4
5
NL
Uw FLYER heeft een automatische be-
veiliging tegen oververhitting . Wanneer
de motor oververhit raakt, schakelt deze
zekering de motorfunctie uit tot de motor
weer genoeg is afgekoeld . De overige
functies blijven verder werken, zodat u
bijvoorbeeld met uw verlichting kunt blij-
ven rijden .
Bij stilstand wordt na 10 minuten het
systeem en dus ook de functie van het
licht automatisch uitgeschakeld . Deze
duur kan ook worden ingesteld . In het
hoofdstuk menunavigatie wordt ver-
klaard hoe u hiervoor te werk moet
gaan . Schakel daarom voor elke rit het
display opnieuw in .
5. FLYER met
Panasonic-
aandrijving en FIT
5.1 Bediening met FLYER-display
D1 en FLYER-Remote Control RC1
en RC2
Uw FLYER met Panasonic-aandrijving wordt be-
diend door middel van de FLYER Remote Control
RC1 of RC2 en via het FLYER-display D1 .
Bedieningseenheid FLYER-Remote Control RC1
en RC2
FLYER-display D1
1 . In-uit-toets (druk er minstens 1 seconde op om
in te schakelen)
2 . USB-poort
3 . Displaystekker
RC1
RC2
aandrijfeenheid
Bij de aandrijfeenheid gaat het om een e-bi-
ke-motor, die naargelang het model al dan niet
een geïntegreerde 2-versnellingsbak heeft . De
aandrijfeenheid wordt bediend via de FLYER-
Remote Control (zie hierna) .
Bij de 2-versnellingsbak kunt u schakelen tussen
de handmatige en de automatische modus . U
kunt de automatische modus in- en uitschake-
len met de automatische toets (A) . In de auto-
matische modus schakelt de motor automatisch
op grond van sensorinformaties . U kunt naar de
handmatige modus overgaan door opnieuw op de
automatische toets te drukken of de schakelwip te
activeren . Met de schakelwip kunt u steeds tus-
sen de versnellingen schakelen .
5.2 Bediening
Druk minstens één seconde op de in-uit-toets aan
het display om het systeem in te schakelen .
Op het display wordt het menu "drive" weerge-
geven .
Het systeem kan alleen worden inge-
schakeld, als een voldoende geladen
accu is aangebracht .
Druk minstens éé seconde op de in-uit-toets aan
het display om het systeem uit te schakelen .
Als er gedurende tien minuten geen activiteit
van de rijder aan het systeem wordt vastgesteld,
wordt dit om energiebesparingsredenen automa-
tisch uitgeschakeld . (De uitschakeltijd kan wor-
den ingesteld . Onder punt «van de menunaviga-
tie» wordt verklaard hoe dit gebeurt .)
Automatische
toets
1
2
3