NEDERLANDS
82
■
Onvoorziene, plotse bewegingen of terugslag van het zwaard
(snijgevaar).
RISICOBEPERKING
Er zijn meldingen dat trillingen van handwerktuigen bij sommige
mensen bijdragen tot het Syndroom van Raynaud. Symptomen
kunnen ondermeer tintelingen, gevoelloosheid en bleek worden
van de vingers omvatten, wat normaal gezien duidelijk wordt bij
blootstelling aan koude. Erfelijke factoren, blootstelling aan koude
en vocht, dieet, roken en werkroutine kunnen allemaal bijdragen tot
de ontwikkeling van deze symptomen. Er kunnen door de bediener
maatregelen worden genomen om de gevolgen van de trillingen te
beperken:
■
Houd bij koud weer uw lichaam warm. Draag handschoenen
wanneer u de machine gebruikt om handen en polsen warm te
houden. Men neemt aan dat koud weer een belangrijke factor is
die bijdraagt tot het Syndroom van Raynaud.
■
Doe oefeningen om de bloeddoorstroming te bevorderen na
elke periode van gebruik.
■
Neem regelmatig een pauze. Beperk het aantal uren dat u per
dag wordt blootgesteld.
■
Beschermhandschoenen verkrijgbaar bij professionele
kettingzaaghandelaars zijn specifiek ontworpen voor gebruik
met kettingzagen die bescherming bieden, een goede greep
en de gevolgen van handgreeptrillingen verminderen. Deze
handschoenen moeten overeenstemmen met EN381-7 en
moet CE-gemarkeerd zijn.
Wanneer u enige van de symptomen van deze aandoening ervaart,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van het toestel en raadpleeg
uw dokter
WAARSCHUWING! Letsels kunnen worden veroorzaakt of
ernstiger worden door verlengd gebruik van een werktuig. Als
u een werktuig gedurende langere periodes gebruikt, neem
dan regelmatig pauze.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK
Deze draadloze kettingzaag is alleen bedoeld voor gebruik buiten.
Omwille van veiligheidsredenen moet het product correct worden
bediend door steeds twee handen te gebruiken.
Het product is ontworpen voor het zagen van takken,
boomstammen, houtblokken en balken in een diameter die wordt
bepaald door de zaaglengte van het zwaard. Het werd uitsluitend
ontworpen om hout te zagen. Het mag uitsluitend worden gebruikt
bij door volwassenen die een toereikende training hebben gehad
over de gevaren en eventuele preventieve maatregelen/acties, die
moeten worden ondernomen tijdens het gebruik van het product.
Gebruik het product niet voor doeleinden die niet in de lijst voor
beoogd gebruik staan. Het mag niet worden gebruikt voor
professionele boomdiensten Het product mag niet worden gebruikt
door kinderen of personen die geen geschikte beschermuitrusting
en -kledij dragen.
WAARSCHUWING! Wanneer u het product gebruikt,
moeten de veiligheidsregels worden opgevolgd. Voor uw eigen
veiligheid en deze van omstaanders, moet u deze instructies
lezen en begrijpen voor u het product gebruikt. U volgt best
een professioneel georganiseerde veiligheidscursus inzake
het gebruik, preventieve acties, eerstehulp en onderhoud van
kettingzagen. Bewaar de instructies voor later gebruik.
WAARSCHUWING! Kettingzagen zijn potentieel gevaarlijke
werktuigen. Ongevallen met kettingzagen leiden vaak tot het
verlies van ledematen of de dood. Niet enkel de kettingzaag
is een gevaar. Vallende takken, omvallende bomen, rollende
boomstammen kunnen allemaal de dood veroorzaken. Zieke
of rottende bomen vormen een bijkomend gevaar. U moet
altijd verzekeren dat u in staat bent om de opdracht veilig
te vervullen. Bij twijfel laat u het over aan een professionele
boomchirurg.
Gebruik dit product niet anders dan zoals vermeld onder normaal
gebruik.
KEN UW PRODUCT
Zie pagina 6 - 7.
1. Achterste
handvat
2. Trekschakelaar
3. Gashendelontgrendeling
4. Voorste
handvat
5. Voorste
handbescherming/Kettingrem
6. Kettingscherm
7. Zwaardbevestigingsbouten
8. Kettingspanschroef
9. Kettingvanger
10. Zaagbladsleuf
11. Aandrijfschakels
12. Zaagketting
13. Zwaarddeksel
14. Zaagblad
15. Steunklauw
16. Kettingoliedop
17. Combinatiesleutel
18. Accu
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Zaagketting met lage terugslag
Een kettingzaag met weinig terugslag helpt de kans voor terugslag
verminderen.
De dieptestellernok (tanddiepte) voor elke snijschakel kan de kracht
van de terugslagreactie verminderen door te voorkomen dat de
snijschakels zich te diep in het terugslaggebied ingraven. Gebruik
uitsluitend een vervangzwaard en -kettingcombinatie, aangeraden
door de fabrikant.
Wanneer zaagkettingen worden geslepen, verliezen ze iets van
hun lage terugslag-functionaliteit en dient men extra op te letten.
Voor uw veiligheid vervangt u de zaagkettingen wanneer de
zaagprestaties verminderen.
Steunklauw
De geïntegreerde bumperspike kan als middelpunt worden gebruikt
wanneer u een insnede maakt. Het helpt om het lichaam van de
kettingzaag stabiel te houden tijdens het zagen. Tijdens het zagen
drukt u de machine voorwaarts tot de pinnen zich in de rand van het
hout zetten en door het achterste handvat naar boven of onder in de
zaagrichting te bewegen, wat kan helpen om de fysieke inspanning
van het zagen te verlichten
Zaagbladen
Over het algemeen hebben zwaarden met kleine schuifpunten
een ietwat lager potentieel voor terugslag. U dient een zwaard en
passende ketting te gebruiken die net lang genoeg is voor het werk.
Langere zwaarden verhogen het risico op controleverlies tijdens
het zagen. Controleer regelmatig de spanning. Wanneer u kleinere
takken zaagt (kleiner dan de volledige lengte van het zwaard) is
de kans dat de ketting wordt afgeworpen groter als de spanning
niet correct is.
Kettingrem
Kettingremmen zijn ontworpen om het draaien van de ketting snel
te stoppen. Wanneer de kettingremhendel/handbescherming naar
het zaagblad wordt geduwd, moet de ketting onmiddellijk stoppen.
Een kettingrem voorkomt geen terugslag. Het vermindert het risico
op letsels in geval het zwaard in contact komt met het lichaam van
de gebruiker tijdens terugslag. De kettingrem moet worden getest
voor elk gebruik op correcte werking in de stand draaien en rem.
Summary of Contents for 82433674
Page 4: ...4 4 20 19 12 10 ...
Page 5: ...5 5 START STOP 8 16 21 13 14 23 15 ...
Page 6: ...6 6 12 13 6 9 10 11 8 7 ...
Page 7: ...7 7 17 18 16 15 14 1 2 3 4 5 ...
Page 10: ...10 10 2 1 3 ...
Page 12: ...12 12 FLATS APPROX 4 5 5 mm 2 3 1 ...
Page 13: ...13 13 2 3 1 ...
Page 14: ...14 14 1 2 3 START STOP ...
Page 15: ...15 15 BRAKE ON BRAKE OFF ...
Page 16: ...16 16 2 3 1 ...
Page 18: ...18 18 FLATS APPROX 4 5 5 mm 8 ...
Page 19: ...19 19 2 1 ...
Page 20: ...20 20 ...
Page 21: ...21 21 2 3 1 4 ...
Page 22: ...22 22 6 5 ...
Page 23: ...23 23 Figure 1 Figure 6 Figure 2 Figure 3 Figure 5 1 3 2 5 cm 2 in 5 cm 2 in Figure 4 ...