NEDERLANDS
138
5
Gebruik de
(links) en
(rechts) toetsen om D. COMP.
D.COMP. OFF
OFF
LOW
MID
HIGH
Druk op de SURROUND toets of de
(omlaag) toets om LFE
(laagfrequentie verbetering) te kiezen.
MENU
SURROUND
OPMERKING:
Deze stand is niet beschikbaar bij weergave van met DTS gecodeerde bronnen.
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
(rechts) toets
(links) toets
6
Gebruik de
(links) en
(rechts) toetsen om het niveau van LFE.
LFE 0dB
• Het niveau kan in stappen van 1 dB worden ingesteld op –10 tot 0 dB.
Stel het gewenste niveau in op basis van het gebruikte luidsprekersysteem en
de weer te geven geluidsbron.
MENU
SURROUND
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
Druk op de SURROUND toets of de
(omlaag) toets om naar de standaard
instellingen over te schakelen.
7
Om de standaard instellingen te herstellen drukt u op de
(links) en
(rechts) toets totdat “Yes” (ja) op de display.
DEFAULT Y/N
YES
NO
Druk op de SURROUND toets of de
(omlaag) toets om CINEMA EQ. te
kiezen.
MENU
SURROUND
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
(rechts) toets
(links) toets
OPMERKING:
• Bij het instellen van parameters keert de display in de normale staat terug enkele seconden nadat de laatste toets is
ingedrukt en de instellingen zijn voltooid.
Surroundparameters
w
CINEMA EQ. (Cinema-equalizer):
De Cinema EQ-functie verlaagt het niveau van de extreem hoge frequenties zachtjes om te scherp klinkend filmgeluid te
compenseren. Schakel deze functie in als het geluid uit de voorste luidsprekers te scherp klinkt.
Deze functie werkt alleen in de standen Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS Surround.
D.COMP. (Compressie van dynamisch bereik):
Filmgeluid heeft een erg breed dynamisch bereik (het contrast tussen zeer zacht en zeer luid geluid). Wanneer u ‘s avonds laat
luistert of het maximale geluidsniveau lager is dan normaal, kan u dankzij de compressie van het dynamisch bereik alle klanken
integraal horen (maar in een beperkter dynamisch bereik). (Deze functie werkt alleen bij de weergave van programmabronnen
opgenomen in Dolby Digital.) Kies één van de vier parameters (“OFF” (uit), “LOW” (laag), “MID” (midden) of “HI” (hoog)).
Kies de instelling OFF voor normaal luisteren.
LFE (Laagfrequent effect):
Programmabron en instelbereik
1. Dolby Digital: –10 dB tot 0 dB
2. DTS Surround: –10 dB tot 0 dB
Wanneer met Dolby Digital gecodeerde software wordt afgespeeld, verdient het aanbeveling het LFE LEVEL in te
stellen op 0 dB voor een correcte weergave van Dolby Digital.
Bij weergave van filmmateriaal dat met DTS is gecodeerd verdient het voor goede weergave de aanbeveling om
het LFE-niveau in te stellen op 0 dB.
Bij weergave van muziekmateriaal dat met DTS is gecodeerd verdient het voor goede weergave de aanbeveling
om het LFE-niveau in te stellen op -10 dB.
(Begininstelling)
14 DSP SURROUND SIMULATION
• De AVR-1802 is uitgerust met een DSP (digitale signaalprocessor) met hoog prestatievermogen, die door
digitale verwerking van signalen het geluidsveld synthetisch recreëert. Eén van de zeven voorkeuze-
surroundstanden kan worden gekozen overeenkomstig de programmabron en de parameters kunnen worden
aangepast overeenkomstig de omstandigheden in de kamer om zodoende een realistischer en krachtiger
geluid te bekomen. Deze surroundstanden kunnen ook worden gebruikt voor programmabronnen die niet zijn
opgenomen in Dolby Surround Pro Logic of Dolby Digital.
Surroundstanden en hun eigenschappen
1
2
3
4
5
6
7
VIRTUAL
ROCK ARENA
JAZZ CLUB
VIDEO GAME
MONO MOVIE
(OPMERKING 1)
MATRIX
5CH STEREO
Kies deze stand om te genieten van een virtueel geluidsveld, dat wordt voortgebracht via
de 2-kanaals voorluidsprekers.
Gebruik deze stand om het gevoel van een live-concert in een arena te creëren, waarbij
het geluid vanuit alle richtingen wordt weerkaatst.
Deze stand creëert het geluidsveld van een live-club met laag plafond en harde muren.
Deze stand geeft jazz een zeer levendige en realistische klank.
Gebruik deze instelling bij het spelen van videospelen.
Kies deze stand om mono-films te bekijken met een groter gevoel van ruimtelijkheid.
Kies deze stand om het gevoel van ruimtelijkheid te benadrukken bij het beluisteren van in
stereo opgenomen muziekbronnen. Signalen die de differentiële component van de
ingangssignalen bevatten (de component die het gevoel van ruimtelijkheid creëert),
verwerkt voor vertraging, worden uitgevoerd via het surroundkanaal.
In deze stand worden de signalen van het linker voorkanaal uitgevoerd uit het linker
surroundkanaal en de signalen van het rechter voorkanaal uit het rechter surroundkanaal,
en wordt dezelfde component (in fase) van de linker- en rechterkanalen uitgevoerd uit het
middenkanaal. Deze stand biedt surroundklank uit alle luidsprekers, maar zonder
richtinggevoelige stuureffecten, en werkt met elke stereo-programmabron.
Het is mogelijk dat het effect soms niet goed waarneembaar is, afhankelijk van de weergegeven
programmabron.
Probeer in dit geval andere surroundstanden, zonder veel rekening te houden met hun naam, om een
geluidsveld te creëren dat u bevalt.
OPMERKING 1: Bij de weergave van in mono opgenomen bronnen zal het geluid eenzijdig zijn als de signalen
slechts via één kanaal worden ingevoerd (links of rechts). Voer daarom de signalen via beide
kanalen in. Als uw broncomponent slechts over één audio-uitgang beschikt (bijv. monofone
camcorder, enz.), splits dan met behulp van een “Y”-adapterkabel de mono-uitgang in twee
uitgangen en sluit ze aan op de L- en R-ingangen.
OPMERKING:
Alleen de stand STEREO kunnen worden gebruikt voor de weergave van PCM-signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz (zoals signalen van DVD-videodiscs die audio van 24 bit, 96 kHz
bevatten). Als dergelijke signalen worden ingevoerd tijdens de weergave in één van de andere
surroundstanden, verandert de stand automatisch in STEREO.
Als DTS-signalen worden ingevoerd tijdens de weergave in de surroundstand VIRTUAL, verandert de stand
automatisch in STEREO.
Personal Memory Plus (Persoonlijk Geheugen Plus)
Dit toestel is beschikt over een persoonlijke geheugenfunctie die de surround-modi en ingangsmodi
geselecteerd voor de verschillende ingangsbronnenautomatisch in het geheugen opslaat. Wanneer u de
ingangsbron verandert, worden de laatst gebruikte modi voor die bron automatisch uit het geheugen
opgeroepen.
De surround-parameters, toonregelingsinstellingen en weergaveniveaubalans voor de verschillende
uitgangskanalen worden voor elke surround-modus in het geheugen bewaard.