijder de plugstekker na 1 minuut warmlopen.
-
Laat de motor ca. 2 - 3 minuten met tussentijdse afkoelfases draaien.
Verhoog hierbij het toerental enkel licht met korte gasstoten.
De motor draait zeer ruw en het modelvoertuig beweegt enkel stroef.
-
Zet de motor na 2 - 3 minuten af.
-
Laat de motor ca. 10 minuten afkoelen.
2
DE
INLOOPFASE
-
Stel de motor een beetje armer in door de hoofdsproeier een achtste slag weer in te draaien en de motor opnieuw op te starten.
-
Laat de motor opnieuw ca. 2 - 3 minuten met tussentijdse afkoelfases draaien.
De motor moet het gas nu een beetje beter opnemen, er is echter nog rookontwikkeling.
Voert de motor het toerental slechts kort op en slaat dan af, draai dan de hoofdsproeier er weer een beetje uit.
-
Zet de motor weer af en
-
laat hem weer 10 minuten afkoelen.
-
Herhaal deze procedure en maak het mengsel telkens een beetje armer.
3
DE
INLOOPFASE
De drie volgende tankvullingen
kan het voertuig nu
langzaam (max. 1/2 gas)
gereden worden.
Een te arm ingesteld mengsel zal oververhitting en het vastlopen van de motor tot gevolg hebben.
Voor een lange levensduur van de motor moet u de voorkeur geven aan een licht rijke carburateurafstelling en een brandstof met voldoende olie (ten
minste 16%).
De zuivere rijtijd (looptijd van de motor) moet in het totaal ca. 45 minuten bedragen.
Na deze tijd moet de motor ingereden zijn. U kunt herkennen dat de motor ingelopen is als hij in koude toestand en zonder gloeiplug zonder merkbare
weerstand doordraait.
Pas nu mag u de motor met een volledig vermogen laten draaien.
I
NLOOPVOORSCHRIFTEN VOOR DE MOTOR
4.9
4
V
OORBEREIDINGEN
Содержание 23 49 70
Страница 2: ...UPGRADE 11 08 ...
Страница 3: ......
Страница 132: ...129 No 23 49 70 REELY 01 08 ...
Страница 133: ...130 No 23 49 70 REELY 01 08 ...
Страница 134: ...131 No 23 49 70 REELY 01 08 ...