
Montage- en Bedieningshandleiding
NL-10
G932.1 - 06/2010
NL
9.2
Controles voor aanvang van de
montage
Controle van de aanslagmiddelen, omkeerrollen
en bevestigingspunten
–
Controleer of de omkeerrol, de aanslagmiddelen en het
bevestigingspunt in het gebouw over de noodzakelijke
draagvermogens resp. minimale breukvastheid beschikken,
zie '
4.9 Verhoging van het draagvermogen' op pagina 9.
Voor de berekening van het noodzakelijke draagvermogen
moet de maximaal mogelijke nominale last met de factor 4
(bedrijfscoëfficiënt) vermenigvuldigd worden.
Controle van de inbouwlocatie
Controleer of een vakkundige montage van de lier door
andere componenten wordt belemmerd. De noodzakelijke
inbouwruimte volgens Afb. 2 en Tabel 1 op pagina III in acht
nemen. In de inbouwruimte mogen geen spitse of
scherpgerande componenten aanwezig zijn.
Controleer of door de bevestiging eventueel typeplaten (zie
Afb. 10) afgedekt worden.
Evt. uitsparingen in de bevestiging voorzien.
Controleer of de lier zo bevestigd kan worden dat de kabel
in trekrichting loodrecht de lier binnenloopt (Afb. 8).
Controleer of een geschikte aansluitmogelijkheid voor de
stroomvoorziening volgens hoofdstuk 'Elektrische
aansluiting' op pagina 11 ter plaatse ter beschikking staat.
Controle van de lier en de accessoires
Lier
–
Lier en toebehoren op volledigheid controleren (zie
'
3.2 Omvang van de levering' op pagina 4 en
'
4.2 Componenten/bouwgroepen' op pagina 7).
–
Behuizing op schade controleren.
Kabel
–
Controleren of de diameter en het type van de kabel bij de
lier passen, zie tabel Tabel 1 op pagina III.
Wanneer de last niet via vaste inrichtingen ter plaatse geleid
kan worden, moet een verdraaiingsarme kabel met
wartelhaak of een kabelwartel worden gebruikt.
–
Controleer of de lengte van de kabel voldoende is:
de last moet veilig tot de begin- en eindpositie verplaatsbaar
zijn. Het losse kabeleinde mag bij het neerlaten of vieren
van de last niet tot bij de lier geraken.
De kabeleindbevestiging resp. het lastopnamepunt of het
kabeleinde mogen niet in de omkeerrol getrokken worden.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren, zie Afb. 12.
–
Kabelpunt volgens Afb. 9 controleren (zie ook'
15.4 Service
en onderhoud, Kabel' op pagina 17).
Bevestigingsmiddelen
–
Controleer of de bouten/schroeven/aanslagmiddelen aan de
specificaties in '
4.8 Bevestiging' op pagina 8 voldoen.
–
Controleer bevestigingspunten, lastbouten en
schroefbevestigingen op beschadigingen.
Aansluitkabel
–
Controleer of de lengte voldoende is.
–
Controleer of de kabeldoorsnede voor de geplande lengte
(zie Tabel 3 en 4 op pagina 12) toereikend is.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren.
Besturingskabel
–
Controleer of de lengte voldoende is.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren.
9.3
Montage
Voorwaarden
De montage mag alleen door geschoold personeel
plaatsvinden.
De werkplek moet voldoende verlicht zijn.
Lier bevestigen
GEVAAR!
Onvakkundige bevestiging!
Levensgevaar door een val van hoogte! Risico op lichamelijk
letsel door vallende voorwerpen!
–
De lier alleen in de aangegeven verankeringsboringen
met de aangegeven bevestigingsmiddelen bevestigen.
–
De kabel moet loodrecht de lier binnenlopen (zie Afb. 2).
–
Wanneer een hoger draagvermogen nodig is: Gegevens
in '
4.9 Verhoging van het draagvermogen' op pagina 9 in
acht nemen.
OPGELET!!!
Foute inbouwpositie!
Schade aan het apparaat mogelijk!
Transmissieschade door ontbrekende of ontoereikende
smering!
–
De lier mag niet op de vlakke zijde liggend ingebouwd
worden.
–
Bevestig de lier zodanig dat de vlakke zijde naar boven
ligt, zie Afb. 2 en Afb. 3.
–
Schroeven met zelfborgende moeren tegen verlies
beveiligen.
–
Bouten met een borgpen of vergelijkbare beveiliging borgen.