I
NL
- 16 -
AD00086
OPMERKINGEN OVER VER-
LENGSNOEREN
9
Bij gebruik van een verleng-
snoer met een doorsnede
van 1,5 mm
2
, mag het ver-
lengsnoer niet langer zijn
dan 60 m. Bij gebruik van
een verlengsnoer met een
doorsnede van 2,5 mm
2
,
mag het verlengsnoer niet
langer zijn dan 100 m.
9
Hoe langer het verleng-
snoer, hoe groter de span-
ningsval tussen de genera-
toruitgang en de belastings-
aansluiting; gebruik daarom
een verlengsnoer met een
gepaste lengte.
9
Dit verlengsnoer moet wor-
den beschermd door middel
van een stevige flexibele
rubberen mantel (IEC 245)
of een equivalente mantel
die bestand is tegen mecha-
nische belastingen.
AH00086
NOTE SULLE PROLUNGHE
9
Quando viene utilizzata una
prolunga di sezione trasver-
sale di 1,5 mm2, la lunghez-
za della prolunga non deve
superare i 60 m. Quando
viene utilizzata una prolunga
di sezione trasversale di 2,5
mm2, la lunghezza della pro-
lunga non deve superare i
100 m.
9
Quanto più lunga è la pro-
lunga, tanto maggiore risulta
la caduta di tensione tra la
presa in uscita del generato-
re e la connessione di carico
elettrico; pertanto si deve
scegliere una prolunga di
lunghezza appropriata.
9
Per sopportare le sollecita-
zioni meccaniche, questa
prolunga deve essere pro-
tetta da una guaina flessibile
resistente in gomma (IEC
245) o simile.
STATUS VAN DE NULLEIDER
(alleen voor Canada)
9
Er is een permanente gelei-
der tussen de generator
(statorwikkeling) en het
frame.
STATO DEL CONDUTTORE
NEUTRO
(solo per Canada)
9
Tra il generatore (avvolgi-
mento dello statore) e il
telaio vi è un conduttore
permanente.
7CF-28199-U1 (NRDH)_1-24 4/29/14 6:03 PM Page 27