54
PROBLEMA
CAUSA
RESOLUÇÃO
O motor não
dá partida.
1. Interruptor ON/STOP a
posicão STOP.
2. Motor ahogado.
3. Tanque de combustível
vazio.
4. Vela sem pegar.
5. Combustível sem atingir
o filtro do carburador.
1. Mova o interruptor ON/STOP para a
posição ON.
2. Veja as “Instruções de Partida” na seção
Funcionamento.
3. Encha o tanque com a mistura de
combustível adequada.
4. Instale uma nova vela.
5. Verifique se o filtro de combustível está
sujo; troque. Verifique se a linha de
combustível está torcida ou partida;
repare ou substitua.
O motor não
funciona bem
em marcha
lenta.
1. A velocidade em marcha
lenta requer ajuste.
2. O carburador requer ajuste.
1. Veja “Ajustes do Carburador” na seção
.Serviço e Ajustes.
2. Entre em contato com um representante
de serviço autorizado.
1. Filtro de ar sujo.
2. Vela falhando.
3. A corrente do freio está
engatada.
4. O carburador requer ajuste.
O motor não
acelera, não
tem força ou
morre com a
acarga filtro
de ar.
1. Limpie o troque o filtro de ar.
2. Limpe ou troque a vela; readjuste o
afastamento.
3. Desengate o freio de corrente.
4. Entre em contato com um representante
de serviço autorizado.
O motor solta
excesso de
funaça.
1. Mistura de combustível
incorreta.
1. Esvazie o tanque de combustível e encha
novamente com a mistura de combustível
correta.
TABELA PARA RESOLUÇÃO DE PROBLEMAS
ADVERTÊNCIA:
Desligue a vela de ignição antes de efectuar a manutenção
com excepção da afinação do carburador.
A corrente se
movimenta
em marcha
lenta.
1. A velocidade em marcha
lenta requer ajuste.
2. A embreagem precisa ser
reparada.
1. Veja “Ajustes do Carburador” na seção
.Serviço e Ajustes.
2. Entre em contato com um representante
de serviço autorizado.
DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE
Declaração de Conformidade das CE
(só aplicável na Europa)
Nós,
Husqvarna AB, SE--561 82 Huskvarna, Suécia
, Tel: +46--36--146500, como
representantes autorizados na Comunidade, declaramos que os produtos moto--serra
para serviços florestais modelos
McCulloch Mac 20X CSI--AV
a que se refere esta
declaração, com números de série do ano de 2010 e seguintes (a ano é claramente
identificado na etiqueta de tipo, seguido de um número de série), está conforme a
DIRECTRIZ DO CONSELHO
a seguir mencionada:
de 17 Maio 2006 “referente a máquinas”
2006/42/EC
;
de 15 Dezembro 2004 “referente a compatibilidade electromagnética”
2004/108/EC
, e
seus apêndices válidos actualmente.
de 8 Maio 2000 “referente à emissões sonoras para as imediações” conforme a Anexo
V de
2000/14/EC
. Para informações referentes às emissões sonoras, ver o capítulo
Especificações técnicas.
Foram respeitadas as normas seguintes:
EN ISO 12100-1/A1:2009, EN ISO
12100-2/A1:2009, CISPR 12:2007, EN ISO 11681-1:2008
.
Entidade competente:
0404, SMP Svensk Maskinprovning AB
, Fyrisborgsgatan 3,
SE--754 50 Uppsala, Suécia, executou o controle de tipo da CE segundo a directiva de
máquina (98/37/CE) artigo 8, alínea 2c. O certificado do controle de tipo da CE conforme
anexo IX têm o número:
0404/09/2037
.
A moto--serra fornecida está em conformidade com a que foi apresentada para controle
de tipo da CE.
10--06--15
Ronnie E. Goldman, Director técnico
Representante autorizado da Husqvarna AB e
responsável pela documentação técnica
27
Stelschroef een kwart slag (1/4)
S
Houd de zaag omhoog aan het uiteinde
van het zaagblad en draai de klembouten
vast
met
het
gecombineerde
schroevendraaier--/steeksleutel--gereeds
chap.
S
Controleer de kettingspanning opnieuw.
Schroeven
WAARSCHUWING
:
Als de zaag
met een te losse ketting wordt gebruikt kan
de ketting van de zaagblad afspringen, het-
geen ernstige verwonding tot gevolg kan
hebben.
BEDIENING
VOORDAT U DE MOTOR START
WAARSCHUWING
:
Alvorens u
begint, dient u de informatie met betrekking
tot brandstof in de veiligheidsvoorschriften
te lezen. Indien u de veiligheidsvoorschriften
niet begrijpt, dient u uw apparaat niet te voor-
zien van brandstof. Neem contact op met
een erkende servicedealer.
HET ZAAGBLAD EN DE KETTING
SMEREN
WAARSCHUWING
:
Het zaagblad
en de ketting dienen voortdurend te worden
gesmeerd.
Voor de smering wordt gezorgd door het auto-
matische smeersysteem wanneer de olietank
gevuld blijft. Zonder olie gaan het zaagblad en
de ketting zeer snel stuk. Te weinig olie leidt tot
oververhitting, hetgeen zichtbaar wordt door
het ontstaan van rook bij de ketting en/of een
verkleuring van het zaagblad.
Voor het smeren van het zaagblad en de ket-
ting dient u alleen zaagblad-- en kettingolie te
gebruiken.
Oliedop
Dop
brandstofmengsel
MOTOR VAN BRANDSTOF VOOR-
ZIEN
Verwijder de brandstofdop langzaam bij het op-
vullen met brandstof.Deze motor werkt gega-
randeerd op ongelode benzine. Voor gebruik
dient de benzine te worden gemengd met mo-
torolie van goede kwaliteit voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren. Door ons wordt de olie ge-
mengd op een verhouding 40:1 (2,5%). Een
verhouding van 40:1 wordt verkregen door 5 li-
ter ongelode benzine te mengen met 0,125 liter
olie. GEBRUIK GEEN olie voor auto’s of bo-
ten. Deze soorten olie beschadigen de motor.
Bij het mengen van brandstof moeten de op de
oliecontainer gedrukte instructies worden op-
gevolgd. Nadat olie aan de benzine is toege-
voegd, moet de container kortstondig worden
geschud om te verzekeren dat de brandstof-
grondig vermengd wordt. Lees altijd de veilig-
heidsvoorschriften over brandstof en volg ze
op, voordat u uw apparaat van brandstof voor-
ziet.
BELANGRIJK
Ervaring leert dat met alcohol gemengde
brandstoffen (gasohol genaamd of met behulp
van ethanol of methanol) kunnen tijdens de op-
slag vocht aantrekken, hetgeen tijdens opslag
leidt tot de scheiding van het brandstofmengsel
en de vorming van zuren. Zuurhoudend gas
kan tijdens de opslag het brandstofsysteem
van een motor beschadigen. Om motorproble-
men te vermijden, dient u het brandstofsys-
teem leeg te maken voordat u het apparaat
voor 30 dagen of meer opslaat. Laat de brand-
stoftank leeglopen, start de motor en laat deze
lopen totdat de brandstofleidingen en de carbu-
rator leeg zijn. Gebruik in het volgende seizoen
nieuwe brandstof. Gebruik nooit reinigingspro-
ducten voor motor of carburator in de brand-
stoftank, anders kan er permanente schade
ontstaan.
KETTINGREM
Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt
deze uitgeschakeld door de voorste hand-
bescherming zover mogelijk naar de voorste
handgreep te trekken. Bij het zagen met de
kettingzaag, dient de kettingrem niet te zijn
geactiveerd.
WAARSCHUWING
:
De ketting
mag niet bewegen wanneer de motor stationair
draait. Als de ketting beweegt bij het stationair
draaien, raadpleegt u CARBURATOR AF-
STELLEN in deze handleiding. Raak de ge-
luiddemper niet aan. Een hete geluiddemper
kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Om de motor te stoppen
beweegt u de
schakelaar naar de stand STOP of UIT.
Om de motor te starten
houdt u de zaag
stevig tegen de grond, zoals in de onders-
taande afbeelding staat aangegeven. Zorg
ervoor dat de ketting zonder belemmering
kan ronddraaien.