54
55
Op lange afdalingen mag u niet doorlo-
pend licht remmen . Daardoor kunnen de
remmen namelijk oververhit raken,
waardoor ze minder goed werken . Rem
bij lange en steile stukken bergafwaarts
afwisselend met beide remmen, zodat
de andere rem dan kan afkoelen . Rem
liever kort en krachtiger voor bochten of
als u te snel gaat . Daardoor hebben de
remmen tussendoor de tijd om af te koe-
len .
Dan blijft de remkracht behouden . Als
uitzondering geldt alleen het rijden op
een gladde ondergrond, vooral op zand
of bij gladheid . Dan moet u heel voor-
zichtig en voornamelijk met de achter-
rem remmen . Anders bestaat de kans
dat het voorwiel zijdelings wegglijdt en
u valt . Zorg er bij lange afdalingen met
regelmatige pauzes voor dat de remmen
voldoende kunnen afkoelen .
Raak de remmen na het rijden minstens
30 minuten niet aan, ze kunnen namelijk
erg heet worden .
Vrijwel alle moderne remmen beschik-
ken over aanzienlijk meer remkracht dan
oudere fietsen. Wen daar voorzichtig
aan, oefen de bediening van de remmen
en noodremmen eerst op een verkeers-
vrij en veilig terrein, voordat u deelneemt
aan het wegverkeer .
Rijd anticiperend . Gebruik uitsluitend
originele onderdelen . Anders is het mo-
gelijk dat de werking van uw FLYER
e-bike wordt beïnvloed of dat er bescha-
digingen ontstaan .
Stel de remhendel zo in, dat hij ook met
sterk inknijpen de stuurgreep niet raakt .
Quelle: Shimano
®
techdocs
15.2 Schijfrem
De schijfremmen moeten worden inge-
steld en onderhouden door een
FLYER-dealer .
Er kunnen zich ongevallen en zware
verwondingen voordoen als de remmen
niet op de juiste manier zijn ingesteld .
Voor elke rit en in het bijzonder na het instellen van
de remmen is een remtest noodzakelijk .
Vooral wanneer de blokken worden vervangen,
kan het remgedrag veranderen .
Bij schijfremmen is het belangrijk om ze eerst in
te remmen . Pas na ongeveer 10 keer remmen bij
30 km/u bereiken de remblokken hun maximale
prestatievermogen . Tijdens deze periode stijgt de
remkracht . Denk daaraan tijdens de gehele duur
van het inremmen .
Na het vervangen van de remblokken of rem-
schijven moeten de remmen opnieuw worden
ingeremd .
Let op ongewone geluiden bij het remmen, dat
kan een indicatie zijn dat de remblokken de slijta-
gegrens hebben bereikt . Controleer na het afkoe-
len van de remmen de dikte van de remblokken .
U moet de remblokken indien nodig laten vervan-
gen .
Raak de remschijf niet aan als ze draait .
Dit kan leiden tot ernstige verwondin-
gen, als u met uw vingers tussen de uit-
sparingen van de draaiende remschijf
raakt .
Tijdens het remmen kunnen de rem-
klauw en de remschijf heet worden .
U kunt brandwonden oplopen als deze
onderdelen tijdens of direct na het stop-
pen worden aangeraakt .
Laat de remschijf vervangen als ze is versleten
of verbogen . Deze vervanging moet door een
FLYER-dealer worden uitgevoerd .
Luchtbellenvorming bij schijfremmen
U kunt dit probleem vermijden door voor
het vervoer de remhendel in te drukken
en bijvoorbeeld met een riem in deze po-
sitie vast te zetten . Zo voorkomt u dat er
lucht in het hydraulische systeem bin-
nendringt . Let erop dat de remhendel
niet benut mag worden wanneer een
van de wielen is gedemonteerd . Als het
wiel gedemonteerd moet worden, zet u
een afstandshouder tussen de remrub-
bers .