NEDERLANDS
129
Leg batterijen in de afstandsbediening vóór u ze gebruikt op de hieronder beschreven manier.
Richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor zoals getoond op de
afbeelding links.
OPMERKINGEN:
• De afstandsbediening kan worden gebruikt tot op
een rechte afstand van ongeveer 7 meter, maar
deze afstand wordt kleiner of de bediening wordt
moeilijker als er zich obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor bevinden, als de
afstandsbediening blootstaat aan direct zonlicht of
ander sterk licht of als ze onder een hoek wordt
gebruikt.
• Neonlicht of andere apparaten in de buurt die
pulsstoringen opwekken kunnen leiden tot slechte
werking van het toestel, dus houd het zo ver
mogelijk uit de buurt van dergelijke apparaten.
B
B
Ca. 7 meter
q
Druk het deksel in de richting
van de pijl en schuif het weg.
w
Leg de R6P/AA-batterijen in de juiste
richting in, zoals aangegeven op de
tekening.
e
Sluit het deksel.
OPMERKINGEN:
• Vervang de batterijen uitsluitend door R6P/AA-batterijen.
• Zorg dat de polen in de juiste richting liggen. (Zie de aanduiding in het batterijvak.)
• Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening lange tijd niet zal worden gebruikt.
• Als batterijen lekken, moet u ze onmiddellijk wegdoen. Vermijd contact van de uitgelekte vloeistof met de
huid of met kleding, enz. Maak het batterijvak grondig schoon vóór u nieuwe batterijen inlegt.
• Zorg dat u steeds reservebatterijen in huis hebt, zodat oude batterijen zo snel mogelijk kunnen worden
vervangen wanneer dat nodig is.
• Vervang de batterijen door nieuwe als het toestel niet werkt wanneer het van dichtbij met de
afstandsbediening wordt bediend, ook als de batterijen minder dan één jaar oud zijn. (De meegeleverde
batterij dient enkel om de werking te controleren. Vervang ze zo snel mogelijk door een nieuwe batterij.)
30°
9 GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Werkingsbereik van de afstandsbediening
Inleggen van batterijen
30°
10 INSTELLING VAN HET SYSTEEM
• Maak, zodra alle aansluitingen met andere AV-componenten tot stand zijn gebracht zoals beschreven onder
“AANSLUITINGEN” (zie blz. 125 tot 128), de diverse instellingen op het display zoals hieronder beschreven.
Deze instellingen zijn nodig om het AV-systeem van de luisterkamer dat rond dit toestel is opgesteld in te
stellen.
STATUS MUTING
T.TONE
MASTER
VOL
TITLE
DISC SKIP+
CD·MD/CDR·DVD/VDP
VIDEO SELECT
SYSTEM
SET UP
MENU
RETURN
DISPLAY
SURROUND
9
8
2
3
6
7
SELECT
CH SELECT
SYSTEM SETUP-toets
Druk hierop om de systeeminstellingen weer te geven op
het display.
CURSOR-toetsen (
•
,
ª
,
0
,
1
)
Indrukken om datgene wat op de display verschijnt te veranderen.
SELECT-toets
Druk op deze toets om de display vooruit te bladeren.
Gebruik deze toets ook om de instelling te voltooien.
• Systeeminstelparameters en standaardwaarden (ingesteld bij verzending uit de fabriek)
Zet de schuifschakelaar op “AUDIO”.
1
Gebruik de volgende toetsen om het systeem in te stellen:
2
AUDIO
CD
MD/CDR
VIDEO
Standaardinstellingen
Systeeminstelling
Speaker
Configuration
Subwoofer
Mode
Delay Time
Channel Level
Voer de combinatie van luidsprekers en hun
respectieve formaten (SMALL voor gewone
luidsprekers, LARGE voor grote luidsprekers
met volledig bereik) in uw systeem in om
automatisch de samenstelling van de uit de
luidsprekers uitgevoerde signalen en de
frequentieweergave in te stellen.
Deze parameter selecteert de subwoofer-
luidspreker voor het weergeven van diepe
bassignalen.
Deze parameter optimaliseert de timing
waarmee de luidsprekers en de subwoofer
de signalen uitvoeren afhankelijk van de
luisterpositie.
Deze parameter regelt het volume van de
signaaluitvoer uit de luidsprekers en de
subwoofer voor de verschillende kanalen
om optimale effecten te bekomen.
Subwoofer mode = Normal
Front & Subwoofer
3,6 m
Front
L
0 dB
Front
R
0 dB
Sub-
woofer
0 dB
Center
0 dB
Surround
L
0 dB
Surround
R
0 dB
Center
3,6 m
Surround L & R
3,0 m
—
—
Front Sp.
Large
Center Sp.
Small
Surround Sp.
Small
Subwoofer
Yes
OPMERKING:
• Het configuratiemenu verschijnt niet als gekozen is voor “HEADPHONE ONLY” (alleen hoofdtelefoon).
—
—
Digital Input
Deze parameter kent de digitale
ingangsaansluitingen toe aan de
verschillende ingangsbronnen.
Digitale
ingangen
Ingangs-
bron
COAXIAL
DVD/VDP
OPTICAL-1 OPTICAL-2
TV/DBS
CDR/TAPE
De OPTICAL stekeraansluiting op het
voorpaneel is alleen voor het gebruik met een
V.AUX invoer. Deze kan niet voor andere voor
andere invoerbronnen (digitale bronnen) gebruikt
worden.