3. Spoel de drainagekatheter door met behulp van een aan de Luerlock-fitting
aan het uiteinde van de katheter bevestigde spuit gevuld met steriel water of
fysiologisch zout.
4. Haal de Tuohy-Borst-connector voorzichtig van het uiteinde van de
drainagekatheter.
5. Als de tip van de drainagekatheter een pigtail heeft en is voorgeladen met een
pigtail straightener, voert u de pigtail straightener op over de schacht en naar
de tip van de katheter om de pigtail-krul recht te maken.
LET OP: Er moet voorzichtigheid worden betracht bij het rechtmaken van de
pigtail-krul, om knikken en breken van de katheter te voorkomen.
6. Breng de drainagekatheter met de eventuele pigtail straightener aan op de
vooraf gepositioneerde voerdraad en voer hem met korte stappen op totdat
de katheter in het werkkanaal van de endoscoop komt.
LET OP: Zorg dat de eventuele pigtail straightener bij de tip van de katheter
blijft zitten, om knikken en breken van de katheter te voorkomen.
7. Voer de drainagekatheter in kleine stappen verder op totdat het pigtail-
gedeelte van de katheter zich volledig in het werkkanaal van de endoscoop
bevindt. Verwijder de pigtail straightener uit de katheter.
8. Voer de drainagekatheter in kleine stappen verder op totdat endoscopisch
wordt gevisualiseerd dat de katheter uit de endoscoop komt.
NB: De elevator van de endoscoop moet openstaan zodat de drainagekatheter
naar buiten kan komen.
9. Voer de drainagekatheter onder fluoroscopische begeleiding langzaam op naar
de gewenste plaats in het galkanaal boven de obstructie.
10. Wanneer de drainagekatheter zich in de gewenste positie bevindt, verwijdert u
de endoscoop langzaam terwijl u de drainagekatheter en de voerdraad op hun
plaats houdt bij de mond van de patiënt.
LET OP: Verwijder de endoscoop niet zonder de Tuohy-Borst-connector van de
drainagekatheter te verwijderen. Anders kan de drainagekatheter verschuiven
uit de gewenste positie in het galkanaal.
LET OP: Verwijder de endoscoop niet zonder de drainagekatheter en de
voerdraad vast te houden. Anders kan de drainagekatheter verschuiven uit de
gewenste positie in het galkanaal.
11. Bevestig fluoroscopisch dat de drainagekatheter en de voerdraad nog steeds
in positie in het galkanaal zijn en verwijder de voerdraad vervolgens langzaam
in kleine stappen terwijl u de drainagekatheter op zijn plaats houdt.
LET OP: Verwijder de voerdraad niet zonder de drainagekatheter in dezelfde
positie te houden. Anders kan de drainagekatheter verschuiven uit de
gewenste positie in het galkanaal.
28
Summary of Contents for NASAL BILIARY DRAINAGE SET
Page 2: ...1 2 3 4 2...
Page 3: ...5 3...
Page 9: ...A RT 5 2 4 1 5 For Drainage Only OFF 9...
Page 10: ...29 3 10...
Page 11: ...Cook RT 3 0 1 900 19 T m SAR 4 W kg 4 mm 3 T 4 mm 3 T 1 11...
Page 12: ...2 3 Luer 4 Tuohy Borst 5 6 7 8 9 10 Tuohy Borst 12...
Page 13: ...11 12 13 2 14 8 5 Fr 10 Fr 3 15 4 16 17 18 Tuohy Borst 19 Luer 3 13...
Page 14: ...20 2 PHT 14...
Page 48: ...RT 5 2 4 1 5 ERCP For Drainage Only OFF 48...
Page 49: ...ERCP ERCP ERCP 29 49...
Page 50: ...Cook RT 3 0 T 1 900 Gauss cm 19 T m SAR 4 W kg 4 mm 3 T 4 mm 50...
Page 51: ...3 T 1 2 3 Luer 4 Tuohy Borst 5 6 7 8 9 10 51...
Page 52: ...Tuohy Borst 11 12 13 2 14 8 5 Fr 10 Fr 3 15 4 16 17 52...
Page 53: ...18 Tuohy Borst 19 Luer 20 DEHP 2 PHT 53...
Page 113: ...113...
Page 114: ...114...
Page 115: ...115...