Karl Storz 20161420-1, Инструкция по эксплуатации

Страница: 50 / 56

44
Anhang
Hinweise zur elektromagnetisc hen
Verträglichkeit (EMV)
Appendix
Electromagnetic Compatibility (EMC)
Information
Bijlage
Aanwijzingen voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC)
Tabel 4
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – Elektromagnetische immuniteit –
Voor medische elektrische apparaten die niet levensreddend zijn
De "power LED 175", model 20161420-1, is bedoeld voor het gebruik in een van de hieronder beschreven omgevingen.
De gebruiker van het apparaat dient ervoor te zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstesten
IEC 60601
testniveau
Overeenstemmingsniveau Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen
De afstand tussen draagbare en mobiele draadloze apparatuur tot de
"power LED 175", model 20161420-1, inclusief kabels dient tijdens
het gebruik niet kleiner te zijn dan de aanbevolen veiligheidsafstand
die wordt berekend volgens de formule die van toepassing is op de
zendfrequentie.
Aanbevolen veiligheidsafstanden:
Geleide HF-stoorvelden
volgens IEC 61000-4-6
3 V
eff
150 kHZ tot < 80 MHz
3 V
eff
150 kHz tot < 80 MHz
Gestraalde
HF-stoorvelden volgens
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
3 V/m
80 MHz tot < 800 MHz
800 MHz tot 2,5 GHz
Met P als nominaal vermogen van de zender in watt [W] conform
de gegevens van de fabrikant van de zender en d als aanbevolen
veiligheidsafstand in meters [m].
De veldsterkte van stationaire draadloze zenders dient bij alle
frequenties volgens een onderzoek ter plaatse
a
geringer te zijn dan
het overeenstemmingsniveau b .
In de omgeving van apparaten die het volgende symbool dragen,
kunnen zich storingen voordoen:
Opmerking: deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle gevallen van toepassing. De verspreiding van elektromagnetische velden wordt beïnvloed door
absorpties en reflecties van gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
De veldsterkte van stationaire zenders, zoals basisstations van mobiele telefoons en mobiele draadloze communicatie-apparatuur,
amateurradiostations, AM- en FM-radio- en televisiezenders, kunnen theoretisch niet nauwkeurig vooraf worden bepaald. Om de elektromagnetische
omgeving ten aanzien van de stationaire zenders te bepalen, moet een onderzoek van de standplaats worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte
op de standplaats, waarop het apparaat wordt gebruikt, het bovengenoemde overeenstemmingsniveau overschrijdt, moet het apparaat worden
bewaakt om de beoogde werking aan te tonen. Als wordt geconstateerd dat de prestatiekenmerken ongebruikelijk zijn, kunnen extra maatregelen
noodzakelijk zijn, zoals een gewijzigde oriëntatie of een andere standplaats van het apparaat.
b
In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan 3 V/m zijn.
[ ]
P
d
3 / 5 , 3 =
[ ]
P
d
3 / 5 , 3 =
[ ]
P d
3 / 7 =