27
1) Voorzichtig naar het rek rijden met de lading in de lage positie. 2) controleren of de benen van de pallettruck een vrije ruimte hebben onder de pallet of in het rek. Het beste is de zijkant van
de op te heffen pallet in gelijke lijn te brengen met de laatste in het rek als uitgangspunt. Op deze manier zal het stapelen en lossen eenvoudiger zijn. 3) De lading opheffen zodat deze boven
het stapelvlak komt. 4) Langzaam naar voren bewegen en stoppen wanneer de lading boven het rek is; nu de vork naar beneden laten zodat de pallet vrij komt en zodat er geen druk op de
onderliggende plank wordt uitgeoefend. Controleren of de lading veilig geplaatst is. 5) Langzaam naar achteren bewegen terwijl men er op let dat de pallet goed gestapeld blijft liggen. 6) De
vork naar beneden brengen, in de rijpositie (FIG.6).
Lossen
1) Met de vork in de loodrechte, lage positie naar het rek toe rijden en onder de laagste pallet rijden. 2) De vork onder de pall et vandaan terugtrekken. 3) De vork naar de gewenste hoogte
brengen en langzaam naar de op te nemen pallet bewegen. Gelijktijdig er op letten dat de lading veilig op de vork geplaatst wordt. 4) De vork opheffen totdat de pallet van het rek opgeheven
wordt. 5) Langzaam naar achteren bewegen. 6) De lading langzaam laten zakken en gelijktijdig opletten dat de vork geen hindernissen tegenkomt tijdens het zakken.
Gebruiksmodaliteit aan beperkte snelheid (“kruipsnelheid”)
Voor het gebruik in nauwe ruimtes, of om delicate goederen precies en veilig te verplaatsen, kan de gebruiksmodaliteit “kruipsnelheid” ingesteld worden. De modaliteit van de kruipsnelheid kan
enkel gebruikt worden als de disselboom helemaal hoog is gesteld. Voor de handelingen in de modaliteit van de kruipsnelheid moet de toets (ref.8/afb.3), met afbeelding van een schildpad,
ingedrukt gehouden worden en moet op de bedieningen gehandeld worden voor de verplaatsing en de beweging van de vorken, zoals voor de handelingen in de standaard modaliteit.
LET OP: Altijd het gewicht van de lading vergelijken met de ophefcapaciteit zoals aangegeven op het desbetreffende plaatje.
LET OP: Wanneer de lading opgeheven is dient men zeer voorzichtig te sturen en te remmen.
Hefblokkering (28.2)
De machine is uitgerust met een automatisch mechanisme dat het heffen stopt wanneer de accu tot 0% is ontladen. De ingreep van het systeem wordt gemeld door de rode led van de
indicator van de staat van de batterij. Als deze intichting is geactiveerd, de heftruck naar de oplaadzone brengen en te werk gaan zoals beschreven in de paragraaf “laden van de accu’s”.
Bedieningsorganen (19.13) - (zie fig.3)
1) Versnelling; 2) “dode man” toets; 3) Toets akoestische melder; 4) Heftoets; 5) Daaltoets; 6) Hoofdschakelaar; 7) Waarschuwingslicht accu; 8) Knop "schildpad" (lage snelheid); 9)
Waarschuwingslicht accu en urenteller.
ONDERHOUD (20.6+X39)
Het onderhoud dient uitgevoerd te worden door bevoegd personeel. De pallettruck dient minstens een maal per jaar een algemene controle te ondergaan. Na iedere onderhoudsbeurt dienen
de werking van de pallettruck en de veiligheidsmechanismen gecontroleerd te worden. De pallettruck regelmatig laten controleren, uit veiligheidsoverwegingen ten opzichte van het personeel
en om het risico te vermijden dat de wagen stil komt te staan ! (zie onderhoudstabel).
Opmerking: Om het onderhoud in veilige omstandigheden uit te voeren dient men de stekker van de hoofdschakelaar er uit te halen.
Onderhoudstabel
Controle draagelementen
Controle werking, lekkage en slijtage
Controle schroeven en bouten
van de pakkingen
Controle aanslagen en speling vork
Controle poelies
Controle werking
Controle slijtage borstels
Controle slijtage remschoen
Controle relais van motoraandrijving
Controle remkracht
Controle speling (circa 0,4 mm)
Controle slijtage
Controle spanning van de elementen
Controle speling lagers
Controle verankering en klemmen
Controle verankering
Controle volledigheid van de kabels
Controle speling
Klemmen met vaseline invetten
Controle zijwaartse beweging
Aardleiding van het elektrische circuit
Controle terugkeer in verticale positie
controleren
Controle slijtage contact mechanisme
Controle snelheid van vervoeren,
Controle aansluitingen, schade aan
heffen en dalen van de ladingsvork
de kabels
Controle veiligheidsmechanismen
Controle hoofdschakelaar
Hef- en daalproef met nominale lading
Controle claxon
Controle "dode man" toets
Controle waarde zekeringen
Controle werking
Controle olieniveau
Controle slijtage en lekken van de
aansluitingen
Olie/filter wisselen
Controle werking druk-afnameventiel
Controle ventiel voor stroombeperking
Smeermiddelen tabel
WIELEN EN ROLLENI
Lithiunnvet NLGI-2
HEFKETTING
Lithiunnvet NLGI-2
MASTLEIDINGEN
Lithiunnvet NLGI-2
HYDRAULISCHE
EENHEID
●
HET SCHOONMAKEN VAN DE WAGEN: de onderdelen van de wagen, behalve de elektrische en
elektronische onderdelen, schoonmaken met een vochtige doek. Absoluut niet wassen met directe
waterstralen, stoom of ontvlambare vloeistoffen. De elektrische en elektronische onderdelen
schoonmaken met ontvochtigde, samengeperste lucht met een lage druk (max. 5 bar) of met een
niet-metalen borstel.
STRUCTUUR EN VORK
●
●
●
ELEMENT
CONTROLE
ELKE
3
MAANDEN
6
MAANDEN
12
MAANDEN
●
●
●
●
●
●
●
SMEREN DELEN
ELEMENT
CONTROLE
●
●
●
●
●
Altijd hydraulische olie gebruiken behalve motoren remolie.
Opmerking: zamel de gebruikte olie in door het milieu te respecteren. Er wordt
aanbevolen om de olie in vaten te gieten om deze vervolgens naar een inzamelcentrum
te brengen. De gebruikte olie in geen geval op de grond dumpen of achterlaten op een
ongeschikte plek.
●
●
●
3
MAANDEN
6
MAANDEN
12
MAANDEN
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
ELKE
●
●
DE IN TE
TYPE
ELKE
●
SMEERMIDDEL
3
MAANDEN
6
MAANDEN
12
MAANDEN
Afstelling hoogte aandrijfwiel (Afb. 5)
Regel de hoogte van het aandrijfwiel om slijtage te compenseren, door de volgende procedure te
volgen:
1) Demonteer de onderste carter;
2) Plaats, met de disselboom in positie “0”, een schroevendraaier in de opening van de
afstandhouder ref.1 en draai de disselboom in de richting “A” (1/4 draai = 0,5 mm uittrekking van
het aandrijfwiel);
3) Verwijder de schroevendraaier en draai de disselboom in de richting “B” tot positie “0” opnieuw
wordt bereikt;
4) Herhaal de handelingen van punt 2 en 3 zo vaak als nodig (indien het aandrijfwiel teveel is
uitgetrokken, moeten de handelingen 2 en 3 herhaald worden door in de tegengestelde richting te
draaien);
5) Draai de moer ref.2 vast tegen de afstandhouder Ref.1, en monteer de onderste carter
opnieuw.
N.B. Vervang het wiel voordat de dikte van het rijvlak dunner dan 5 mm is
●
●
●
●
●
●
Olie ISO VG 32
●
●
REMMEN
WIELEN
STUURSTANG
ELEKTRISCH SYSTEEM
HYDRAULISCH
SYSTEEM
CILINDER
ELEKTROMOTOREN
ACCU
INSPECTIES
●
Summary of Contents for RX 10 Li-Ion
Page 1: ......
Page 4: ......
Page 5: ...S O C 1 0 0 1 0 0 0 1 1 1 V 2 5 6V I 1 0 0A L i f t i n g 1 S OC 1 0 0 0 T i me 6 0mi n 1 0 0...
Page 6: ......
Page 52: ...44 21 2 26 1 22 1 23 1 25 1 27 1 24 1 OXI 49 NAI OXI 34 1...
Page 80: ...72 22 1 26 1 24 1 23 1 25 1 27 1 21 2 45 34 1...
Page 100: ...92 M ICRO C 21 2 26 1 SWITCH 24 1 22 1 23 1 25 1 27 1 NAVR EN CH 45 34 1...
Page 105: ......
Page 106: ......
Page 107: ......