Dibo SBH-G-D, Original Instructions Manual

Page: 36 / 225

NL
BRanDeR BR1000G - InstRuCtIes en VooRsChRIften
DiBO 36
13
17. Veiligheidsinstructies
Service-werkzaamheden en reparaties mogen alleen door opgeleid vakkundig personeel worden uitgevoerd.
In het laagdrukbereik moeten absoluut 1/2”-verwarmingsslangen worden gebruikt.
Er dient voor gezorgd te worden, dat de stroomdruk van het water minimaal 4 bar bedraagt.
Is dat niet het geval, kunnen stoomblazen ontstaan in de verwarmingsslang, waardoor de stroming kan worden onderbroken.
Als de stromingsschakelaar niet reageert, kan de verbrandingsruimte doorbranden met een eventuele brand- en/of persoonlijk
letsel tot gevolg.
De veiligheidsventielen dienen absoluut te worden ingesteld op de bedrijfsdruk (pag. 5, pos. 9.4).
Drukpieken, die door schakelstoten of verstopte mondstukken kunnen ontstaan, worden bij niet correct
ingestelde ventielen niet afgebouwd. Dat kan leiden tot het barsten van de verwarmingsslangen en de armaturen.
In het ergste geval kan dit tot ernstig persoonlijk letsel leiden.
Er dient op correcte rookgas- en aanvoerleidingen te worden gelet (pag. 6, pos. 9.6+9.7).
Rookgasleidingen met onvoldoende afmetingen of onjuiste geleiding, evenals onvoldoende luchtstroomvoering
kan tot brandschade aan gebouwen leiden.
18. Probleemanalyse bij onderbroken start of storing:
18.1 Brandermotor loopt niet
Zekering controleren.
Aansluitleiding controleren.
Motor controleren
Is voldoende water aanwezig?
Is voldoende gas aanwezig?
Is de maximaalthermostaat ontgrendeld?
Is de temperatuurregelaar ingesteld?
18.2 Pomp genereert geen druk. (Alleen bij hogedrukreinigers)
Reservoir voor chemicaliën is leeg bij een geopend chemicaliënventiel.
Ventiel sluiten, of chemicaliën bijvullen.
Te groot mondstuk ingebouwd of het mondstuk is versleten.
Nieuw mondstuk plaatsen.
Pompmanchetten defect - vervangen.
Pompventielen verontreinigd of lekken - reinigen of vervangen.
Verontreiniging in de regelklep - reinigen.
Regelklep verkeerd ingesteld - instelling corrigeren
Te weinig water in het waterreservoir - voor voldoende watertoevoer zorgen.
18.3 De hoeveelheid water is te gering bij volle druk:
De verwarmingsslang is verkalkt - ontkalken.
Het straalmondstuk is verstopt - reinigen.
18.4 Chemicaliën worden niet aangezogen:
Reservoir voor chemicaliën is leeg - chemicaliën bijvullen.
Chemicaliënventiel is niet geopend - openen.
Chemicaliënleiding verstopt of defect - vervangen.
Injector is verontreinigd - reinigen.
18.5 Hogedrukpomp slaat verder bij gesloten pistool:
(Alleen bij hogedrukreinigers)
Pistool lekt - ventielposities of pistool vervangen
Lekkage in het drukzijdige leidingssysteem - afdichten.