![DAB PUMPS PWM 201 Instruction For Installation And Maintenance Download Page 381](http://html1.mh-extra.com/html/dab-pumps/pwm-201/pwm-201_instruction-for-installation-and-maintenance_495533381.webp)
NEDERLANDS
379
4.5.2
Reserves en aantal inverters die pompen
Het multi inverter systeem leest hoeveel elementen er met elkaar verbonden zijn en noemt dit aantal N.
Op basis van de parameters NA en NC beslist het systeem hoeveel en welke inverters op een bepaald moment moeten werken.
NA is het aantal inverters dat pompt. NC is het maximumaantal
inverters dat tegelijkertijd kan werken.
Als er in een keten NA actieve inverters zijn en NC gelijktijdig werkende inverters met NC kleiner dan NA betekent dit dat er
maximaal NC inverters tegelijk zullen starten en dat deze inverters zich tussen NA elementen zullen uitwisselen. Als een inverter als
reservevoorkeur geconfigureerd is, zal hij als laatste worden gezet voor de startvolgorde, dus als ik bijvoorbeeld 3 inverters heb en
één van deze inverters als reserve is geconfigureerd, zal de reserve als derde element starten, als ik echter NA=2 instel, zal de
reserve niet starten, tenzij er een fout optreedt in één van de twee actieve elementen.
Zie ook de uitleg van de parameters
NA: actieve inverter par par 6.6.8.1;
NC: gelijktijdige inverter par 6.6.8.2;
IC: configuratie van de reserve 6.6.8.3.
5
INSCHAKELING EN INBEDRIJFSTELLING
5.1
Hoe gaat u te werk bij de eerste inschakeling
Nadat de hydraulische en elektrische systemen correct geïnstalleerd zijn, zie hoofdstuk 2 INSTALLAZIONE , en nadat u de hele
handleiding hebt doorgelezen, kunt u de inverter stroom geven. Alleen bij de eerste inschakeling wordt, na de eerste presentatie, de
foutconditie "EC" getoond met de melding die aangeeft dat de voor de aansturing van de elektropomp noodzakelijke parameters
moeten worden ingesteld, en de inverter zal niet starten. Om de machine te deblokkeren is het voldoende de waarde van de op het
kenplaatje vermelde stroom in [A] van de gebruikte elektropomp in te stellen. Als de installatie voor de start van de pomp speciale
instellingen behoeft die afwijken van de standaardinstellingen (zie par 8.2) is het goed om eerst de noodzakelijke wijzigingen door te
voeren en vervolgens de stroom RC in te stellen; op die manier vindt de start plaats met de juiste set-up.. De parameters kunnen op
elk gewenst moment worden ingesteld, maar het wordt aanbevolen deze procedure uit te voeren wanneer de toepassing
werkingscondities kent die gevaar op kunnen leveren voor de componenten van de installatie zelf, bijvoorbeeld pompen die een
limiet op de minimumfrequentie hebben of die niet langer dan een bepaalde tijd zonder vloeistof kunnen draaien etc.
De hieronder beschreven stappen gelden zowel in het geval van een installatie met enkele inverter als voor multi inverter systemen.
Voor multi inverter installaties dient u eerst de aansluitingen van de sensoren en de kabels tot stand te brengen en vervolgens één
inverter tegelijk in te schakelen en voor iedere inverter de procedure voor de eerste inschakeling uit te voeren. Nadat alle inverters
geconfigureerd zijn, kunt u alle elementen van het multi inverter systeem van stroom voorzien.
5.1.1
Instelling van de nominale stroom
Vanaf de pagina waarin de melding EC verschijnt of meer in het algemeen vanuit het hoofdmenu, opent u het menu Installateur door
de toetsen“MODE” & “SET” & “- ” tegelijkertijd ingedrukt te houden tot “RC” in het display verschijnt. In deze condities kunt u met
behulp van de t en - de waarde van de parameter respectievelijk verhogen of verlagen. Stel de stroom in volgens de
aanwijzingen uit de handleiding of de gegevens op het kenplaatje van de elektropomp (bijvoorbeeld 8,0 A).
Nadat RC is ingesteld en geactiveerd door indrukken van SET of MODE, zal, als alles correct is geïnstalleerd, de inverter de pomp
starten (op voorwaarde dat er zich geen fout-, blokkerings- of beveiligingscondities hebben voorgedaan).
LET OP: ZODRA
RC
IS INGESTELD, ZAL DE INVERTER DE POMP LATEN STARTEN.
5.1.2
Instelling van de nominale frequentie
Vanuit het menu Installateur (als u RC net heeft ingesteld bent u daar al, anders opent u dit menu zoals beschreven in de vorige
paragraaf 5.1.1) drukt u op MODE en bladert u door de menu's tot aan FN. Stel met de t - de frequentie in volgens de
aanwijzingen uit de handleiding of de gegevens van het kenplaatje van de elektropomp (bijvoorbeeld 50 [Hz]).
Een onjuiste instelling van de parameters RC en FN en een verkeerde aansluiting kunnen de fouten "OC",
"OF" genereren, en, in het geval van werking zonder debietsensor, de valse fouten "BL". De verkeerde
instelling van RC en FN kan er eveneens toe leiden dat de amperometrische beveiliging niet in werking treedt,
zodat een belasting tot boven de veiligheidsgrens van de motor wordt toegestaan, en de motor beschadigd
wordt.
Een onjuiste configuratie van de elektrische motor (ster of driehoek) kan tot beschadiging van de motor
leiden.
Summary of Contents for PWM 201
Page 13: ...ITALIANO 11 Figura 2 Fissaggio e distanza minima per la circolazione d aria...
Page 73: ...ENGLISH 71 Figure 2 Fixture and minimum clearance for air circulation...
Page 129: ...FRAN AIS 127 Figure 2 Fixation et distance minimum pour la circulation de l air...
Page 185: ...DEUTSCH 183 Abbildung 2 Befestigung und Mindestabstand f r die Luftzirkulation...
Page 244: ...ESPA OL 242 Figura 2 Fijaci n y distancia m nima para la circulaci n del aire...
Page 295: ...293 IEC 60634...
Page 296: ...294 1 6 1 1...
Page 300: ...298 1 2 5 2 1 2 1 2 2...
Page 301: ...299 2...
Page 302: ...300 2 2 3 3 15 2 2 1 4 2 2 1 1 PWM 203 202 201 3 1 LN 4 2 3...
Page 306: ...304 6 2 2 3 3 Press e Flow 7 A B C D...
Page 311: ...309 DC AC 50 60 8 6 2 1 5 36 36 12 3 3 3 3 2 13 7 11 8 11...
Page 313: ...311 9 MODE 1 SET 9 3 EEprom SET 6 SET MODE 3 1 11 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 10...
Page 315: ...313 SO AE MP I1 1 I2 2 I3 3 I4 4 O1 1 O2 2 RF PW 11 3 2 2 13 SET 13 15 14...
Page 316: ...314 14 3 3 12 GO SB BL LP HP EC OC OF SC OT...
Page 318: ...316 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link Link 16...
Page 322: ...320 4 4 2 2 4 2 5 4 5 ET 6 6 9 FL 4 5 1 4 5 1 1 ET ET ET ET 0 ET 6 6 9 4 5 1 2 23 23...
Page 359: ...NEDERLANDS 357 Afbeelding 2 Bevestiging en minimumafstand voor luchtrecirculatie...
Page 418: ...SVENSKA 416 Fig 2 Fasts ttning och min utrymme f r luftcirkulation...
Page 473: ...T RK E 471 ekil 2 Hava sirk lasyonu tesisat ve minimum a kl k...
Page 523: ...520 IEC 364 inverter...
Page 524: ...521 1 Inverter inverter inverter 6 inverter 1 1...
Page 528: ...525 1 2 1 1 inverter inverter 1 1 2 5 inverter 2 1 inverter 2 1 2 2 C...
Page 529: ...526 2...
Page 534: ...531 6 2 2 3 3 Press Flow 7 A B C D...
Page 539: ...536 DC V AC 50 60 Hz Vrms V 8 6 V 2 1 5 V 36 36 12V mA 3 3 3 3 mm 2 13 7 11 8...
Page 545: ...542 14 3 3 go Hz bar psi 12 GO SB BL LP HP EC OC OF SC OT...
Page 588: ...ROM N 585 Figura 2 Fixarea i distan a minim pentru circula ia aerului...
Page 635: ...01 20 cod 60198807...