9-26
Gebruiksaanwijzing voor de K-MINC-1000
Nederlands
9
Aanbevolen scheidingsafstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de MINC Mini Incubator
De MINC Mini Incubator is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle zijn. De klant of de
gebruiker van de MINC Mini Incubator kan elektromagnetische storing helpen voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur (zenders) en de MINC Mini Incubator volgens de onderstaande aanbevelingen, overeenkomstig het maximale uitgangsvermogen van
de communicatieapparatuur.
Nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender
W
Scheidingsafstand volgens de frequentie van de zender
m
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2 √P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 √P
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3 √P
0,01
0,12
0,12
0,23
0,1
0,38
0,38
0,73
1
1,2
1,2
2,3
10
3,8
3,8
7,3
100
12
12
23
Voor zenders met een maximaal toelaatbaar uitgangsvermogen dat hierboven niet is vermeld, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden
geschat door de vergelijking te gebruiken die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het maximale toelaatbare uitgangsvermogen van de
zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender.
Opmerking 1:
Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2:
Deze richtlijnen zijn mogelijk niet van toepassing op alle situaties. Elektromagnetische voortplanting wordt be
ï
nvloed door absorptie en reflectie
van bouwwerken, voorwerpen en mensen.
9. Oplossen van problemen
BELANGRIJKE OPMERKING:
Indien zich fouten blijven voordoen, neem dan contact op met uw Cook Medical-vertegenwoordiger.
Fout- en alarmsituatie
Bron van de fout
Eliminatie van de fout
De MINC gaat niet aan.
Het netsnoer is niet aangesloten. De
netspanning is niet ingeschakeld.
Controleer de stroomtoevoerverbinding. Schakel de
netstroom in. (Zie § 3.10).
De displays lichten niet op.
Het instrument staat stand-by.
Controleer of het stand-by-indicatielampje groen oplicht.
Druk op de stand-by-knop. (Zie § 3.10).
De MINC warmt niet op tot de juiste temperatuur.
De temperatuurinstellingen zijn verkeerd
ingevoerd.
Voer de juiste temperatuurinstellingen in. (Zie § 3.11.3).
Alarm ‘Temperature out of range’
(temperatuur buiten bereik).
Het display toont “Err” (fout).
De ingestelde temperatuur wordt niet op tijd
bereikt.
Zet de verwarmingskamer uit en weer aan. (Zie § 3.11.1).
Er staan deksels langere tijd open.
Laat geen deksels langere tijd open staan. Zet de
verwarmingskamer uit en weer aan. (Zie § 3.11.1).
Het instrument werkt niet in functionele
omgevingscondities.
Onderzoek de plaatsing van het instrument. (Zie § 3.6).
Alarm ‘Low inlet pressure’ (lage inlaatdruk).
Het display toont “CO
2”
.
De gastoevoer is niet aangesloten.
Controleer de aansluiting van de gastoevoer. (Zie § 3.7.3).
De gasflow moet in uitdrijfmodus starten wanneer de
gastoevoer weer is aangesloten.
De gasvoorraad is op.
Controleer de beschikbare resterende hoeveelheid.
De gasflow moet in uitdrijfmodus starten wanneer de
gastoevoer weer is aangesloten.
Er zijn gaslijnen geknikt.
Controleer of er geen gaslijnen geblokkeerd zijn.
De gasflow moet in uitdrijfmodus starten wanneer de
gastoevoer weer is aangesloten.
Het apparaat voor gascilinderverwisseling is
niet compatibel met de MINC.
Zorg ervoor dat de inlaatdruk naar de MINC niet lager
wordt dan 135 kPa.
De gasflow moet in uitdrijfmodus starten wanneer de
gastoevoer weer is aangesloten.
De weerstand tegen de gasflow bij seri
ë
le
aansluiting van meerdere instrumenten is te
hoog voor de uitdrijfcyclus.
Controleer of de gereguleerde druk nog steeds 150 kPa
nominaal is wanneer de uitdrijfcyclus bij alle in serie
aangesloten instrumenten wordt gedraaid. (Zie § 3.7.4).
Alarm ‘No gas flow or gas flow out of range’
(geen gasflow of gasflow buiten bereik).
Het display toont “Err” (fout).
De disposable gaslijnen, fles en filter zijn
verkeerd aangesloten of verstopt.
Controleer de aansluitingen naar de Luer-fitting in de
centrale kamer en controleer of er geen disposable lijnen
geknikt zijn. (Zie § 3.8).
Zet de flow uit en weer aan. (Zie § 3.12.1).
Het disposable filter is verstopt door vocht.
Vervang de set van disposable bevochtigingsfles,
gasslang en filter (K-MINC-CTS-S). (Zie § 3.8).
Zet de flow uit en weer aan. (Zie § 3.12.1).
Er zijn disposable gaslijnen geknikt of
geblokkeerd.
Controleer of er geen gaslijnen geknikt of geblokkeerd
zijn. (Zie § 3.8).
Zet de flow uit en weer aan. (Zie § 3.12.1).