
65
•
Gebruik van stroom met lage frequentie kan
neuromusculaire stimulatie tot gevolg hebben.
•
Een defect van de elektrochirurgische generator kan resulteren
in een onbedoelde verhoging van het uitgangsvermogen.
•
Deze apparatuur mag niet worden aangepast.
•
Zorg ervoor dat de diameter van de trocar compatibel is met
de diameter van het aanzetstuk (3 mm). Als dit niet het geval
is, kan dit de isolatie van de instrumenten nadelig beïnvloeden.
•
Als het apparaat langere tijd is ingeschakeld zonder contact
te maken met doelweefsel, kan de isolatie ook verminderen.
•
Visuele controle is mogelijk niet toereikend om zeker te
weten of de isolatie intact is.
•
WEES VOORZICHTIG bij het gebruik van hybride
trocarsystemen (d.w.z. een combinatie van metaal en plastic)
met monopolaire actieve onderdelen. Het gebruik van deze
systemen kan op andere plekken van het lichaam brandwonden
veroorzaken vanwege capacitieve koppeling. Maak alleen
gebruik van hybride trocarsystemen als het metaal continu en
volledig in contact komt met het weefsel van de patiënt, zodat
de elektriciteit goed kan worden teruggeleid. Raadpleeg de
fabrikant van de trocarsystemen voor meer informatie.
•
Aanzetstukken mogen niet tegen andere apparatuur aan
staan of worden opgestapeld. Als dit niet kan worden
voorkomen, moet worden gecontroleerd of het aanzetstuk
naar behoren functioneert in de gebruikte opstelling.
•
Draagbare en mobiele zendapparatuur kan de elektrische
medische apparatuur beïnvloeden.
Belangrijke opmerkingen
•
Gebruik aanzetstukken altijd binnen het zichtveld van de
camera en zorg ervoor dat de isolatie van aanzetstukken niet
beschadigt tijdens het gebruik van andere apparaten.
•
Afzuiging van de rook tijdens elektrochirurgisch snijden of
coaguleren kan nodig zijn.
3
6
-0
1
5
3
A
0
4
-1
2
-1
8
D
av
id
K
nu
th
V
er
no
n
H
ill
s,
I
L
P
ro
o
fe
d
b
y
:
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
D
a
te
:_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
D
im
e
n
s
io
n
s
c
h
e
c
k
e
d
:
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
C
o
p
y
c
h
e
c
k
e
d
:
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
Aanbevolen tussenafstand tussen draagbare en mobiele
zendapparatuur en aanzetstukken
Het herbruikbare aanzetstuk is bedoeld voor gebruik in een
elektromagnetische omgeving waarin storingen door
radiofrequente straling worden gereguleerd. De klant of gebruiker
van het aanzetstuk kan elektromagnetische interferentie
voorkomen door zich aan de hieronder aanbevolen minimale
afstand tussen draagbare en mobiele zendapparatuur (zenders) en
het aanzetstuk te houden op basis van het maximale
uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Maximaal
nominaal
uitgangs-
vermogen van
de zender, W
Tussenafstand gerelateerd aan de frequentie
van de zender, m
150 kHz tot
80 MHz
80 MHz tot
800 MHz
800 MHz tot
2,7 GHz
0,01
0,12
0,12
0,23
0,1
3,8
3,8
0,73
1
1,2
1,2
2,3
10
3,8
3,8
7,3
100
12
12
23
Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat
niet hierboven is vermeld, kan de aanbevolen tussenafstand in
meters (m) worden geschat aan de hand van de vergelijking voor
de frequentie van de zender. P is hierbij het maximale nominale
uitgangsvermogen weergegeven in watt (W) volgens de fabrikant
van de zender.
Opmerking 1:
Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand
voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2:
Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties
van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed
door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen.
d =
[
7
_
3
]
√
P
d =
[
3,5
—
3
]
√
P
d =
[
3,5
—
3
]
√
P