
93
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
het apparaat kunnen beschadigen of die tijdens het gebruik kunnen worden weggegooid. Controleer of er geen elektrische,
water-, gas- of andere kabels onder het voor gebruik bestemde oppervlak zijn. Controleer of er geen metalen. houten of stenen
materialen onder het oppervlak zitten. Dit kan gecontroleerd worden met detectoren of door de technische documentatie van de
grond te raadplegen.
Stop de motor:
- telkens wanneer u zich van het apparaat moet verwijderen,
- voordat u het apparaat reinigt, controleert of repareert,
- na geraakt te zijn door een vreemd voorwerp. Controleer het apparaat op schade en repareer indien nodig, vóór
het opnieuw opstarten,
- als het apparaat te veel gaat trillen (onmiddellijk controleren)
- tijdens het hanteren en transporteren van het apparaat.
Wees altijd voorzichtig met uw omgeving en wees alert op mogelijke gevaren waarvan u zich mogelijk niet bewust bent vanwege
het lawaai van de machine.
Het gereedschap produceert een elektromagnetisch veld van lage intensiteit. Het elektromagnetische veld kan invloed hebben op
het werk van elektrische apparatuur in de buurt van het gereedschap, inclusief en pacemakers. Voor aanvang van de werkzaam-
heden wordt aanbevolen een arts en/of een fabrikant van pacemakers te raadplegen.
TRANSPORT, ONDERHOUD EN OPSLAG
Let op! Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat installeert, afstelt, vervangt of opbergt. Dit voorkomt
dat het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld.
Wanneer het toestel niet in gebruik is, berg het dan op een droge, beschermde plaats op, buiten het bereik van onbevoegden.
Alvorens de machine te vervoeren, moet u de brandstoftank legen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het niet ge-
bruiken van originele reserveonderdelen kan het risico op falen verhogen en leiden tot persoonlijk letsel. Het apparaat mag alleen
worden gerepareerd door geautoriseerde servicecentra die originele onderdelen gebruiken. Hierdoor wordt het risico op ongeluk-
ken en schade aan de apparatuur tot een minimum beperkt.
Urz
ą
dzenie nale
ż
y przechowywa
ć
w suchym, zamkni
ę
tym pomieszczeniu z dobr
ą
wentylacj
ą
. Bij langdurige opslag moeten de
brandstoftank en het brandstofsysteem worden geleegd. Bewaar het apparaat niet met brandstof in de tank. Het apparaat moet
ook de onderhoudsprocedures ondergaan die in de handleiding worden beschreven.
De boor en het verlengstuk moeten verwijderd worden als u het toestel vervoert.
Houd alle moeren, bouten en schroeven in goede staat om er zeker van te zijn dat het apparaat veilig zal werken.
BEDIENING VAN DE MOTOR-GRONDBOOR
Voorbereiding op het werk
Het apparaat moet worden uitgepakt en alle verpakkingselementen worden verwijderd. Het wordt aanbevolen om de verpakking
te bewaren, deze kan nuttig zijn bij het latere transport en de opslag van het apparaat.
De montage van de boor aan het boorgat begint met het zodanig op de boorspindel plaatsen van de boor dat de pen waarmee
de boor aan de spindel bevestigd is (II), erin gestoken kan worden. De pen moet door middel van een borgpen (II) tegen uitvallen
worden beveiligd.
Het verlengstuk moet tussen de boor en de spindel gemonteerd worden met pennen beveiligd met borgpennen, op dezelfde ma-
nier vastgezet als bij montage van de boor rechtstreeks op de spindel (III). Het is raadzaam te boren met een boor die rechtstreeks
aan de spindel is bevestigd, en de verlengstukken te gebruiken wanneer de lengte van de boor onvoldoende is. Deze volgorde zal
de controle over de motor-grondboor vergemakkelijken.
Bijvullen van de brandstof
Bij het voorbereiden van de tankvoorziening moet deze zo worden ingesteld dat de brandstoftank naar boven is gericht.
Een brandstofmengsel dat is ontworpen voor tweetaktmotoren wordt gebruikt om het apparaat te bedienen. Het gebruik van
benzine alleen is verboden. Benzine moet worden gemengd met olie in de verhoudingen van benzine : olie - 40 : 1. Het mengsel
moet worden geroerd voordat het in de brandstoftank wordt gegoten. Het mengen en het gieten van de brandstof moet worden
uitgevoerd uit de buurt van brandhaarden. Niet roken tijdens het bijvullen van de brandstof. Het bijvullen moet worden uitgevoerd
op een afstand van ten minste 3 meter van de plaats van het opstarten en de werking van het apparaat.
Om de motor te beschermen, moeten loodvrije benzine van goede kwaliteit en olie van goede kwaliteit voor tweetakt luchtgekoel-
de motoren worden gebruikt. Gebruik geen olie die bestemd is voor viertaktmotoren. Gebruik geen olie voor vloeistofgekoelde
motoren.
Als er brandstof gemorst is, veeg dan alle resten grondig op voordat u het apparaat start.
Gebruik een mengsel dat maximaal 30 dagen oud is.
Na het bijvullen van de tank, sluit u de tankkop goed en stevig af.
Summary of Contents for YT-84660
Page 27: ...27 RU...
Page 28: ...28 RU 15...
Page 29: ...29 RU II II III...
Page 30: ...30 RU 40 1 3 30 IV I V VI VII VIII 50 IX 2 3 2 3 O O...
Page 31: ...31 RU X 0 6 0 7 XI 0 3...
Page 33: ...33 UA...
Page 34: ...34 UA 15...
Page 35: ...35 UA II II III 40 1 3 30 IV...
Page 36: ...36 UA I V VI VII VIII 50 IX 2 3 2 3 O O X 0 6 0 7 XI...
Page 37: ...37 UA 0 3...
Page 97: ...97 GR...
Page 98: ...98 GR 15...
Page 99: ...99 GR II II III 40 1...
Page 100: ...100 GR 3 30 V I V VI VII VIII 50 cm IX 2 3 2 3 O O...
Page 101: ...101 GR 0 6 0 7 mm XI 0 3 MPa...
Page 103: ...103 BG...
Page 104: ...104 BG 15...
Page 105: ...105 BG II II III 40 1 3 30...
Page 106: ...106 BG IV I V VI VII VIII 50 cm IX 2 3 2 3 O O X 0 6 0 7 mm...
Page 107: ...107 BG XI 0 3 MPa...
Page 114: ...I N S T R U K C J A O R Y G I N A L N A 114...