9-16
Gebruiksaanwijzing voor de K-MINC-1000
Nederlands
9
5.5 De logsoftware opstarten
Nadat de software ge
ï
nstalleerd is, kan het programma met het K-MINC-1000-logpictogram op het bureaublad worden
opgestart:
Het programma kan ook worden opgestart vanuit het menu Start – programmabestanden › Cook Australia ›
K-MINC-1000 Logger.
Nadat de logsoftware opgestart is, worden alle via USB-poorten aangesloten MINC’s na een kort oponthoud
ge
ï
dentificeerd, waarna het loggen start.
Het programma scant de USB-poort voortdurend op aangesloten instrumenten. Een MINC kan op elk moment worden
aangesloten.
NB: Gebruikers die met Windows 2000 werken, moeten de logsoftware afsluiten voordat een instrument van
de USB-poort wordt losgekoppeld.
Gebeurt dat niet dan kan het systeem crashen als gevolg van tekortkomingen
in de manier waarop Windows 2000 met USB-apparaten omgaat. Gebruikers die met Windows XP, Vista, 7 of 8 werken,
kunnen de instrumenten op elk moment loskoppelen en opnieuw aansluiten. Aanbevolen wordt te upgraden naar
Windows XP, Vista, 7 of 8 als de geselecteerde computer op Windows 2000 draait.
5.6 De logsoftware gebruiken
5.6.1 Het log-werkscherm
Wanneer de logsoftware een aangesloten MINC detecteert, worden per instrument drie grafieken getoond. De eerste
en de laatste grafiek tonen de temperatuur in respectievelijk de linker en de rechter kamer, terwijl de middelste grafiek
de gasflow toont.
De grafiekgegevens worden continu ongeveer één keer per seconde bijgewerkt, waarbij zowel de feitelijke meting als
het instelpunt worden getoond.
De grafieken worden herschaald terwijl nieuwe informatie verzameld wordt. Op het scherm kan maximaal 3 dagen
aan loginformatie worden getoond. Daarna worden oude gegevens van het eind van de grafiek afgekapt en zijn deze
niet meer in het logprogramma te zien. Alle gelogde gegevens kunnen opnieuw bekeken worden in het csv-bestand
(zie § 5.6.3).
BELANGRIJKE OPMERKING:
Aanbevolen wordt geen andere
applicaties te laten draaien terwijl
de logsoftware in gebruik is. Andere
applicaties die intensief gebruik maken
van de processor of het geheugen
kunnen de werking van de logsoftware
verstoren.